direct naar inhoud van Artikel 8 Wonen
Plan: Afferdense en Deestse Uiterwaarden
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0225.BPadw-1102

Artikel 8 Wonen

8.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Wonen aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen, al dan niet in combinatie met een beroep of bedrijf aan huis;
  • b. erven.
8.2 Bouwregels

Op de voor Wonen aangewezen gronden mag worden gebouwd met inachtneming van de volgende regels.

8.2.1 Algemeen:
  • a. er zijn geen gestapelde woningen toegestaan;
  • b. er plaatse van de aanduiding maximum aantal wooneenheden zijn niet meer dan het aangeduide maximum aantal wooneenheden toegestaan.
8.2.2 Binnen het bouwvlak:
  • a. het bouwvlak mag volledig worden bebouwd met gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde, met in achtneming van de overige bouwregels;
  • b. ter plaatse van de aanduiding maximale goot- en bouwhoogte mag de maximale goot- en bouwhoogte niet worden overschreden;
  • c. de dakhelling van een kap mag niet minder dan 45° bedragen en niet meer dan 60°;
  • d. binnen het bouwvlak en voor de voorgevel van het hoofdgebouw mag de bouwhoogte van andere bouwwerken niet meer dan 1 me-ter bedragen;
  • e. binnen het bouwvlak en achter de voorgevel van het hoofdgebouw mag de bouwhoogte van andere bouwwerken niet meer dan 2 me-ter bedragen.
8.2.3 Buiten het bouwvlak:
  • a. buiten het bouwvlak mag de oppervlakte van de gebouwen per woning, niet meer bedragen dan de bestaande oppervlakten buiten het bouwvlak conform Bijlage 1 Oppervlakte tabel wonen(behoudens ontheffing);
  • b. de goothoogte van de gebouwen mag niet meer dan 3 meter bedragen;
  • c. de bouwhoogte van de gebouwen mag niet meer dan 6 meter bedragen;
  • d. de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag niet meer dan 2 meter bedragen.
8.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 8.2.3, onder a. en meer oppervlakte buiten het bouwvlak toestaan mits:

8.4 Specifieke gebruiksregels

Ten aanzien van het gebruik van gronden en bouwwerken gelden de volgende regels:

Een woning mag worden gebruikt voor praktijk- en kantoorruimten ten behoeve van de uitoefening van een beroep aan huis, mits:

  • a. wonen de hoofdfunctie blijft in de woning;
  • b. het ruimtebeslag van ondergeschikte betekenis is, en ten hoogste 80% van de begane grondoppervlakte van de woning daarvoor mag worden aangewend met een maximum van 45 m2, waarbij zowel de gebouwen binnen als buiten het bouwvlak voor dat doel mogen worden gebruikt;
  • c. de beroepsactiviteiten worden uitgeoefend door degene die in de desbetreffende woning zijn hoofdverblijf heeft;
  • d. parkeren zoveel mogelijk op eigen terrein wordt opgelost en er ter plaatse geen onevenredige aantasting van de parkeer- en/of verkeerssituatie optreedt.