De voor ‘Tuin’ aangewezen gronden zijn bestemd
voor:
a
tuinen, erven
en verhardingen;
b
parkeervoorzieningen;
c
watergangen;
d
water en waterhuishoudkundige
voorzieningen.
Op deze gronden mogen uitsluitend erkers ten
behoeve van aangrenzende hoofdgebouwen worden gebouwd, waarbij de volgende
bepalingen gelden:
a
Voor het
bouwen van erkers aan de voorgevel gelden de volgende bepalingen:
1
De breedte
van een erker mag niet meer bedragen dan 50% van de breedte van de voorgevel
van het hoofdgebouw.
2
De bouwhoogte
mag niet meer bedragen dan de hoogte van de eerste bouwlaag van het
bijbehorende hoofdgebouw plus
3
De diepte van
de uitbreiding mag niet meer bedragen dan 25% van de diepte van de voortuin tot
een maximum van
b
Voor het
bouwen van erkers aan de zijgevel gelden de volgende bepalingen:
1
De breedte
van een erker mag niet meer bedragen dan 40% van de breedte van de zijgevel van
het hoofdgebouw.
2
De bouwhoogte
mag niet meer bedragen dan de hoogte van de eerste bouwlaag van het
bijbehorende hoofdgebouw plus
3
De diepte van
de uitbreiding mag niet meer bedragen dan 25% van de diepte van de zijtuin met
een maximum van
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen
zijnde, gelden de volgende bepalingen:
a
De bouwhoogte
van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan
b
De bouwhoogte
van overige bouwwerken mag niet meer bedragen dan
Parkeren is toegestaan onder de volgende
voorwaarde:
a
Er mag
uitsluitend voor een bijgebouw of inpandige garage geparkeerd worden, mits de
afstand van het bijgebouw of de inpandige garage tot de voorste perceelsgrens
niet minder bedraagt dan