De gronden ter plaatse van de aanduiding
‘vrijwaringszone – molenbiotoop’ zijn tevens bestemd voor het beschermen van de
functie van de in het aanliggend gebied gesitueerde molen als werktuig en zijn
waarde als landschapsbepalend element.
Op of in de gronden ter plaatse van de aanduiding
‘vrijwaringszone – molenbiotoop’ dienen nieuwe bouwwerken, in afwijking van het
bepaalde in de bestemmingsregels, te voldoen aan de volgende regels:
a
Op een
afstand van minder dan
b
Op een
afstand tussen de
a
Op of in de
gronden ter plaatse van de aanduiding ‘vrijwaringszone – molenbiotoop’ is het
verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken
uit te voeren:
1
het ophogen
van gronden hoger dan de in lid 29.2.2 aangegeven maximale bouwhoogte;
2
het beplanten
met bomen, heesters en andere opgaande beplanting hoger dan de in lid 29.2.2
aangegeven maximale bouwhoogte;
3
het
aanbrengen van constructies, installaties en apparatuur hoger dan de in lid
29.2.2 aangegeven maximale bouwhoogte.
b
Een
omgevingsvergunning als bedoeld onder a mag alleen en moet worden geweigerd,
indien door de uitvoering van het ander-werk, dan wel door de daarvan hetzij
direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen blijvend onevenredig afbreuk
wordt gedaan aan het huidige en/of het toekomstig functioneren van de molen als
werktuig door windbelemmering en/of waarde van de molen als landschapselement
en hieraan door het stellen van voowaarden niet of onvoldoende tegemoet gekomen
kan worden, in verband waarmee gehoord wordt de molenbeheerder.
c
Geen
omgevingsvergunning is vereist voor:
1
werken,
behorende bij het normale onderhoud, gebruik en beheer;
2
werken, welke
op het tijstip van het van kracht worden van het plan in uitvoering waren of
konden worden uitgevoerd krachtens een voor dat tijdstip geldende dan wel
aangevraagde omgevingsvergunning.