Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ter
plaatse van de aanduiding ‘wro-zone – wijzigingsgebied
a
Aangetoond
dient te worden dat de wijziging geen nadelige invloed heeft op de afwikkeling
van het verkeer en de wijziging mag geen extra onevenredige toename van de
parkeerbehoefte binnen het openbaar gebied veroorzaken.
b
De wijziging
mag geen onevenredig nadelige gevolgen hebben voor het woon- of leefklimaat en
doet geen afbreuk aan het woonkarakter van de wijk of buurt.
c
De wijziging
heeft geen nadelige gevolgen voor de bedrijfsvoering van omliggende
(agrarische) bedrijven of voor woningen.
d
Er bestaan
geen milieuhygiënische belemmeringen.
e
De woningbouw
dient te passen binnen het gemeentelijke volkshuisvestingsbeleid.