De voor ‘Kantoor’ aangewezen gronden zijn bestemd
voor:
a
kantoren;
b
een bedrijfswoning ter plaatse van de aanduiding ‘bedrijfswoning’;
c
tuinen, erven
en verhardingen;
d
voorzieningen voor verkeer en verblijf;
e
parkeervoorzieningen;
f
groenvoorzieningen;
g
watergangen;
h
water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
Voor het bouwen van bouwwerken geldt de volgende
bepaling:
a
Het
bebouwingspercentage van het bouwvlak mag niet meer bedragen dan ter plaatse
van de aanduiding ‘maximum bebouwingspercentage’ is aangegeven.
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende
bepalingen:
a
Gebouwen
mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd.
b
De goothoogte mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding
‘maximale goot- en bouwhoogte’ is aangegeven.
c
De bouwhoogte van gebouwen mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de
aanduiding ‘maximale goot- en bouwhoogte’ is aangegeven.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen
zijnde gelden de volgende bepalingen:
a
De bouwhoogte
van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan
b
De bouwhoogte
van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan
Binnen de bestemming ‘Maatschappelijk’ is de
uitoefening van een vrij beroep in een bedrijfswoning toegestaan.
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in 11.1 ten behoeve van bedrijfsmatige en beroepsmatige activiteiten in een bedrijfswoning, waarbij de volgende voorwaarden gelden:
a
De
oppervlakte mag niet meer bedragen dan 40% van de woning, met een oppervlakte
van niet meer dan
b
De gebruiker
van de woning oefent deze activiteit uit.
c
Een bedrijf
dat omgevingsvergunningplichtig is voor de activiteit oprichten van een
inrichting in het kader van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht is niet
toegestaan.
d
Er dient
voorzien te worden in voldoende parkeergelegenheid op eigen terrein of in de directe
omgeving.