De voor ‘Maatschappelijk’ aangewezen gronden zijn
bestemd voor:
a
maatschappelijke
voorzieningen;
b
onzelfstandige horeca;
c
een begraafplaats ter plaatse van de aanduiding ‘begraafplaats’;
d
een bedrijfswoning ter plaatse van de aanduiding ‘bedrijfswoning’;
e
tuinen, erven en verhardingen;
f
parkeervoorzieningen;
g
groenvoorzieningen;
h
nutsvoorzieningen.
i
watergangen;
j
water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
alsmede voor:
k
de
instandhouding en bescherming van gemeentelijke monumenten ter plaatse van de
aanduiding ‘specifieke bouwaanduiding – gemeentelijk monument’;
l
de
instandhouding en bescherming van rijksmonumenten ter plaatse van de aanduiding
‘specifieke bouwaanduiding – rijksmonument’.
Voor het bouwen van bouwwerken gelden de volgende
bepalingen:
a
Het
bebouwingspercentage van het bouwvlak mag niet meer bedragen dan ter plaatse
van de aanduiding ‘maximum bebouwingspercentage’ is aangegeven.
b
Ter plaatse van
de aanduiding ‘begraafplaats’ mag het bebouwingspercentage van het bouwperceel
niet meer bedragen dan 3%.
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende
bepalingen:
a
Gebouwen
mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd.
b
De goothoogte mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding
‘maximale goot- en bouwhoogte’ is aangegeven.
c
De bouwhoogte van gebouwen mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de
aanduiding ‘maximale goot- en bouwhoogte’ is aangegeven.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen
zijnde gelden de volgende bepalingen:
a
De bouwhoogte
van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan
b
De bouwhoogte
van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan
Ter plaatse van de aanduiding ‘begraafplaats’ zijn
uitsluitend gebouwen en bouwwerken ten dienste van een begraafplaats
toegestaan, waarbij de volgende bepalingen van toepassing zijn:
a
De
oppervlakte van een gebouw mag niet meer bedragen dan
b
De bouwhoogte
van gebouwen mag niet meer bedragen dan
c
De bouwhoogte
bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken:
a
van het
bepaalde in 12.2.2 sub b en c ten behoeve van een goot- en
bouwhoogte van niet meer dan
Binnen de bestemming ‘Maatschappelijk’ is de
uitoefening van een vrij beroep in een bedrijfswoning toegestaan.
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in 12.1 ten behoeve van bedrijfsmatige en beroepsmatige activiteiten in een bedrijfswoning, waarbij de volgende voorwaarden gelden:
a
De
oppervlakte mag niet meer bedragen dan 40% van de woning, met een oppervlakte
van niet meer dan
b
De gebruiker
van de woning oefent deze activiteit uit.
c
Een bedrijf
dat omgevingsvergunningplichtig is voor de activiteit oprichten van een
inrichting in het kader van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht is niet
toegestaan.
d
Er dient
voorzien te worden in voldoende parkeergelegenheid op eigen terrein of in de
directe omgeving.