Artikel 4 Bedrijventerrein

 

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ‘Bedrijventerrein’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. bedrijven in de milieucategorieën 3.1 tot en met 5.2, zoals genoemd in bijlage 1 (Staat van bedrijfsactiviteiten), waaronder de vestiging van geluidzoneringsplichtige inrichtingen;

  2. een bedrijfswoning ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning';

  3. een brug ter plaatse van de aanduiding 'brug';

  4. opslag, overslag en uitstalling;

  5. voorzieningen voor verkeer en verblijf, waaronder ontsluitingswegen en parkeervoorzieningen;

  6. nutsvoorzieningen;

  7. erven en verhardingen;

  8. groenvoorzieningen, waaronder voorzieningen voor landschappelijke inpassing;

  9. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.

 

4.2 Bouwregels

 

4.2.1 Bedrijfsgebouwen

Voor het bouwen van bedrijfsgebouwen gelden de volgende bepalingen:

  1. Bedrijfsgebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd.

  2. De oppervlakte mag per bedrijfsgebouw niet meer bedragen dan voor het betreffende bedrijfsperceel per bedrijfsgebouw is aangegeven in bijlage 2 (Overzicht bestaande bebouwing 1997), kolom 'Uitbreiding + 10%'.

  3. De bouwhoogte van een bedrijfsgebouw mag niet meer bedragen dan 18 m.

 

4.2.2 Bedrijfswoningen

Voor het bouwen van bedrijfswoningen gelden de volgende bepalingen:

  1. Bedrijfswoningen en bijbehorende bijgebouwen zijn uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning'.

  2. Per aanduiding is slechts één bedrijfswoning met bijbehorende bijgebouwen toegestaan.

  3. De oppervlakte mag per woning en per bijgebouw niet meer bedragen dan aangegeven in bijlage 2 (Overzicht bestaande bebouwing 1997), kolom 2 'Uitbreiding + 10%'.

  4. De inhoud van een bedrijfswoning mag niet meer bedragen dan 800 m³.

  5. De goothoogte van een bedrijfswoning mag niet meer bedragen dan 5,5 m.

  6. De bouwhoogte van een bedrijfswoning mag niet meer dan bedragen 10 m.

  7. Bij een bedrijfswoning mogen bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met een maximale bouwhoogte van 2,5 m.

 

4.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende bepalingen:

  1. De bouwhoogte van bedrijfsinstallaties mag niet meer bedragen dan 30 m.

  2. De bouwhoogte van lichtmasten mag niet meer bedragen dan 18,5 m.

  3. De bouwhoogte van sleufsilo's mag niet meer bedragen dan 5 m.

  4. De bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 2,5 m.

 

4.3 Afwijking van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor:

  1. het afwijken van het bepaalde in lid 4.2.1 ten behoeve van de uitbreiding en/of bouw van bedrijfsgebouwen, waarbij de oppervlakte meer bedraagt dan per gebouw is aangegeven in bijlage 2 (Overzicht bestaande bebouwing), kolom 2 (Uitbreiding + 10%), met dien verstande dat de oppervlakte van alle in bijlage 2 genoemde gebouwen op het betreffende bedrijfsperceel niet meer mag bedragen dan de totale oppervlakte van alle in het overzicht genoemde gebouwen tezamen (Uitbreiding + 10%).

  2. het afwijken van het bepaalde in lid 4.2.2 ten behoeve van de uitbreiding of herbouw van een bedrijfswoning en/of bijbehorende bijgebouwen, waarbij de oppervlakte meer bedraagt dan per gebouw is aangegeven in bijlage 2 (Overzicht bestaande bebouwing), kolom 2 (Uitbreiding + 10%), met dien verstande dat de oppervlakte van de in bijlage 2 genoemde bedrijfswoning en bijbehorende bijgebouwen niet meer mag bedragen dan de totale oppervlakte van de bedrijfswoning en bijbehorende in het overzicht genoemde gebouwen tezamen (Uitbreiding + 10%).

  3. Ingeval van het afwijken als bedoeld sub a en sub b van dit lid is het bepaalde sub 4.2.2 onder a, b, d, e en f overminderd van toepassing.

  4. Alvorens te beslissen omtrent het verlenen van een omgevingsvergunning als bedoeld sub a en sub b, wint het bevoegd gezag het advies in van de waterbeheerder.

 

4.4 Specifieke gebruiksregels

De gronden mogen voor opslag worden gebruikt, met dien verstande dat de hoogte niet meer mag bedragen dan 6 m.

 

4.5 Afwijken van de gebruiksregels

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 4.1 sub a 4.4 ten behoeve van de vestiging van een bedrijf dat niet voorkomt in de Staat van bedrijfsactiviteiten, mits dit bedrijf naar aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen is met de bedrijfscatagorieën uit de toegelaten milieucategorieën 3.1 tot en met 5.2.