Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Buitengebied herziening Noord-Zuid, Stoeterij Knoops
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.0225.BPbgnoordzuid-1303

Artikel 3 Agrarisch

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ‘Agrarisch’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. de uitoefening van een grondgebonden agrarische bedrijf;
  2. ter plaatse van de aanduiding ‘Paardenfokkerij’ is een paardenfokkerij toegestaan;
  3. ter plaatse van de aanduiding ‘Bedrijfswoning’ is één bedrijfswoning toegestaan;
  4. praktijk- en kantoorruimte ten behoeve van aan huis verbonden beroepen, met dien verstande dat het oppervlak maximaal 80 % bedraagt van het begane grondoppervlak van de woning (inclusief de met het hoofdgebouw verbonden bijgebouwen), met een maximum van 45 m2, waarbij zowel de woning als het bijgebouw voor dit doel mag worden gebruikt.
  5. watergangen ten beboeve van de waterhuishouding.
 
een en ander met bijbehorende bebouwing, ontsluitings- groen- en parkeervoorzieningen en (on)bebouwde terreinen en met dien verstande dat prostitutiebedrijven niet zijn toegestaan.

3.2 Bouwregels

Ter plaatse van het bouwvlak is uitsluitend de volgende bebouwing toegestaan:

3.2.1 Bedrijfsbebouwing

bedrijfsgebouwen met een maximale hoogte van 9 m en een maximale goothoogte van 6 m;

3.2.2 Bedrijfswoning

pas na realisering van de bedrijfsbebouwing mag worden gebouwd:
  1. maximaal één bedrijfswoning als bedoeld in artikel 3.1 sub c met een maximale nok- en goothoogte van respectievelijk 9 m en 4,5 m en met een maximale inhoud van 800 m3 en een voorgevellijn op minimaal 45 m afstand uit de as van de Noord-Zuidweg;
  2. bij de bedrijfswoning behorende bijgebouwen met een maximale nok- en goothoogte van 6 m respectievelijk 3 m en een maximale oppervlakte van 50 m2.

3.2.3 Bouwwerken, geen gebouw zijnde

  1. waaronder silo’s, sleufsilo’s en mestopslagplaatsen met een maximale hoogte van 6 m, met dien verstande dat kadaverplaatsen niet binnen het bouwvlak mogen worden opgericht;
  2. verlichting en bedrijfsinstallaties mogen maximaal 6 m hoog zijn.

3.2.4 Omvang verharding

Verharding boven de voor dit bestemmingsplan afgestemde maximale totale hoeveelheid verharding te weten 6600 m2 dient in overleg met het waterschap gecompenseerd te worden in de vorm van extra opvangcapaciteit.

3.3 Nadere eisen

Bij de beslissing omtrent het verlenen van een omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen kunnen burgemeester en wethouders nadere eisen stellen aan:
  1. met betrekking tot de situering en maatvoering van bebouwing, indien en voor zover dit noodzakelijk is om:
    1. de ruimtelijke samenhang met de overige bebouwing veilig te stellen;
    2. een milieuhygiënisch verantwoorde situering te bevorderen;
    3. een onevenredige inbreuk op het aanwezige woon- en leefmilieu te voorkomen;
    4. een onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende terreinen te voorkomen;
  2. met betrekking tot de situering en maatvoering van bijgebouwen ten behoeve van een dienstwoning, voor zover deze bijgebouwen zijn geprojecteerd op een afstand van meer dan 50 m gemeten uit het hoofdgebouw en zulks nodig is om:
    1. de aanwezige landschapswaarden van het omringende gebied te beschermen;
    2. een onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende terreinen te voorkomen.
 

3.4 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van:

3.4.1 Hoogte bedrijfsbebouwing

van het bepaalde in 3.2.1 ten behoeve van het vergroten van de de hoogte van bedrijfsbebouwing tot een hoogte van maximaal 12 m;

3.4.2 Inhoud bedrijfswoning

van het bepaalde in 3.2.2 sub a voor het vergroten van de inhoud van bedrijfswoningen met maximaal 10% onder de volgende voorwaarden:
  1. alleen in die situaties waarin het noodzakelijk is om de bedrijfswoning geschikt te maken voor het verlenen van mantelzorg;
  2. de hoogte niet meer gaat bedragen dan 9 m;
  3. het aantal dienstwoningen niet toeneemt.

3.4.3 Oppervlakte bijgebouwen

van het bepaalde in 3.2.2 sub b voor het vergroten van de oppervlakte van bij de bedrijfswoning behorende bijgebouwen tot 75 m2 mits aangetoond wordt dat de vergroting noodzakelijk is;

3.4.4 Hoogte bedrijfsinstallaties

van het bepaalde in 3.2.3 sub b ten behoeve van bedrijfsinstallaties tot een hoogte van maximaal 10 m, mits:
  1. het beoogde stedenbouwkundige beeld alsmede de belangen van derden niet onevenredig worden geschaad;
  2. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de landschapswaarden van het gebied.

3.4.5 Omvang verharding

de omvang van extra verharding boven de nu toegestane 6600 m2 mits deze toename in overleg met het waterschap gecompenseerd wordt door het realiseren van extra opvangcapaciteit;

3.4.6 Hoogte hooibergen en voedersilo's

de hoogte van hooibergen en voedersilo’s tot maximaal 15 m uitsluitend binnen het bouwvlak.

3.4.7 Huisvesting tijdelijke werknemers

voor gebouwen en andere bouwwerken ten dienste van de tijdelijke huisvesting van tijdelijke werknemers – zoals nachtverblijf, gemeenschappelijke verblijfsruimte (kantine), sanitair (douches, toiletten), kook- en wasgelegenheid in de bedrijfsgebouwen mits:
  1. ter zake ook ontheffing van de gebruiksbepalingen is verleend;
  2. de voorwaarden verbonden aan die ontheffing in acht worden genomen;
  3. het karakter van het gebied moet voor wat betreft de aanwezige landschapswaarden gehandhaafd blijven.

3.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken, wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:
  1. het gebruik van gebouwen (geen bedrijfswoning) en onderkomens, voor permanente of tijdelijke bewoning;
  2. seksinrichtingen.

3.6 Afwijken van de gebruiksregels

3.6.1 Huisvesting tijdelijke werknemers

Burgemeester en wethouders kunnen een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 3.5 sub a, ten behoeve van nachtverblijf voor de tijdelijke huisvesting van tijdelijke werknemers, mits:
  1. de huisvesting uitsluitend werknemers betreft die alleen binnen het bedrijf waar ze gehuisvest zijn werkzaamheden verrichten;
  2. de huisvesting uitsluitend werknemers betreft die tijdelijk (maximaal 6 maanden per jaar) binnen het bedrijf waar ze gehuisvest zijn werkzaamheden verrichten;
  3. de huisvesting plaatsvindt in een bestaand, een uit te breiden dan wel een nieuw op te richten bedrijfsgebouw of een gedeelte daarvan;
  4. de huisvesting voldoet aan alle eisen uit het Bouwbesluit en de gemeentelijke bouwverordening;
  5. er geen sprake is van zelfstandige wooneenheden.