12.1 Afwijkingsgrond
Indien niet op grond van een andere bepaling van deze regels met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van de regels van dit plan, kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van de regels van dit plan voor:
- het afwijken van de voorgeschreven maten ten aanzien van dakhellingen, inhoudsbepalingen, goothoogten, nokhoogten, bouwperceelgrensafstanden, bebouwde oppervlakten en overige maatvoering tot een maximum van 10%.
- geringe afwijkingen, welke in het belang zijn van een ruimtelijk of technisch beter verantwoorde plaatsing van bouwwerken of welke noodzakelijk zijn in verband met de werkelijke toestand van het terrein, mits de afwijking in situering niet meer dan 2,50 m bedraagt.