De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
ontwikkeling, herstel en behoud, van de landschappelijke en natuurwaarden;
onverharde of halfverharde paden en wegen, fiets- en wandelpaden;
water en waterhuishoudkundige voorzieningen, waaronder mede begrepen kades en andere waterkerende of watergeleidende voorzieningen;
extensief recreatief medegebruik;
de winning van, de opvulling met, de verwerking van en het transport over water van oppervlaktedelfstoffen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van natuur - ontzanding';
tijdelijke ontsluitingswegen, inclusief bereikbaarheidsvoorzieningen, ten behoeve van de winning van oppervlaktedelfstoffen.
3.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
3.2.1 Gebouwen
Gebouwen zijn niet toegestaan.
3.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
a. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn uitsluitend toegestaan ten behoeve van functies genoemd in artikel 3 lid 1;
b. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt maximaal 3,00 m.