Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
2.1 Bouwhoogte van een bouwwerk
Vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
2.2 Goothoogte van een bouwwerk
Vanaf het peil tot de bovenkant van de goot of druiplijn, het boeiboord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.