direct naar inhoud van Artikel 6 Wonen
Plan: De Horst
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0225.BPdrudehorst-1102

Artikel 6 Wonen

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor woningen ter plaatse van de aanduidingen:

'aaneengebouwd' aaneengebouwde woningen;

'gestapeld' gestapelde woningen met parkeervoorzieningen;

'twee-aaneen' twee-aaneen gebouwde woningen;

'vrijstaand ' vrijstaande woningen;

met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, tuinen en erven, parkeervoorzieningen en met inachtneming van de keur van het waterschap.

6.2 Bouwregels
6.2.1 Hoofdgebouwen

Hoofdgebouwen dienen te voldoen aan de volgende kenmerken:

  • a. gebouwd binnen het bouwvlak;
  • b. goothoogte en bouwhoogte maximaal de middels een aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte' aangegeven goot- en bouwhoogte;
  • c. aantal woningen niet meer dan 91;
  • d. in afwijking van lid a mogen bij gestapelde woningen ondergeschikte bouwdelen, zoals luifels, buiten het bouwvlak worden gebouwd.
6.2.2 Bijgebouwen

Bijgebouwen mogen binnen en buiten het bouwvlak worden gebouwd en dienen te voldoen aan de volgende kenmerken:

  • a. het oppervlakte van bijgebouwen voor zover buiten het bouwvlak gelegen mag niet meer dan 70 m2 bedragen, met dien verstande dat ten minste 20 m2 van het bouwperceel onbebouwd dient te blijven;
  • b. goothoogte maximaal 3,5 m dan wel de hoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw + 0,25 m;
  • c. bouwhoogte maximaal 6 meter;
  • d. gebouwd minimaal 1,5 m achter (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw, met dien verstande dat bijgebouwen in de vorm van erkers tot vóór (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw mogen worden gebouwd mits:
    • 1. de horizontale diepte van de erker maximaal 1,5 m bedraagt;
    • 2. voor zover de erker wordt gebouwd tegen de voorgevel van het hoofdgebouw de breedte maximaal 2/3 van de breedte van die gevel bedraagt.
6.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag maximaal bedragen:

  • a. erf- en terreinafscheidingen vóór (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw 1 m;
  • b. erf- en terreinafscheidingen achter (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw 2 m;
  • c. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde 2 m.
6.3 Afwijken van de bouwregels
6.3.1 Afwijkingsmogelijkheden

Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 6.2.2 onder d voor het verkleinen van de afstand van een bijgebouw tot (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw.

6.3.2 Criteria

Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 6.3.1 kan slechts worden verleend, mits:

  • a. de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden niet onevenredig worden geschaad;
  • b. er is in voldoende parkeergelegenheid op het bouwperceel of in de nabijheid van het bouwperceel, waarbij wordt voldaan aan de parkeernormen in bijlage 2;
  • c. het straat- en bebouwingsbeeld niet onevenredig worden geschaad.
6.4 Afwijken van de gebruiksregels
6.4.1 Beroeps- en bedrijfsmatige activiteiten

Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 6.1 voor het toestaan van beroeps- en bedrijfsmatige activiteiten, met in achtneming van het volgende:

  • a. bij een woning met een bijgebouw mag de oppervlakte maximaal 80% van de vloeroppervlakte van de gebouwen bedragen tot een maximum van 50 m2;
  • b. bij een woning in 1 bouwlaag zonder bijgebouw mag de oppervlakte maximaal 40% bedragen tot een maximum van 25 m2.
6.4.2 Criteria
  • a. het bedrijf voorkomt in de milieucategorie 1 of 2 in de Staat van bedrijfsactiviteiten, zoals opgenomen als bijlage 1 bij deze regels, of, voor wat betreft de aard en omvang van de milieuhinder die het veroorzaakt, gelijk gesteld kan worden aan een bedrijf behorende tot één van die milieucategorieën;
  • b. er geen sprake is van een onevenredige verkeersaantrekkende werking;
  • c. er is in voldoende parkeergelegenheid op het bouwperceel of in de nabijheid van het bouwperceel, waarbij wordt voldaan aan de parkeernormen in bijlage 2;
  • d. er geen detailhandel plaatsvindt behalve als ondergeschikte nevenactiviteit bij de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsmatige activiteit;
  • e. de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden niet onevenredig worden geschaad;
  • f. het straat- en bebouwingsbeeld niet onevenredig worden geschaad.