direct naar inhoud van Artikel 4 Wonen
Plan: Heersweg 27a
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0225.BPdruheersweg27a-0901

Artikel 4 Wonen

4.1 Bestemmingsomschrijving
4.1.1 Algemene bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. woondoeleinden;
  • b. aan huis gebonden beroep;
  • c. parkeren;

één en ander met de bijbehorende voorzieningen, zoals tuinen, erven en erfontsluitingswegen, en overeenkomstig de in 4.1.2 opgenomen nadere detaillering van de bestemmingsomschrijving.

4.1.2 Nadere detaillering van de bestemmingsomschrijving

In het onderstaande is een nadere detaillering opgenomen van het bepaalde in 4.1.1:

a Aan huis verbonden beroep

Gebruik van ruimten binnen de woning of in de bijgebouwen ten behoeve van de uitoefening van een aan huis verbonden beroep wordt als gebruik overeenkomstig de bestemming aangemerkt, voorzover dit gebruik ondergeschikt blijft aan de woonfunctie en mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:

  • 1. maximaal 30 % van het vloeroppervlak van de woning en bijgebouwen tot ten hoogste 50 m² wordt gebruikt voor het aan huis verbonden beroep;
  • 2. degene die het aan huis verbonden beroep uitoefent is tevens de bewoner van de woning;
  • 3. het levert geen ernstige c.q. onevenredige hinder op voor het woonmilieu en doet geen afbreuk aan het woonkarakter van de buurt, waarbij in ieder geval geen bedrijvigheid mag plaatsvinden die nadelige gevolgen voor het milieu kan veroorzaken en als zodanig is opgenomen in Bijlage 1, behorende bij het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer, zoals dit van kracht is op het tijdstip van het in ontwerp ter inzage leggen van dit bestemmingsplan;
  • 4. het mag geen zodanig verkeersaantrekkende werking hebben dat ten gevolge daarvan de noodzaak bestaat tot het nemen van aanvullende verkeersmaatregelen, waaronder het realiseren van extra parkeervoorzieningen in de publieke ruimte;
  • 5. het betreft geen activiteiten met een publieksgericht karakter;
  • 6. detailhandel is niet toegestaan.
4.2 Bouwregels
4.2.1 Algemeen

Binnen deze bestemming zijn uitsluitend hoofdgebouwen en daarbij behorende andere gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, toegestaan die ten dienste staan van deze bestemming.

4.2.2 Hoofdgebouwen

Voor hoofdgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. hoofdgebouwen mogen uitsluitend worden gesitueerd binnen het bouwvlak;
  • b. binnen het bouwvlak is ter plaatse van de aanduiding "vrijstaand" maximaal één woning in de bouwwijze "vrijstaand" toegestaan;
  • c. de goot- en bouwhoogte mag niet meer bedragen dan in het bouwvlak, ter plaatse van de aanduiding “maximale goot- en bouwhoogte (m)” is aangegeven;
  • d. de afstand van een hoofdgebouw tot de zijdelingse perceelsgrens mag niet minder dan 3 m bedragen.
4.2.3 Aan- en uitbouwen en bijgebouwen

Voor aan- en uitbouwen en bijgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. aan- en uitbouwen en bijgebouwen mogen zowel binnen als buiten het bouwvlak worden opgericht;
  • b. de goothoogte mag niet meer bedragen dan 3,5 m;
  • c. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 5,5 m;
  • d. de bebouwde oppervlakte van aan- en uitbouwen en bijgebouwen buiten het bouwvlak mag niet meer bedragen dan 70 m², met dien verstande dat het bebouwingspercentage van het bouwperceel niet meer mag bedragen dan 50 %.
4.2.4 Ondergrondse gebouwen

Ondergrondse gebouwen (zoals kelders) zijn slechts toegestaan binnen de gevelvlakken van een gebouw boven peil: buiten de gevelvlakken van een bovengronds gelegen of

geprojecteerd gebouw zijn ondergrondse gebouwen niet toegestaan.

4.2.5 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van vlaggenmasten mag niet meer bedragen dan 6 m;
  • b. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 2 m.
4.3 Specifieke gebruiksregels
4.3.1 Strijdig gebruik

Onder strijdig gebruik in de zin van artikel 7.10 van de Wet ruimtelijke ordening wordt in ieder geval begrepen het gebruiken of laten gebruiken van de gronden en/of opstallen binnen deze bestemming ten behoeve van:

  • a. een aan huis verbonden bedrijf, behoudens ontheffing op grond van 4.4.1;
  • b. zelfstandige bewoning, indien dit plaatsvindt in een vrijstaand bijgebouw;
  • c. detailhandel;
  • d. opslag-, stort- of bergplaats van andere, al dan niet afgedankte voorwerpen, stoffen of producten behoudens voorzover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik;
  • e. het al dan niet ten verkoop opstellen en opslaan van nieuwe of gebruikte, dan wel geheel of ten dele uit gebruikte onderdelen samengestelde motorvoertuigen, aanhangwagens, machines, c.q. onderdelen daarvan.
4.4 Ontheffing van de gebruiksregels
4.4.1 Ontheffing aan huis verbonden bedrijf

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen ten van het bepaalde in 4.3.1 voor het toestaan van aan huis verbonden bedrijven. Deze ontheffing kan uitsluitend worden verleend met inachtneming van de volgende voorwaarden:

  • a. het bebouwingspercentage ten behoeve van het aan huis verbonden bedrijf mag niet meer bedragen dan 30% van de totaal op het bouwperceel toegestane bebouwde oppervlakte, met dien verstande dat de vloeroppervlakte van 50 m2 voor deze functie niet mag worden overschreden;
  • b. het gebruik de woonfunctie ondersteunt; dat wil zeggen dat de gebruiker van de woning ook de bedrijfsmatige activiteit ontplooit;
  • c. het gebruik mag geen ernstige hinder voor het woonmilieu opleveren en mag ook geen afbreuk doen aan het woonkarakter van de wijk of buurt. Dit betekent bijvoorbeeld dat het geen activiteit mag zijn waarvoor een milieuvergunning verplicht is of een meldingsplicht geldt. Ook mag de activiteit geen detailhandel of industriële handelingen inhouden;
  • d. het onbebouwde deel van het bouwperceel mag niet worden gebruikt voor de activiteiten;
  • e. buitenopslag is niet toegestaan;
  • f. detailhandel is niet toegestaan;
  • g. het gebruik mag geen nadelige invloed hebben op de verkeersafwikkeling en de parkeerbalans;
  • h. er mag geen onevenredige verstoring plaatsvinden in de voorzieningenstructuur van het centrum.