Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Kom Puiflijk
Status: ontwerp
Plan identificatie: NL.IMRO.0225.BPpuiflijk-1202

Artikel 27 Algemene wijzigingsregels

27.1 Wijziging Waarde - Archeologie
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemmingen 'Waarde - Archeologie 1', 'Waarde - Archeologie 2', 'Waarde - Archeologie 3' of 'Waarde - Archeologie 4' geheel of gedeeltelijk te doen vervallen of toe te kennen, indien dit op basis van archeologisch onderzoek gewenst is.
27.2 Wijziging ten behoeve van detailhandel of horeca
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen om detailhandel of horeca toe te staan, indien aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
  1. Aangetoond dient te worden dat de wijziging geen nadelige invloed heeft op de afwikkeling van het verkeer en mag geen extra onevenredige toename van de parkeerbehoefte binnen het openbaar gebied veroorzaken.
  2. De landschappelijke, cultuurhistorische en/of architectonische waarden van het gebouw of complex dienen behouden te blijven. Indien aanpassingen aan een gebouw of complex worden gedaan wordt de Commissie voor Ruimtelijke Kwaliteit hierover om advies gevraagd.
  3. De wijziging mag geen onevenredig nadelige gevolgen hebben voor het woon- of leefklimaat en doet geen afbreuk aan het woonkarakter van de wijk of buurt.
  4. De wijziging heeft geen nadelige gevolgen voor de bedrijfsvoering van omliggende (agrarische) bedrijven of voor woningen.
  5. Er bestaan geen milieuhygiënische belemmeringen tegen het gebruik van de voor detailhandel of horeca, waarbij rekening moet worden gehouden met de specifieke omstandigheden, die samenhangen met de betreffende locatie.
  6. Horeca in categorie 4 is niet toegestaan.
27.3 Wijziging ten behoeve van water
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen door de bestemming van de gronden langs de bestemming ‘Water’ te wijzigen in de bestemming ‘Water’, indien aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
  1. De belangen van derden worden niet onevenredig geschaad.
  2. Wijziging is noodzakelijk vanuit waterhuishoudkundig belang.
27.4 Wro-zone wijzigingsgebied
27.4.1 Wijzigingsgebied 1
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ter plaatse van de aanduiding ‘wro-zone – wijzigingsgebied 1’ het plan te wijzigen ten behoeve van de realisering van woningen, indien aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
  1. het aantal woningen mag niet meer bedragen dan 6;
  2. de goot- en bouwhoogte niet meer bedraagt dan 7 m en respectievelijk 10 m;
  3. het parkeren dient plaats te vinden op eigen erf;
  4. de verkaveling en de situering van de gebouwen zal zodanig zijn, dat een goede aansluiting ontstaat op de structuur van de omgeving;
  5. er dient sprake te zijn van een goede ruimtelijke en stedenbouwkundige inpassing;
  6. er mag geen onevenredige afbreuk worden gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
  7. aangetoond dient te worden dat de wijziging geen nadelige invloed heeft op de afwikkeling van het verkeer en de wijziging mag geen extra onevenredige toename van de parkeerbehoefte binnen het openbaar gebied veroorzaken;
  8. de wijziging mag geen onevenredig nadelige gevolgen hebben voor het woon- of leefklimaat en doet geen afbreuk aan het woonkarakter van de wijk of buurt;
  9. de wijziging heeft geen nadelige gevolgen voor de bedrijfsvoering van omliggende (agrarische) bedrijven of voor woningen;
  10. er bestaan geen milieuhygiënische belemmeringen;
  11. de woningbouw dient te passen binnen het gemeentelijke volkshuisvestingsbeleid.
27.4.2 Wijzigingsgebied 2
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ter plaatse van de aanduiding ‘wro-zone – wijzigingsgebied 2’ het plan te wijzigen ten behoeve van de realisering van woningen, indien aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
  1. het aantal woningen bedraagt ten hoogste 3;
  2. uitsluitende vrijstaande woningen mogen worden gerealiseerd;
  3. de woningen mogen uitsluitend met een kap worden afgedekt;
  4. de goot- en bouwhoogte niet meer bedraagt dan 5 m en respectievelijk 8 m;
  5. het parkeren dient plaats te vinden op eigen erf;
  6. de verkaveling en de situering van de gebouwen zal zodanig zijn, dat een goede aansluiting ontstaat op de structuur van de omgeving;
  7. er dient sprake te zijn van een goede landschappelijke, ruimtelijke en stedenbouwkundige inpassing;
  8. aanvullende archeologisch onderzoek is verricht;
  9. er mag geen onevenredige afbreuk worden gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.