Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Kom Puiflijk
Status: ontwerp
Plan identificatie: NL.IMRO.0225.BPpuiflijk-1202

2.2 Provinciaal beleid

2.2.1 Structuurvisie 'Streekplan Gelderland 2005'
Het 'Streekplan Gelderland 2005' is door de Provinciale Staten van Gelderland op 29 juni 2005 vastgesteld en geeft de beleidskaders aan voor de ruimtelijke ontwikkeling in de komende tien jaar. Dit streekplan voorziet in een integrale herziening van het vigerende ruimtelijke beleid van de provincie Gelderland (streekplan Gelderland 1996 en de daaropvolgende partiële herzieningen). Het plan is er op gericht de verschillende functies in regionaal verband een zodanige plek te geven dat de ruimtelijke kwaliteiten worden versterkt en dat er zuinig en zorgvuldig met de ruimte wordt omgegaan. Om de afstemming met regionale ontwikkelingen te optimaliseren, is dit streekplan mede gebaseerd op regionale structuurvisies die zijn aangeleverd door de Gelderse regio's. Het streekplan is een kaderscheppend plan voor diverse uitwerkingen. Met de inwerkingtreding van de Wro op 1 juli 2008 heeft het streekplan Gelderland 2005 de status van structuurvisie gekregen.  Dat betekent dat de inhoud van het streekplan voor de provincie de basis blijft voor haar eigen optreden in de ruimtelijke ordening. De provincie heeft haar ruimtelijke visie tot 2015 vastgelegd op de streekplankaart.
 
De hoofddoelstelling van het Gelders ruimtelijk beleid voor de periode 2005-2015 is om de ruimtebehoefte zorgvuldig in regionaal verband te accommoderen. Hierbij wordt bevorderd dat publieke (rijk, provincie, gemeenten, waterschappen) en private partijen deze benodigde ruimte vinden, op een wijze die meervoudig ruimtegebruik stimuleert, duurzaam is en de regionale verscheidenheid versterkt. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de aanwezige identiteiten en ruimtelijke kenmerken binnen het gebied.
 
Het plangebied is in de structuurvisie aangemerkt als overig bebouwd gebied. In en bij deze bebouwde gebieden moet de regionale behoefte aan ‘dorps’ wonen geaccommodeerd kunnen worden, waarbij wordt gestimuleerd dat met dit ruimtelijke programma tegelijk wordt geïnvesteerd in de ontwikkeling van de groene en recreatieve omgevingskwaliteit.
       
Conclusie
Dit bestemmingsplan voorziet in een actualisatie van de juridische regeling voor het huidige bebouwde gebied. Hiermee treden er geen planologische veranderingen op. Met het bestendigen van het huidige bebouwde gebied is het bestemmingsplan in overeenstemming met het provinciale beleid.    
2.2.2 Provinciale verordening
De provinciale Ruimtelijke Verordening volgt uit de Wet ruimtelijke ordening. Deze wet geeft de provincie de bevoegdheid om algemene regels vast te leggen in een provinciale verordening. Met een ruimtelijke verordening stelt de provincie regels aan de bestemmingsplannen van gemeenten.
 
Gedeputeerde Staten hebben op 15 december 2010 de 'Ruimtelijke Verordening Gelderland' vastgesteld. De Verordening is in werking getreden op 22 januari 2011. De Ruimtelijke Verordening is gebaseerd op vastgestelde ruimtelijk beleid, zoals het ‘Streekplan Gelderland 2005’. De Verordening vormt derhalve een vertaling van reeds vastgesteld ruimtelijk beleid. 
 
Het plangebied van Puiflijk is in de Verordening aangeduid als ‘overig bebouwd gebied’. Het bestemmingsplan zoals dat nu voorligt legt de bestaande bebouwde situatie vast. Daarmee is dit bestemmingsplan in overeenstemming met de Provinciale Verordening.
2.2.3 Kwalitatief woonprogramma 2010-2019
In dit programma zijn afspraken vastgelegd over de ontwikkeling van het woningaanbod in Gelderland voor de periode 2010-2019. Het programma is vastgesteld door Gedeputeerde Staten van Gelderland op 12 januari 2010. Het Kwalitatief Woonprogramma (KWP) heeft als doel het woningaanbod op regionaal niveau, zowel kwantitatief als kwalitatief, zo goed mogelijk af te stemmen op de behoefte aan woningen. Het KWP 2010-2019 beschrijft per regio de programmatische opgave op basis van de geconstateerde regionale woningbehoefte en is daarmee het richtpunt voor woningbouwbeleid van gemeenten in de regio.
De gemeenten en de woningcorporaties hebben de taak, in regionaal verband, de regionale woonopgave te realiseren. De regionale afstemming van de lokale woonprogramma’s, met het provinciale referentiekader voor de regio als richtpunt, heeft plaatsgevonden in het kader van het KWP.
 
Voor Druten geldt het afsprakenkader regio Rivierenland. Voor deze regio blijkt dat de gezamenlijke woningbouwprogramma’s van de gemeenten, van 19.900 woningen, een overprogrammering aan nieuwbouw laat zien. De economische crisis heeft geleidt tot een stagnatie. Echter, omdat de woningbouw processen van meerdere jaren omvatten betekent het stagneren van nieuwbouw ook een effect voor vele jaren. Om te zorgen dat de stagnatie zo min mogelijk effect voor de middellange en lange termijn heeft moet gestreefd worden naar continuïteit in de bouw. Hiervoor maakt de provincie afspraken met de gemeenten en woningcorporaties om een minimumgarantie aan woningbouw veilig te stellen. In totaal worden in de periode 2010 - 2019 in de regio Rivierenland , inclusief 30% planuitval, 11.515 woningen (excl. gemeente Tiel) toegevoegd. Op lokaal niveau wordt het woningbouwprogramma doorvertaald in een Lokaal Kwalitatief Woonprogramma.