direct naar inhoud van Artikel 15 Wonen - 1
Plan: Achthuizen-Langstraat-Zuidzijde
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0580.OFLAchthLstrZz10-BP20

Artikel 15 Wonen - 1

15.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen-1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. het wonen met aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'garage': uitsluitend garages en bergplaatsen ten behoeve van de woningen;
  • c. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals erven, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen, tuinen en water.

15.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

15.2.1 Hoofdgebouwen
  • a. de goothoogte van hoofdgebouwen bedraagt ten hoogste de met de aanduiding 'maximale goothoogte (m)' aangegeven goothoogte;
  • b. de bouwhoogte van hoofdgebouwen bedraagt ten hoogste de met de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' aangegeven bouwhoogte;
  • c. het maximumaantal woningen bedraagt ten hoogste de met de aanduiding 'maximumaantal wooneenheden' aangegeven aantal woningen;
  • d. de inhoud van de woningen bedraagt, inclusief aan- en uitbouwen, ten hoogste 500 m³;
  • e. in afwijking van het bepaalde onder d mag, indien de bestaande inhoud ten tijde van de tervisielegging van het plan reeds meer bedraagt dan 500 m³, de bestaande inhoud als maximum worden aangehouden vermeerderd met een uitbreiding van ten hoogste 50 m³;
  • f. de afstand van hoofdgebouwen tot de as van de weg mag niet minder dan 4,5 m en niet meer dan 6,5 m bedragen;
  • g. de hoofdgebouwen dienen te worden afgedekt met een kap waarvan de helling tussen de 25° en 55° bedraagt.

15.2.2 Aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen
  • a. aan- en uitbouwen en bijgebouwen dienen achter de voorgevel van het hoofdgebouw en voorts in of op een afstand van ten minste 1 m van perceelsgrenzen te worden gebouwd;
  • b. de goothoogte van aan- en uitbouwen bedraagt ten hoogste de hoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw vermeerderd met 0,25 m;
  • c. de goot- en bouwhoogte van bijgebouwen en overkappingen bedraagt ten hoogste 3 m respectievelijk 5,5 m;
  • d. de gezamenlijk oppervlakte van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bedraagt ten hoogste 50% van het zij- en achtererf met een maximum van 50 m²;
  • e. de afstand van bijgebouwen tot het hoofdgebouw bedraagt ten hoogste 15 m;
  • f. in afwijking van het bepaalde onder d bedraagt ter plaatse van de aanduiding 'garages' de maximale oppervlakte per garage 25 m²;
  • g. de goot- en bouwhoogte van garages zoals bedoeld onder f bedraagt ten hoogste 3 m respectievelijk 5,5 m.

15.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
  • a. de bouwhoogte van erfafscheidingen gelegen voor de voorgevel van het hoofdgebouw, of het verlengde hiervan, bedraagt ten hoogste 1 m;
  • b. de bouwhoogte van erfafscheidingen elders bedraagt ten hoogste 2 m;
  • c. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste 3 m.

15.3 Afwijken van de bouwregels
15.3.1 Afwijken bouwregels hoofdgebouwen

Het bevoegd gezag kan afwijken van de volgende bepalingen:

  • a. lid 15.2.1 onder a voor het toestaan vaneen hogere goothoogte, met dien verstande dat de goothoogte niet meer mag bedragen dan 5,5 m;
  • b. lid 15.2.1 onder c voor het toestaan van het dubbele aantal woningen, met dien verstande dat de woningen gestapeld worden gebouwd;
  • c. lid 15.2.1 onder e voor het toestaan van een andere dakvorm.

Afwijken is uitsluitend mogelijk indien de landschappelijke en/of stedenbouwkundige waarden van het plangebied niet in onevenredige mate worden geschaad.

15.3.2 Afwijken oppervlakte aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen

Het bevoegd gezag kan afwijken van het bepaalde in 15.2.2 onder d voor het vergroten van het toegestane oppervlakte aan aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen, met dien verstande dat:

  • a. het totale bebouwingspercentage ten hoogste 60% van het bouwperceel tot een maximum van 75 m2 bedraagt;
  • b. het gebruik aan oppervlakte voor kantoor- en praktijkruimte ten behoeve van een aan huis gebonden beroep niet groter is dan 50 m2;
  • c. de bebouwing qua volume en oppervlakte ondergeschikt dient te zijn aan het hoofdgebouw op het perceel.
15.4 Specifieke gebruiksregels

De vloeroppervlakte ten behoeve van aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten bedraagt ten hoogste 25% van de vloeroppervlakte van de betrokken woning met een maximum van 40 m².