direct naar inhoud van Artikel 13 Cultuur en ontspanning
Plan: Buitengebied Peel en Maas
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1894.BPL0048-VG03

Artikel 13 Cultuur en ontspanning

13.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Cultuur en ontspanning' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. een seksinrichting, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'seksinrichting';

met daaraan ondergeschikt:

  • b. horeca van categorie 1 en 2 ten behoeve van de seksinrichting;
  • c. groenvoorzieningen;
  • d. paardrijbakken ten behoeve van het hobbymatig houden van paarden;
  • e. tuinen, erven en terreinen;
  • f. paden, wegen, ontsluitings- en parkeervoorzieningen;
  • g. boven- en/of ondergrondse waterhuishoudkundige voorzieningen.
13.2 Bouwregels
13.2.1 Algemeen

Op de voor 'Cultuur en ontspanning' aangewezen gronden mogen uitsluitend ten behoeve van de in artikel 13.1 genoemde bestemming worden gebouwd:

  • a. gebouwen;
  • b. bijbehorende bouwwerken;
  • c. bouwwerken, geen gebouw zijnde.
13.2.2 Regels ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak'

Voor het bouwen ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' gelden de volgende regels:

  • a. per bouwvlak is maximaal één voorziening ten behoeve van cultuur en ontspanning toegestaan;
  • b. gebouwen en bijbehorende bouwwerken mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd.
  • c. de oppervlakte van de bedrijfsgebouwen en bijbehorende bouwwerken bedraagt maximaal de ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwd oppervlak' aangeduide bebouwde oppervlakte;
  • d. voor het overige moet worden voldaan aan het bepaalde in artikel 13.2.3 en 13.2.4.
13.2.3 Bedrijfsgebouwen

Voor het bouwen van bedrijfsgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. bedrijfsgebouwen mogen uitsluitend in het bouwvlak worden gebouwd;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning uitgesloten' is geen bedrijfswoning toegestaan;
  • c. de voorgevel van de bedrijfsgebouwen dient te worden gebouwd in of achter de bestaande voorgevelrooilijn;
  • d. de afstand van bedrijfsgebouwen tot de bestemmingsvlakgrens bedraagt minimaal 5 meter;
  • e. de goot- en bouwhoogte van bedrijfsgebouwen bedraagt respectievelijk maximaal 6 en 11 meter;
13.2.4 Bouwwerken, geen gebouw zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken geen gebouw zijnde gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde bedraagt maximaal 12 meter, met uitzondering van:
    • 1. erf- en terreinafscheidingen voor de voorgevelrooilijn, waarvan de bouwhoogte maximaal 1 meter bedraagt en achter de voorgevelrooilijn, waarvan de bouwhoogte maximaal 2 meter bedraagt;
    • 2. luifels, waarvan de hoogte maximaal 7 meter bedraagt;
    • 3. vlaggen, reclame en lichtmasten, waarvan de hoogte maximaal 10 meter bedraagt.
13.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing en aan de inrichting van het bestemmingsvlak:

  • a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  • b. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
  • c. ter waarborging van een goede landschappelijke inpassing.
13.4 Specifieke gebruiksregels
13.4.1 Strijdig gebruik

Onder gebruiken of het laten gebruiken in strijd met de bestemming wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als:

  • a. detailhandel;
  • b. geluidszoneringsplichtige en risicovolle inrichtingen;
  • c. verblijfsrecreatie;
  • d. evenementen;
  • e. permanente of tijdelijke bewoning van gebouwen;
  • f. opslag van goederen en materialen buiten het bouwvlak;
  • g. buitenopslag voor de voorgevelrooilijn.