direct naar inhoud van Artikel 29 Waarde - Cultuurhistorie
Plan: Kern Baarlo
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1894.BPL0069-VG01

Artikel 29 Waarde - Cultuurhistorie

29.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Cultuurhistorie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud van ter plaatse bestaande cultuurhistorische en oudheidkundig waardevolle elementen (monumenten en karakteristieke bebouwing), patronen (beplantingspatronen, verkavelingen, wegenpatronen, het stedenbouwkundig beeld) en gebieden, met ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - rijksmonument' de monumenten, zoals vastgelegd in bijlage 3.

29.2 Bouwregels
29.2.1 Algemeen

Op de voor 'Waarde - Cultuurhistorie' aangewezen grond mag ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - rijksmonument' en ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek' slechts worden gebouwd indien en voor zover dit nodig is voor het behoud en/of herstel van de bestaande bebouwing, met dien verstande dat:

  • a. bebouwing mogelijk is krachtens de onderliggende bestemming;
  • b. geen wezenlijke veranderingen worden aangebracht in het stedenbouwkundige beeld, bepaald door kapvorm, hoogtematen, gevel- en raamindeling.

29.2.2 Uitzonderingen

Het bepaalde in artikel 29.2.1 is niet van toepassing op:

  • a. normale onderhoudswerkzaamheden;
  • b. bouwwerken, welke op het tijdstip van het inwerkingtreden van het plan in uitvoering zijn dan wel krachtens een voor dat tijdstip verleende (omgevings)vergunning mogen worden uitgevoerd.


29.3 Afwijken van de bouwregels
29.3.1 Afwijken van de bouwregels ten behoeve van het bouwen van gebouwen

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 29.2.1 ten behoeve van het bouwen van gebouwen overeenkomstig de onderliggende bestemming(en), met dien verstande dat:

  • a. dit verenigbaar is met behoud, herstel en/of versterking van de cultuurhistorische waarden en kwaliteiten van de bestaande bebouwing;
  • b. dit conform advies van de Monumentencommissie of een daarvoor in de plaats tredende commissie, niet leidt tot een wezenlijke verandering van de aanwezige cultuurhistorische waarden en kwaliteiten.

29.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
29.4.1 Vergunningplicht

Het is verboden op of in de voor 'Waarde - Cultuurhistorie' aangewezen gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerk zijnde en/of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. veranderingen aan te brengen in het aanwezige verkavelingspatroon;
  • b. geheel of gedeeltelijk het planten of rooien van bomen, bosschages, houtwallen en singels;
  • c. geheel of gedeeltelijk dempen/graven van watergangen;
  • d. aanbrengen van verhardingen.

29.4.2 Uitzonderingen

Het bepaalde in artikel 29.4.1 is niet van toepassing op:

  • a. normale onderhoudswerkzaamheden;
  • b. werken of werkzaamheden in het kader van het normale bodemgebruik;
  • c. werken of werkzaamheden, welke op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan in uitvoering zijn dan wel krachtens een voor dat tijdstip verleende (omgevings)vergunning mogen worden uitgevoerd.

29.4.3 Toepassingscriteria

De werken of werkzaamheden als bedoeld in artikel 29.4.1 zijn slechts toelaatbaar indien de in artikel 29.1 genoemde waarden en doeleinden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast dan wel de mogelijkheden voor herstel van de bedoelde waarden niet wezenlijk worden of kunnen worden verkleind.

29.4.4 Voorschriften omgevingsvergunning

Het bevoegd gezag kan aan de in artikel 29.4.1 genoemde vergunning voorwaarden verbinden ter bescherming van de cultuurhistorische waarden van het gebied.

29.5 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
29.5.1 Vergunningplicht

Het is verboden op of in de voor 'Waarde - Cultuurhistorie' aangewezen gronden ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de op de gronden aanwezige karakteristieke bebouwing geheel of gedeeltelijk te slopen.

29.5.2 Uitzonderingen

Het bepaalde in artikel 29.5.1 is niet van toepassing op:

  • a. normale onderhoudswerkzaamheden;
  • b. bouwwerken, welke op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan in uitvoering zijn dan wel krachtens een voor dat tijdstip verleende (omgevings)vergunning mogen worden uitgevoerd.

29.5.3 Toepassingscriteria

De werken of werkzaamheden als bedoeld in artikel 29.5.1 zijn slechts toelaatbaar indien door die werken of werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct hetzij indirect te verwachten gevolgen de in artikel 30.1 genoemde waarden en doeleinden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast dan wel de mogelijkheden voor herstel van de bedoelde waarden niet wezenlijk worden of kunnen worden verkleind.

29.5.4 Voorwaarden voor (gedeeltelijk) slopen cultuurhistorisch waardevol pand

De in artikel 29.5.1 genoemde vergunning kan slechts worden verleend mits:

  • a. de karakteristieke hoofdvorm dan wel de cultuurhistorische waarde niet langer aanwezig is en niet zonder ingrijpende wijziging aan het pand kan worden hersteld;
  • b. de karakteristieke hoofdvorm dan wel de cultuurhistorische waarde in redelijkheid niet is te handhaven;
  • c. het delen van panden of bijbehorende bouwwerken betreft, die op zichzelf niet als karakteristiek dan wel cultuurhistorisch waardevol vallen aan te merken, en door sloop daarvan geen onevenredige aantasting van de karakteristieke hoofdvorm dan wel de cultuurhistorische waarde plaatsvindt;
  • d. advies wordt ingewonnen bij de Monumentencommissie of een daarvoor in de plaats tredende commissie.