direct naar inhoud van Artikel 30 Wonen - 3
Plan: Buitengebied Peel en Maas
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1894.BPL0048-VG01

Artikel 30 Wonen - 3

30.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen - 3' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen;

met daaraan ondergeschikt:

  • b. groenvoorzieningen;
  • c. tuinen, erven en terreinen;
  • d. paden, wegen, ontsluitings- en parkeervoorzieningen;
  • e. boven- en/of ondergrondse waterhuishoudkundige voorzieningen.
30.2 Bouwregels
30.2.1 Algemeen

Op de voor 'Wonen - 3' aangewezen gronden mogen uitsluitend ten behoeve van de in artikel 30.1 genoemde bestemming worden gebouwd:

  • a. hoofdgebouwen in de vorm van woningen;
  • b. bijbehorende bouwwerken;
  • c. bouwwerken, geen gebouw zijnde.
30.2.2 Regels ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak'

Voor het bouwen ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' gelden de volgende regels:

  • a. gebouwen, de woning, bijbehorende bouwwerken en bouwwerken, geen gebouw zijnde mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd;
  • b. voor het overige wordt voldaan aan het bepaalde in artikel 30.2.3 en 30.2.4.
30.2.3 Woning en bijbehorende bouwwerken

Voor het bouwen van woningen en bijbehorende bouwwerken gelden de volgende regels:

  • a. per bouwvlak zijn maximaal de bestaande woningen toegestaan;
  • b. de maximum bebouwingsoppervlakte per woning bedraagt 70 m²;
  • c. per woning is een bijbehorend bouwwerken toegestaan in de vorm van een berging met een oppervlakte van maximaal 9 m²;
  • d. de bouwhoogte van de woning bedraagt maximaal 6 meter;
  • e. de bouwhoogte van de bijbehorende bouwwerken bedraagt maximaal 3 meter.
30.2.4 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouw zijnde, gelden de volgende bepalingen:

  • a. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde bedraagt maximaal 12 meter, met uitzondering van:
    • 1. erf- en terreinafscheidingen voor de voorgevelrooilijn, waarvan de bouwhoogte maximaal 1 meter bedraagt en achter de voorgevelrooilijn, waarvan de bouwhoogte maximaal 2 meter bedraagt;
    • 2. lichtmasten rond een paardrijbak, waarvan de bouwhoogte maximaal 8 meter bedraagt;
  • a. het bouwen van overkappingen aan de achter- of zijgevel bij de woning is toegestaan, mits de oppervlakte maximaal 30 m² bedraagt.
30.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing en aan de inrichting van het bestemmingsvlak:

  • a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  • b. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
  • c. ter waarborging van een goede landschappelijke inpassing.
30.4 Specifieke gebruiksregels
30.4.1 Strijdig gebruik

Onder gebruiken of het laten gebruiken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als:

  • a. geluidszoneringsplichtige en risicovolle inrichtingen;
  • b. kamerverhuur;
  • c. kampeer;
  • d. woningsplitsing;
  • e. detailhandel;
  • f. evenementen;
  • g. bewoning van vrijstaande bijbehorende bouwwerken en gebouwen, geen woning zijnde;
  • h. opslag van goederen en materialen buiten het bouwvlak;
  • i. buitenopslag voor de voorgevelrooilijn.