direct naar inhoud van Artikel 14 Algemene vrijstellingsbepalingen
Plan: Oldelamer
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0098020107870202-

Artikel 14 Algemene vrijstellingsbepalingen

 

14. 1. 1. Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van:

a.    de bij recht in de voorschriften gegeven maten, afmetingen, per­centages tot niet meer dan 10% van die maten, afmetingen en percentages;

b.    de bestemmingsbepalingen en toestaan dat het beloop of het profiel van wegen of de aansluiting van wegen onderling in ge­ringe mate wordt aangepast, indien de verkeersveiligheid en/of -intensiteit daartoe aanleiding geven;

c.    de bestemmingsbepalingen en toestaan dat bouwgrenzen wor­den overschreden, indien een meetverschil daartoe aan­leiding geeft;

d.    de bestemmingsbepalingen ten aanzien van de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en toestaan dat de bouwhoogte van de bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wordt vergroot tot niet meer dan 10 m;

e.    het bepaalde ten aanzien van de maximale (bouw)hoogte van gebouwen en toestaan dat de (bouw)hoogte van de gebouwen ten behoeve van plaatselijke verhogingen, zoals schoorste­nen, luchtkokers, liftkokers en lichtkappen, mits:

1.    de oppervlakte van de vergroting niet meer dan 6 m² be­draagt;

2.    de bouwhoogte niet meer dan 1,25 maal de maximale (bouw)hoogte van het betreffende gebouw bedraagt.

14. 1. 2. De in 14.1.1 bedoelde vrijstelling kan slechts worden ver­leend, indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:

a.    het straat- en bebouwingsbeeld;

b.    de woonsituatie;

c.    de milieusituatie;

d.    de verkeersveiligheid;

e.    de sociale en/of externe veiligheid;

f.     de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.

14. 1. 3. Bij gebruikmaking van de vrijstellingsbevoegdheid is de in 15.1.2. opgenomen procedure van toepassing.

 

 

11.0pt;mso-fareast-font-family:Arial;mso-bidi-font-family:Arial'>b.    de woonsituatie;

c.    de milieusituatie;

d.    de verkeersveiligheid;

e.    de sociale en/of externe veiligheid;

f.     de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.

14. 1. 3. Bij gebruikmaking van de vrijstellingsbevoegdheid is de in 15.1.2. opgenomen procedure van toepassing.