Plan: | Anloo Dorp |
---|---|
Status: | ontwerp |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1680.ANL-OB01 |
Burgemeester en wethouders kunnen, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de archeologische waarden, het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de sociale veiligheid, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, het plan wijzigen in die zin dat:
a. de bestemmingen ‘Agrarisch - Bedrijf’, ‘Bedrijf’ en/of ‘Bedrijf - Agrarisch loonbedrijf’ worden gewijzigd in de bestemmingen ‘Wonen - 1’ of ‘Wonen - 3’ mits:
1. de uiterlijke verschijningsvorm van de oorspronkelijke bebouwing gehandhaafd blijft;
2. de woonfunctie geen onevenredige afbreuk doet aan de ontwikkelingsmogelijkheden van functies in de omgeving, met name niet aan die van naburige (agrarische) bedrijven;
3. de geluidsbelasting van geluidsgevoelige objecten niet hoger zal zijn dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde, of een vastgestelde hogere waarde;
4. voorafgaand aan de ontwikkeling van het gebied in een vroegtijdig stadium overleg zal worden gepleegd met het waterschap;
5. na toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid voor de betreffende gronden de regels van artikel 14 of 16 van toepassing zijn;
b. de bestemming ‘Groen’ en ‘Verkeer - Verblijf’ wordt gewijzigd in de bestemmingen ‘Wonen - 1’, ‘Wonen - 2’ en/of ‘Wonen - Woongebouw’, mits:
1. deze wijzigingsbevoegdheid uitsluitend wordt toegepast ter plaatse van de aanduiding ‘wro-zone - wijzigingsgebied 1’;
2. voldaan wordt aan de eisen die gelden met betrekking tot externe veiligheid, er mogen geen (beperkt) kwetsbare objecten binnen de 10-6-contour worden gerealiseerd;
3. voorafgaand aan de ontwikkeling van het gebied in een vroegtijdig stadium overleg zal worden gepleegd met het waterschap;
4. er een goede landschappelijke inpassing langs de rand van het betreffende gebied plaats vindt;
5. de geluidsbelasting van geluidsgevoelige objecten niet hoger zal zijn dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde, of een vastgestelde hogere grenswaarde;
6. na toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid voor de betreffende gronden de regels van respectievelijk artikel 14, artikel 15 of de in bijlage 2 opgenomen regels van toepassing zijn;
c. de bestemming ‘Agrarisch - Cultuurgrond’ wordt gewijzigd in de bestemming ‘Bedrijf’, mits:
1. deze wijzigingsbevoegdheid uitsluitend wordt toegepast ter plaatse van de aanduiding ‘wro-zone - wijzigingsgebied 2’;
2. het maximum bebouwd oppervlak ten hoogste 100 m² zal bedragen;
3. een goede ruimtelijke en stedenbouwkundige inpassing wordt gerealiseerd, waarbij wordt aangesloten op de ruimtelijke structuur en de kwaliteiten van de omgeving;
4. de te realiseren bebouwing is gericht op de Lunsenhof;
5. ecologisch onderzoek wordt uitgevoerd dat aan kan tonen dat de ruimtelijke ontwikkeling vanuit ecologisch oogpunt acceptabel is;
6. voorafgaand aan de ontwikkeling van het gebied in een vroegtijdig stadium overleg zal worden gepleegd met het waterschap;
7. na toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid de regels van artikel 5 van toepassing zijn, met dien verstande dat:
- per bedrijf ten hoogste één bedrijfswoning wordt toegestaan;
- de goot- en bouwhoogte van gebouwen zal aansluiten op de omgeving;
d. de ligging van de bestemmingen ‘Groen’ en ‘Verkeer’ onderling worden gewijzigd, mits:
- deze wijzigingsbevoegdheid uitsluitend wordt toegepast ter plaatse van de aanduiding ‘wro-zone - wijzigingsgebied 3’;
e. de dubbelbestemming ‘Waarde - Archeologie 1’ of ‘Waarde - Archeologie 2’ wordt verwijderd, indien:
1. uit nader onderzoek is gebleken dat ter plaatse geen archeologische waarden aanwezig zijn;
2. het niet meer noodzakelijk wordt geacht dat het bestemmingsplan voorziet in bescherming van deze waarden;
f. de dubbelbestemming ‘Waarde - Archeologie 1’ of ‘Waarde - Archeologie 2’ wordt aangebracht, indien uit nader onderzoek is gebleken dat ter plaatse archeologische waarden aanwezig (kunnen) zijn.
g. de dubbelbestemming ‘Waarde - Beschermwaardig houtopstand’ wordt verwijderd, mits:
- deze wijzigingsbevoegdheid uitsluitend wordt toegepast indien de beschermwaardige houtopstand niet meer aanwezig is.