HOOFDSTUK 1 Inleidende regels
Artikel 1 Begrippen
In deze regels wordt verstaan onder:
a. plan:
het bestemmingsplan verblijfsaccommodatie Hunzeweg 1 Gieterveen van de gemeente Aa en Hunze;
b. bestemmingsplan:
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.1680.BUIHUNZEWEG1GTV-VB01 met de bijbehorende regels;
c. aanbouw:
een gebouw dat als afzonderlijke ruimte is aangebouwd aan een hoofdgebouw waarmee het in directe verbinding staat, welk gebouw kan worden onderscheiden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
d. aanduiding:
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
e. aanduidingsgrens:
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
f. aan huis verbonden beroep of bedrijf:
een beroep of bedrijf aan huis dat op kleine schaal in een woning wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en de desbetreffende beroeps- of bedrijfsuitoefening een ruimtelijke uitstraling heeft die in overeenstemming is met de woonfunctie ter plaatse. Onder een aan huis verbonden beroep of bedrijf wordt in geen geval verstaan het exploiteren van een seksinrichting in welke vorm dan ook;
g. bebouwing:
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
h. bestaand:
1. het gebruik dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig is en/of bebouwing die op dat tijdstip aanwezig of in uitvoering is, dan wel kan worden gebouwd krachtens een omgevingsvergunning;
2. het onder 1 bedoelde geldt niet voorzover sprake was van strijd met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder mede begrepen het overgangsrecht van het bestemmingsplan of andere planologische toestemming;
i. bestemmingsgrens:
de grens van een bestemmingsvlak;
j. bestemmingsvlak:
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
k. bijgebouw:
een opzichzelfstaand, al dan niet vrijstaand gebouw dat door de vorm kan worden onderscheiden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
l. bouwen:
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;
m. bouwgrens:
de grens van een bouwvlak;
n. bouwlaag:
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder;
o. bouwperceel:
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
p. bouwperceelgrens:
een grens van een bouwperceel;
q. bouwvlak:
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten;
r. bouwwerk:
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, welke hetzij direct of indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
s. dak:
elke bovenbeëindiging van een gebouw;
t. detailhandel:
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
u. dienstverlenend bedrijf en/of dienstverlenende instelling:
een bedrijf of instelling waarvan de werkzaamheden bestaan uit het verlenen van economische en maatschappelijke diensten aan derden;
v. eerste bouwlaag:
de bouwlaag op de begane grond;
w. gebouw:
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
x. geluidszoneringsplichtige inrichting:
een inrichting, bij welke ingevolge de Wet geluidhinder rondom het terrein van vestiging in een bestemmingsplan een geluidszone moet worden vastgesteld;
y. groepsaccommodatie:
een gebouw bestemd voor recreatief nachtverblijf voor een groep of groepen van personen, die hun hoofdverblijf elders hebben en waarbij wordt overnacht in gemeenschappelijke zalen en/of kamers;
z. hoofdgebouw:
een gebouw dat, gelet op de bestemming, als het belangrijkste bouwwerk op een bouwperceel kan worden aangemerkt;
aa. kampeermiddel:
1. een tent(huisje), een tentwagen, een kampeerauto of een caravan;
2. enig ander onderkomen of enig ander voertuig of gewezen voertuig of gedeelte daarvan, voorzover geen bouwwerk zijnde;
geen kampeermiddel zijn vaartuigen, woonwagens in de zin van de Woningwet, tenten in gebruik voor het houden van bijeenkomsten, tentoonstellingen of voorstellingen, en voertuigen in gebruik als directiekeet;
bb. karakteristiek gebouw:
een gebouw, dat vanwege haar cultuurhistorie of architectuur opvalt en waarvan het beleid is om de verschijningsvorm te behouden bij verandering of uitbreiding;
cc. maatschappelijke voorzieningen:
educatieve, sociaal-medische, sociaal-culturele, levensbeschouwelijke voorzieningen en voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening, alsook ondergeschikte horeca ten dienste van deze voorzieningen;
dd. overkapping:
elk bouwwerk, geen gebouw zijnde, dat een overdekte ruimte vormt zonder, dan wel met ten hoogste één wand;
ee. peil:
1. voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst: de hoogte van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang;
2. voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst: de hoogte van het terrein ter plaatse van die hoofdtoegang bij voltooiing van de bouw.
ff. risicovolle inrichting:
een inrichting, bij welke ingevolge het Besluit externe veiligheid inrichtingen een grenswaarde, een richtwaarde voor het risico c.q. een risicoafstand moet worden aangehouden bij het in het bestemmingsplan toelaten van kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten;
gg. uitbouw:
een gebouw dat als vergroting van een bestaande ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw, welk gebouw door de vorm kan worden onderscheiden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
hh. weg:
alle voor het openbaar rijverkeer of ander verkeer openstaande wegen of paden, daaronder begrepen de daarin gelegen bruggen en duikers, de tot de wegen of paden behorende bermen en zijkanten, alsmede de aan de weg liggende parkeergelegenheden;
ii. woning:
een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden.
Artikel 2 Wijze van meten
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
a. dakhelling:
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;
b. de goothoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot c.q. de druiplijn, het boeibord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
c. de inhoud van een bouwwerk:
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
d. de bouwhoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
e. de oppervlakte van een bouwwerk:
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
f. de afstand tot de zijdelingse perceelgrens:
de kortste afstand vanaf enig punt van een gebouw tot de zijdelingse perceelgrens.
HOOFDSTUK 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Recreatie - Verblijfsrecreatie
3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor ‘recreatie – verblijfsrecreatie’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a. verblijfsrecreatie in de vorm van een groepsaccommodatie;
b. een woonhuis, al dan niet in combinatie met ruimte voor een aan huis verbonden beroep of bedrijf, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘wonen’;
c. aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen;
waarbij ter plaatse van de aanduiding ‘karakteristiek’ de instandhouding van de bestaande karakteristieke hoofdvorm wordt nagestreefd;
met daaraan ondergeschikt:
d. groenvoorzieningen;
e. speelvoorzieningen;
f. paden;
g. water;
met daarbij behorende:
h. parkeervoorzieningen
i. tuinen en erven;
j. overige bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde.
3.2 Bouwregels
3.2.1 Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:
a. als hoofdgebouw mag uitsluitend een groepsaccommodatie of een woonhuis worden gebouwd;
b. een hoofdgebouw zal binnen een bouwvlak worden gebouwd;
c. het aantal hoofdgebouwen binnen een bouwvlak zal ten hoogste één bedragen;
d. een hoofdgebouw zal vrijstaand worden gebouwd;
e. de afstand van een hoofdgebouw tot de zijdelingse perceelgrens zal ten minste 3 m bedragen, tenzij de bestaande afstand kleiner is, in welk geval de bestaande afstand als minimale afstand geldt;
f. de goothoogte van een hoofdgebouw zal ten hoogste 4 m bedragen;
g. de bouwhoogte van een hoofdgebouw zal ten hoogste 8 m bedragen;
h. de dakhelling van een hoofdgebouw zal ten minste 30º bedragen;
i. de dakhelling van een hoofdgebouw zal ten hoogste 60º bedragen.
3.2.2 Voor het bouwen van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen gelden de volgende regels:
a. aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen zullen ten minste 3 m achter de naar de weg gekeerde gevel(s) van het hoofdgebouw, dan wel het verlengde daarvan worden gebouwd;
b. de aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen zullen ten minste 1 m vanaf de zijdelingse perceelgrens, dan wel op de zijdelingse perceelgrens worden gebouwd;
c. de gezamenlijke oppervlakte van de aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bij een hoofdgebouw zal ten hoogste 50 m² bedragen, met dien verstande dat:
- de gezamenlijke oppervlakte van de aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen ten hoogste 50% van de oppervlakte van het bouwperceel, voorzover gelegen achter de naar de weg gekeerde gevel(s) van het hoofdgebouw en verminderd met de oppervlakte van het hoofdgebouw, zal bedragen;
d. de goothoogte van een aan- of uitbouw, een aangebouwd bijgebouw of een aan het hoofdgebouw gebouwde overkapping zal ten hoogste gelijk zijn aan de hoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw plus 0,25 m, met dien verstande dat de goothoogte van een aan- of uitbouw, een aangebouwd bijgebouw of een aan het hoofdgebouw gebouwde overkapping ten hoogste 4 m zal bedragen;
e. de goothoogte van een vrijstaand bijgebouw of een niet aan het hoofdgebouw gebouwde overkapping zal ten hoogste 3 m bedragen;
f. de dakhelling van een aan- of uitbouw, een bijgebouw of een overkapping zal ten minste 30º bedragen, tenzij een aan- of uitbouw, een bijgebouw of een overkapping wordt voorzien van een plat dak;
g. de afstand van een vrijstaand bijgebouw tot het dichtstbijzijnde punt van een hoofdgebouw zal ten hoogste 25 m bedragen.
3.2.3 Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, gelden de volgende regels:
a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen bedraagt voor de voorgevel ten hoogste 1 m en achter de naar de weg gekeerde gevel(s) ten hoogste 2 m, met dien verstande dat de bouwhoogte op zijerven die grenzen aan een openbare weg of openbaar groengebied op een afstand van 1 m of minder uit de perceelsgrens ten hoogste 1 m bedraagt;
b. de oppervlakte van bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, zal ten hoogste 1 m² bedragen;
c. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, zal ten hoogste 5 m bedragen.
3.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen ten behoeve van een goede woonsituatie, de sociale veiligheid, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing.
3.4 Afwijken van de bouwregels
Bij een omgevingsvergunning kan, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, worden afgeweken van het bepaalde in:
a. lid 3.2.1, sub b en worden toegestaan dat ter plaatse van de aanduiding ‘karakteristiek’, een hoofdgebouw gedeeltelijk buiten het bouwvlak wordt gebouwd, mits;
1. de afwijking uitsluitend wordt toegepast indien uitbreiding van het hoofdgebouw binnen het bouwvlak niet meer mogelijk is;
2. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de karakteristieke hoofdvorm van de bebouwing;
b. lid 3.2.2, sub c en worden toegestaan dat de gezamenlijke oppervlakte van de aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bij een hoofdgebouw wordt vergroot tot ten hoogste 100 m², mits de gezamenlijke oppervlakte van de aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen ten hoogste 100% van de oppervlakte van het hoofdgebouw bedraagt;
c. lid 3.2.2, sub c en worden toegestaan dat de gezamenlijke oppervlakte van de aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bij een hoofdgebouw wordt vergroot tot ten hoogste 150 m², mits de vergroting noodzakelijk is ten behoeve van de uitoefening van een aan huis verbonden beroep of bedrijf, dan wel ten dienste staat van een neven- of hobbybedrijf;
d. lid 3.2.2, sub e en worden toegestaan dat de goothoogte van een vrijstaand bijgebouw en een niet aan het hoofdgebouw gebouwde overkapping wordt verhoogd tot ten hoogste 4,5 m;
e. lid 3.2.2, sub f en worden toegestaan dat de dakhelling van een aan- of uitbouw, een bijgebouw of een overkapping wordt verlaagd of verhoogd.
3.5 Specifieke gebruiksregels
Onder strijdig gebruik met deze bestemming wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in elk geval wordt begrepen:
a. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van een aan huis verbonden beroep of bedrijf, zodanig dat:
1. het bedrijfsvloeroppervlak ten behoeve van een aan huis verbonden beroep of bedrijf meer bedraagt dan een derde deel van het gebruiksvloeroppervlak van de gebouwen op een bouwperceel;
2. het bedrijfsvloeroppervlak ten behoeve van een aan huis verbonden beroep of bedrijf meer bedraagt dan 50 m²;
3. degene die de activiteiten in de woning uitvoert, geen hoofdbewoner van de woning is;
4. er detailhandel plaatsvindt;
5. de activiteiten qua aard, omvang en uitstraling niet passen in een woonomgeving;
6. de activiteiten meldingplichtig of vergunningplichtig zijn ingevolge de Wet milieubeheer;
b. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijfsdoeleinden, dienstverlenende bedrijven en/of dienstverlenende instellingen, detailhandel en maatschappelijke voorzieningen, anders dan een aan huis verbonden beroep of bedrijf.
3.6 Afwijken van de gebruiksregels
Bij een omgevingsvergunning kan, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de milieusituatie, de woonsituatie, de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en de verkeersveiligheid, worden afgeweken van het bepaalde in:
a. lid 3.5 sub a en worden toegestaan dat gronden en bouwwerken worden gebruikt voor de uitoefening van een aan huis verbonden beroep of bedrijf anders dan genoemd in lid 3.5 sub a, mits:
1. het gebruik ten behoeve van een aan huis verbonden beroep of bedrijf ondergeschikt blijft aan de woonfunctie;
2. er geen detailhandel plaatsvindt, uitgezonderd een beperkte verkoop als ondergeschikte activiteit en wel in verband met de aan huis verbonden activiteiten;
3. het bedrijfsvloeroppervlak ten behoeve van een aan huis verbonden beroep of bedrijf ten hoogste een derde deel van het gebruiksvloeroppervlak van de gebouwen op een bouwperceel bedraagt;
4. het bedrijfsvloeroppervlak ten behoeve van een aan huis verbonden beroep of bedrijf ten hoogste 100 m² bedraagt;
b. lid 3.5 sub b en worden toegestaan dat gronden en bouwwerken in combinatie met het wonen worden gebruikt voor de uitoefening van:
1. bedrijven die zijn genoemd in de categorieën 1 en 2 van de bij deze regels behorende Staat van bedrijven, met uitzondering van geluidszoneringsplichtige inrichtingen, risicovolle inrichtingen en/of vuurwerkbedrijven;
2. dienstverlenende bedrijven;
3. detailhandel;
4. maatschappelijke voorzieningen;
mits:
- het bedrijfsvloeroppervlak ten behoeve van de onder 1 tot en met 4 genoemde functies ten hoogste een derde deel van de oppervlakte van de gebouwen op het bouwperceel bedraagt;
- het bedrijfsvloeroppervlak ten behoeve van de onder 1 tot en met 4 genoemde functies ten hoogste 100 m² bedraagt.
HOOFDSTUK 3 Algemene regels
Artikel 4 Anti-dubbeltelbepaling
Grond, die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 5 Algemene bouwregels
De bouwgrenzen mogen in afwijking van dit bestemmingsplan uitsluitend worden overschreden door:
a. tot gebouwen behorende stoepen, stoeptreden, trappen(huizen), galerijen, hellingbanen, funderingen, balkons, erkers, serres, entreeportalen, veranda's en afdaken, mits de overschrijding niet meer bedraagt dan 1,5 m;
b. andere ondergeschikte onderdelen van gebouwen, mits de overschrijding niet meer bedraagt dan 1 m.
Artikel 6 Algemene afwijkingsregels
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van:
a. de bestemmingsregels en worden toegestaan dat bouwgrenzen worden overschreden, indien een meetverschil daartoe aanleiding geeft;
b. de bestemmingsregels ten aanzien van de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en worden toegestaan dat de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wordt vergroot tot ten hoogste 10 m;
c. het bepaalde ten aanzien van de maximale bouwhoogte van gebouwen en worden toegestaan dat de bouwhoogte van de gebouwen ten behoeve van plaatselijke verhogingen, zoals schoorstenen, luchtkokers, liftkokers en lichtkappen, wordt vergroot, mits:
1. de maximale oppervlakte van de vergroting ten hoogste 10% van het betreffende bouwvlak zal bedragen;
2. de bouwhoogte leidt tot een bouwhoogte die ten hoogste 1,25 maal de maximale bouwhoogte van het betreffende gebouw zal bedragen.
HOOFDSTUK 4 Overgangs- en slotregels
Artikel 7 Overgangsrecht
A Overgangsrecht bouwwerken
1. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel kan worden gebouwd krachtens een omgevingsvergunning, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:
a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
b. na het tenietgaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is tenietgegaan.
2. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het eerste lid een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%.
3. Het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
B Overgangsrecht gebruik
1. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
2. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het eerste lid, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdige gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
3. Indien het gebruik, bedoeld in het eerste lid, na de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
4. Het eerste lid is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Artikel 8 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als: ‘Regels van het bestemmingsplan verblijfsaccommodatie Hunzeweg 1 Gieterveen.
Staat van bedrijven
|
CATEGORIE |
01 |
01 |
- |
LANDBOUW EN DIENSTVERLENING T.B.V. DE LANDBOUW |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
014 |
016 |
0 |
Dienstverlening t.b.v. de landbouw: |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
014 |
016 |
1 |
- algemeen (o.a. loonbedrijven): b.o. > 500 m² |
30 |
10 |
50 |
|
|
10 |
|
50 |
D |
3.1 |
014 |
016 |
3 |
- plantsoenendiensten en hoveniersbedrijven: b.o. > 500 m² |
30 |
10 |
50 |
|
|
10 |
|
50 |
|
3.1 |
014 |
016 |
4 |
- plantsoenendiensten en hoveniersbedrijven: b.o. <= 500 m² |
30 |
10 |
30 |
|
|
10 |
|
30 |
|
2 |
02 |
02 |
- |
BOSBOUW EN DIENSTVERLENING T.B.V. BOSBOUW |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
020 |
021, 022, 024 |
Bosbouwbedrijven |
10 |
10 |
50 |
|
|
0 |
|
50 |
|
3.1 |
15 |
10, 11 |
- |
VERVAARDIGING VAN VOEDINGSMIDDELEN EN DRANKEN |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
151 |
101, 102 |
0 |
Slachterijen en overige vleesverwerking: |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
151 |
101, 102 |
7 |
- loonslachterijen |
50 |
0 |
50 |
|
|
10 |
|
50 |
|
3.1 |
151 |
108 |
8 |
- vervaardiging van snacks en vervaardiging van kant-en-klaar-maaltijden met p.o. < 2.000 m² |
50 |
0 |
50 |
|
|
10 |
|
50 |
|
3.1 |
152 |
102 |
6 |
- verwerken anderszins: p.o. <= 300 m² |
50 |
10 |
30 |
|
|
10 |
|
50 |
|
3.1 |
1581 |
1071 |
0 |
Broodfabrieken, brood- en banketbakkerijen: |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
1581 |
1071 |
1 |
- v.c. < 7500 kg meel/week, bij gebruik van charge-ovens |
30 |
10 |
30 |
C |
|
10 |
|
30 |
|
2 |
1584 |
10821 |
6 |
- suikerwerkfabrieken zonder suiker branden: p.o. <= 200 m² |
30 |
10 |
30 |
|
|
10 |
|
30 |
|
2 |
1585 |
1073 |
|
Deegwarenfabrieken |
50 |
30 |
10 |
|
|
10 |
|
50 |
|
3.1 |
1593 t/m 1595 |
1102 t/m 1104 |
|
Vervaardiging van wijn, cider e.d. |
10 |
0 |
30 |
C |
|
0 |
|
30 |
|
2 |
17 |
13 |
- |
VERVAARDIGING VAN TEXTIEL |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
173 |
133 |
|
Textielveredelingsbedrijven |
50 |
0 |
50 |
|
|
10 |
|
50 |
|
3.1 |
174, 175 |
139 |
|
Vervaardiging van textielwaren |
10 |
0 |
50 |
|
|
10 |
|
50 |
|
3.1 |
176, 177 |
139, 143 |
Vervaardiging van gebreide en gehaakte stoffen en artikelen |
0 |
10 |
50 |
|
|
10 |
|
50 |
|
3.1 |
18 |
14 |
- |
VERVAARDIGING VAN KLEDING; BEREIDEN EN VERVEN VAN BONT |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
181 |
141 |
|
Vervaardiging kleding van leer |
30 |
0 |
50 |
|
|
0 |
|
50 |
|
3.1 |
182 |
141 |
|
Vervaardiging van kleding en -toebehoren (excl. van leer) |
10 |
10 |
30 |
|
|
10 |
|
30 |
|
2 |
183 |
142, 151 |
Bereiden en verven van bont; vervaardiging van artikelen van bont |
50 |
10 |
10 |
|
|
10 |
|
50 |
|
3.1 |
19 |
15 |
- |
VERVAARDIGING VAN LEER EN LEDERWAREN (EXCL. KLEDING) |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
192 |
151 |
|
Lederwarenfabrieken (excl. kleding en schoeisel) |
50 |
10 |
30 |
|
|
10 |
|
50 |
D |
3.1 |
193 |
152 |
|
Schoenenfabrieken |
50 |
10 |
50 |
|
|
10 |
|
50 |
|
3.1 |
20 |
16 |
- |
HOUTINDUSTRIE EN VERVAARDIGING ARTIKELEN VAN HOUT, RIET, KURK E.D. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
2010.2 |
16102 |
0 |
Houtconserveringsbedrijven: |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
2010.2 |
16102 |
2 |
- met zoutoplossingen |
10 |
30 |
50 |
|
|
10 |
|
50 |
|
3.1 |
205 |
162902 |
Kurkwaren-, riet- en vlechtwerkfabrieken |
10 |
10 |
30 |
|
|
0 |
|
30 |
|
2 |
21 |
17 |
- |
VERVAARDIGING VAN PAPIER, KARTON EN PAPIER- EN KARTONWAREN |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
2112 |
1712 |
0 |
Papier- en kartonfabrieken: |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
2112 |
1712 |
1 |
- p.c. < 3 t/u |
50 |
30 |
50 |
C |
|
30 |
R |
50 |
|
3.1 |
22 |
58 |
- |
UITGEVERIJEN, DRUKKERIJEN EN REPRODUKTIE VAN OPGENOMEN MEDIA |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
221 |
581 |
|
Uitgeverijen (kantoren) |
0 |
0 |
10 |
|
|
0 |
|
10 |
|
1 |
2222.6 |
18129 |
|
Kleine drukkerijen en kopieerinrichtingen |
10 |
0 |
30 |
|
|
0 |
|
30 |
|
2 |
2223 |
1814 |
A |
Grafische afwerking |
0 |
0 |
10 |
|
|
0 |
|
10 |
|
1 |
2223 |
1814 |
B |
Binderijen |
30 |
0 |
30 |
|
|
0 |
|
30 |
|
2 |
2224 |
1813 |
|
Grafische reproduktie en zetten |
30 |
0 |
10 |
|
|
10 |
|
30 |
|
2 |
2225 |
1814 |
|
Overige grafische aktiviteiten |
30 |
0 |
30 |
|
|
10 |
|
30 |
D |
2 |
223 |
182 |
|
Reproduktiebedrijven opgenomen media |
0 |
0 |
10 |
|
|
0 |
|
10 |
|
1 |
24 |
20 |
- |
VERVAARDIGING VAN CHEMISCHE PRODUKTEN |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
2442 |
2120 |
0 |
Farmaceutische produktenfabrieken: |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
2442 |
2120 |
1 |
- formulering en afvullen geneesmiddelen |
50 |
10 |
50 |
|
|
50 |
R |
50 |
|
3.1 |
2442 |
2120 |
2 |
- verbandmiddelenfabrieken |
10 |
10 |
30 |
|
|
10 |
|
30 |
|
2 |
2462 |
2052 |
0 |
Lijm- en plakmiddelenfabrieken: |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
2466 |
205903 |
A |
Chemische kantoorbenodigdhedenfabrieken |
50 |
10 |
50 |
|
|
50 |
R |
50 |
|
3.1 |
25 |
22 |
- |
VERVAARDIGING VAN PRODUKTEN VAN RUBBER EN KUNSTSTOF |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
2512 |
221102 |
0 |
Loopvlakvernieuwingsbedrijven: |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
2512 |
221102 |
1 |
- vloeropp. < 100 m2 |
50 |
10 |
30 |
|
|
30 |
|
50 |
|
3.1 |
26 |
23 |
- |
VERVAARDIGING VAN GLAS, AARDEWERK, CEMENT-, KALK- EN GIPSPRODUKTEN |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
261 |
231 |
0 |
Glasfabrieken: |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
2615 |
231 |
|
Glasbewerkingsbedrijven |
10 |
30 |
50 |
|
|
10 |
|
50 |
|
3.1 |
262, 263 |
232, 234 |
0 |
Aardewerkfabrieken: |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
262, 263 |
232, 234 |
1 |
- vermogen elektrische ovens totaal < 40 kW |
10 |
10 |
30 |
|
|
10 |
|
30 |
|
2 |
267 |
237 |
0 |
Natuursteenbewerkingsbedrijven: |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
2681 |
2391 |
|
Slijp- en polijstmiddelen fabrieken |
10 |
30 |
50 |
|
|
10 |
|
50 |
D |
3.1 |
30 |
26, 28, 33 |
- |
VERVAARDIGING VAN KANTOORMACHINES EN COMPUTERS |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
30 |
26, 28, 33 |
A |
Kantoormachines- en computerfabrieken incl. reparatie |
30 |
10 |
30 |
|
|
10 |
|
30 |
|
2 |
31 |
26, 27, 33 |
- |
VERVAARDIGING VAN OVER. ELEKTR. MACHINES, APPARATEN EN BENODIGDH. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
316 |
293 |
|
Elektrotechnische industrie n.e.g. |
30 |
10 |
30 |
|
|
10 |
|
30 |
|
2 |
32 |
26, 33 |
- |
VERVAARDIGING VAN AUDIO-, VIDEO-, TELECOM-APPARATEN EN -BENODIGDH. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
321 t/m 323 |
261, 263, 264, 331 |
Vervaardiging van audio-, video- en telecom-apparatuur e.d. incl. reparatie |
30 |
0 |
50 |
|
|
30 |
|
50 |
D |
3.1 |
3210 |
2612 |
|
Fabrieken voor gedrukte bedrading |
50 |
10 |
50 |
|
|
30 |
|
50 |
|
3.1 |
33 |
26, 32, 33 |
- |
VERVAARDIGING VAN MEDISCHE EN OPTISCHE APPARATEN EN INSTRUMENTEN |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
33 |
26, 32, 33 |
A |
Fabrieken voor medische en optische apparaten en instrumenten e.d. incl. reparatie |
30 |
0 |
30 |
|
|
0 |
|
30 |
|
2 |
35 |
30 |
- |
VERVAARDIGING VAN TRANSPORTMIDDELEN (EXCL. AUTO'S, AANHANGWAGENS) |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
351 |
301, 3315 |
0 |
Scheepsbouw- en reparatiebedrijven: |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
351 |
301, 3315 |
1 |
- houten schepen |
30 |
30 |
50 |
|
|
10 |
|
50 |
|
3.1 |
36 |
31 |
- |
VERVAARDIGING VAN MEUBELS EN OVERIGE GOEDEREN N.E.G. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
361 |
9524 |
2 |
Meubelstoffeerderijen b.o. < 200 m2 |
0 |
10 |
10 |
|
|
0 |
|
10 |
|
1 |
362 |
321 |
|
Fabricage van munten, sieraden e.d. |
30 |
10 |
10 |
|
|
10 |
|
30 |
|
2 |
363 |
322 |
|
Muziekinstrumentenfabrieken |
30 |
10 |
30 |
|
|
10 |
|
30 |
|
2 |
364 |
323 |
|
Sportartikelenfabrieken |
30 |
10 |
50 |
|
|
30 |
|
50 |
|
3.1 |
365 |
324 |
|
Speelgoedartikelenfabrieken |
30 |
10 |
50 |
|
|
30 |
|
50 |
|
3.1 |
3663.1 |
32991 |
|
Sociale werkvoorziening |
0 |
30 |
30 |
|
|
0 |
|
30 |
|
2 |
3663.2 |
32999 |
|
Vervaardiging van overige goederen n.e.g. |
30 |
10 |
50 |
|
|
30 |
|
50 |
D |
3.1 |
45 |
41, 42, 43 |
- |
BOUWNIJVERHEID |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
45 |
41, 42, 43 |
1 |
- bouwbedrijven algemeen: b.o. <= 2.000 m² |
10 |
30 |
50 |
|
|
10 |
|
50 |
|
3.1 |
45 |
41, 42, 43 |
2 |
Aannemersbedrijven met werkplaats: b.o. > 1000 m² |
10 |
30 |
50 |
|
|
10 |
|
50 |
|
3.1 |
45 |
41, 42, 43 |
3 |
- aannemersbedrijven met werkplaats: b.o.< 1000 m² |
0 |
10 |
30 |
|
|
10 |
|
30 |
|
2 |
50 |
45, 47 |
- |
HANDEL/REPARATIE VAN AUTO'S, MOTORFIETSEN; BENZINESERVICESTATIONS |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
501, 502, 504 |
451, 452, 454 |
Handel in auto's en motorfietsen, reparatie- en servicebedrijven |
10 |
0 |
30 |
|
|
10 |
|
30 |
|
2 |
5020.4 |
45204 |
B |
Autobeklederijen |
0 |
0 |
10 |
|
|
10 |
|
10 |
|
1 |
5020.4 |
45204 |
C |
Autospuitinrichtingen |
50 |
30 |
30 |
|
|
30 |
R |
50 |
|
3.1 |
5020.5 |
45205 |
|
Autowasserijen |
10 |
0 |
30 |
|
|
0 |
|
30 |
|
2 |
503, 504 |
453 |
|
Handel in auto- en motorfietsonderdelen en -accessoires |
0 |
0 |
30 |
|
|
10 |
|
30 |
|
2 |
505 |
473 |
0 |
Benzineservisestations: |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
505 |
473 |
2 |
- met LPG < 1000 m3/jr |
30 |
0 |
30 |
|
|
50 |
R |
50 |
|
3.1 |
505 |
473 |
3 |
- zonder LPG |
30 |
0 |
30 |
|
|
10 |
|
30 |
|
2 |
51 |
46 |
- |
GROOTHANDEL EN HANDELSBEMIDDELING |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
511 |
461 |
|
Handelsbemiddeling (kantoren) |
0 |
0 |
10 |
|
|
0 |
|
10 |
|
1 |
5121 |
4621 |
0 |
Grth in akkerbouwprodukten en veevoeders |
30 |
30 |
50 |
|
|
30 |
R |
50 |
|
3.1 |
5122 |
4622 |
|
Grth in bloemen en planten |
10 |
10 |
30 |
|
|
0 |
|
30 |
|
2 |
5124 |
4624 |
|
Grth in huiden, vellen en leder |
50 |
0 |
30 |
|
|
0 |
|
50 |
|
3.1 |
5125, 5131 |
46217, 4631 |
Grth in ruwe tabak, groenten, fruit en consumptie-aardappelen |
30 |
10 |
30 |
|
|
50 |
R |
50 |
|
3.1 |
5132, 5133 |
4632, 4633 |
Grth in vlees, vleeswaren, zuivelprodukten, eieren, spijsoliën |
10 |
0 |
30 |
|
|
50 |
R |
50 |
|
3.1 |
5134 |
4634 |
|
Grth in dranken |
0 |
0 |
30 |
|
|
0 |
|
30 |
|
2 |
5135 |
4635 |
|
Grth in tabaksprodukten |
10 |
0 |
30 |
|
|
0 |
|
30 |
|
2 |
5136 |
4636 |
|
Grth in suiker, chocolade en suikerwerk |
10 |
10 |
30 |
|
|
0 |
|
30 |
|
2 |
5137 |
4637 |
|
Grth in koffie, thee, cacao en specerijen |
30 |
10 |
30 |
|
|
0 |
|
30 |
|
2 |
5138, 5139 |
4638, 4639 |
Grth in overige voedings- en genotmiddelen |
10 |
10 |
30 |
|
|
10 |
|
30 |
|
2 |
514 |
464, 46733 |
Grth in overige consumentenartikelen |
10 |
10 |
30 |
|
|
10 |
|
30 |
|
2 |
5153 |
4673 |
0 |
Grth in hout en bouwmaterialen: |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
5153.4 |
46735 |
6 |
- algemeen: b.o. <= 200 m² |
0 |
10 |
30 |
|
|
0 |
|
30 |
|
2 |
5154 |
4674 |
0 |
Grth in ijzer- en metaalwaren en verwarmingsapparatuur: |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
5154 |
4674 |
2 |
- algemeen: b.o. < = 2.000 m² |
0 |
0 |
30 |
|
|
0 |
|
30 |
|
2 |
5156 |
4676 |
|
Grth in overige intermediaire goederen |
10 |
10 |
30 |
|
|
10 |
|
30 |
|
2 |
518 |
466 |
0 |
Grth in machines en apparaten: |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
518 |
466 |
2 |
- overige |
0 |
10 |
50 |
|
|
0 |
|
50 |
|
3.1 |
519 |
466, 469 |
Overige grth (bedrijfsmeubels, emballage, vakbenodigdheden e.d. |
0 |
0 |
30 |
|
|
0 |
|
30 |
|
2 |
52 |
47 |
- |
DETAILHANDEL EN REPARATIE T.B.V. PARTICULIEREN |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
527 |
952 |
|
Reparatie t.b.v. particulieren (excl. auto's en motorfietsen) |
0 |
0 |
10 |
|
|
10 |
|
10 |
|
1 |
60 |
49 |
- |
VERVOER OVER LAND |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
6022 |
493 |
|
Taxibedrijven |
0 |
0 |
30 |
C |
|
0 |
|
30 |
|
2 |
6024 |
494 |
1 |
- Goederenwegvervoerbedrijven (zonder schoonmaken tanks) b.o. <= 1000 m² |
0 |
0 |
50 |
C |
|
30 |
|
50 |
|
3.1 |
63 |
52 |
- |
DIENSTVERLENING T.B.V. HET VERVOER |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
6311.2 |
52242 |
0 |
Laad-, los- en overslagbedrijven t.b.v. binnenvaart: |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
6312 |
52102, 52109 |
A |
Distributiecentra, pak- en koelhuizen |
30 |
10 |
50 |
C |
|
50 |
R |
50 |
D |
3.1 |
6312 |
52109 |
B |
Opslaggebouwen (verhuur opslagruimte) |
0 |
0 |
30 |
C |
|
10 |
|
30 |
|
2 |
64 |
53 |
- |
POST EN TELECOMMUNICATIE |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
641 |
531, 532 |
Post- en koeriersdiensten |
0 |
0 |
30 |
C |
|
0 |
|
30 |
|
2 |
642 |
61 |
A |
Telecommunicatiebedrijven |
0 |
0 |
10 |
C |
|
0 |
|
10 |
|
1 |
71 |
77 |
- |
VERHUUR VAN TRANSPORTMIDDELEN, MACHINES, ANDERE ROERENDE GOEDEREN |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
711 |
7711 |
|
Personenautoverhuurbedrijven |
10 |
0 |
30 |
|
|
10 |
|
30 |
|
2 |
712 |
7712, 7739 |
|
Verhuurbedrijven voor transportmiddelen (excl. personenauto's) |
10 |
0 |
50 |
|
|
10 |
|
50 |
D |
3.1 |
713 |
773 |
|
Verhuurbedrijven voor machines en werktuigen |
10 |
0 |
50 |
|
|
10 |
|
50 |
D |
3.1 |
714 |
772 |
|
Verhuurbedrijven voor roerende goederen n.e.g. |
10 |
10 |
30 |
|
|
10 |
|
30 |
D |
2 |
72 |
62 |
- |
COMPUTERSERVICE- EN INFORMATIETECHNOLOGIE |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
72 |
62 |
A |
Computerservice- en informatietechnologie-bureau's e.d. |
0 |
0 |
10 |
|
|
0 |
|
10 |
|
1 |
73 |
72 |
- |
SPEUR- EN ONTWIKKELINGSWERK |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
731 |
721 |
|
Natuurwetenschappelijk speur- en ontwikkelingswerk |
30 |
10 |
30 |
|
|
30 |
R |
30 |
|
2 |
732 |
722 |
|
Maatschappij- en geesteswetenschappelijk onderzoek |
0 |
0 |
10 |
|
|
0 |
|
10 |
|
1 |
74 |
63, 69tm71, 73, 74, 77, 78, 80tm82 |
- |
OVERIGE ZAKELIJKE DIENSTVERLENING |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
74 |
63, 69tm71, 73, 74, 77, 78, 80tm82 |
A |
Overige zakelijke dienstverlening: kantoren |
0 |
0 |
10 |
|
|
0 |
|
10 |
D |
1 |
747 |
812 |
|
Reinigingsbedrijven voor gebouwen |
50 |
10 |
30 |
|
|
30 |
|
50 |
D |
3.1 |
7481.3 |
74203 |
|
Foto- en filmontwikkelcentrales |
10 |
0 |
30 |
C |
|
10 |
|
30 |
|
2 |
7484.4 |
82992 |
|
Veilingen voor huisraad, kunst e.d. |
0 |
0 |
10 |
|
|
0 |
|
10 |
|
1 |
75 |
84 |
- |
OPENBAAR BESTUUR, OVERHEIDSDIENSTEN, SOCIALE VERZEKERINGEN |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
80 |
85 |
- |
ONDERWIJS |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
90 |
37, 38, 39 |
- |
MILIEUDIENSTVERLENING |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
9001 |
3700 |
A0 |
RWZI's en gierverwerkingsinricht., met afdekking voorbezinktanks: |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
9002.1 |
381 |
A |
Vuilophaal-, straatreinigingsbedrijven e.d. |
50 |
30 |
50 |
|
|
10 |
|
50 |
|
3.1 |
9002.1 |
381 |
B |
Gemeentewerven (afval-inzameldepots) |
30 |
30 |
50 |
|
|
30 |
R |
50 |
|
3.1 |
9002.2 |
382 |
A0 |
Afvalverwerkingsbedrijven: |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
9002.2 |
382 |
A4 |
- pathogeen afvalverbranding (voor ziekenhuizen) |
50 |
10 |
30 |
|
|
10 |
|
50 |
|
3.1 |
9002.2 |
382 |
A7 |
- verwerking fotochemisch en galvano-afval |
10 |
10 |
30 |
|
|
30 |
R |
30 |
|
2 |
93 |
96 |
- |
OVERIGE DIENSTVERLENING |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
9301.1 |
96011 |
A |
Wasserijen en strijkinrichtingen |
30 |
0 |
50 |
C |
|
30 |
|
50 |
|
3.1 |
9301.1 |
96011 |
B |
Tapijtreinigingsbedrijven |
30 |
0 |
50 |
|
|
30 |
|
50 |
|
3.1 |
9301.2 |
96012 |
|
Chemische wasserijen en ververijen |
30 |
0 |
30 |
|
|
30 |
R |
30 |
|
2 |
9301.3 |
96013 |
A |
Wasverzendinrichtingen |
0 |
0 |
30 |
|
|
0 |
|
30 |
|
2 |
