direct naar inhoud van Artikel 43 Algemene wijzigingsregels
Plan: Gasselternijveen dorp
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1680.GNV-OB01

Artikel 43 Algemene wijzigingsregels

 

 

Burgemeester en wethouders kunnen, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de archeologische waarden, het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de sociale veiligheid, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, het plan wijzigen in die zin dat:

 

a.    de bestemming ‘Wonen - 2’ wordt gewijzigd in de bestemming ‘Gemengd - 1’ en nieuwe bouwvlakken worden aangebracht, mits:

1.    deze wijzigingsbevoegdheid uitsluitend wordt toegepast, ter plaatse van de aanduiding ‘wro-zone - wijzigingsgebied 8’;

2.  de ontwikkeling van de woning(en) past binnen de Woonvisie Gasselternijveen. Daarbij zal het aantal per locatie afgestemd moeten worden op het stedenbouwkundig karakter en de kwaliteit van de locatie in relatie tot de directe omgeving;

3.    het aantal woningen ten hoogste 4 zal bedragen;

4.    een goede ruimtelijke en stedenbouwkundige inpassing wordt gerealiseerd, waarbij wordt aangesloten op de ruimtelijke structuur en de kwaliteiten van de omgeving;

5.   de geluidsbelasting van geluidsgevoelige objecten niet hoger zal zijn dan de daarvoor geldende voorkeursgrens­waarde of een vastgestelde hogere grenswaarde;

6.    er geen onevenredige afbreuk zal worden gedaan aan de eventuele archeologische waarden van het gebied. Dit houdt in dat een Inventariserend Veldonderzoek (IVO) dient te worden uitgevoerd waarbij, afhankelijk van de uitkomsten hiervan, een vervolgonderzoek moet plaatsvinden wat erop gericht is de behoudenswaardige vindplaatsen in de bodem te bewaren;

7.   ecologisch onderzoek wordt uitgevoerd dat aan kan tonen dat de ruimtelijke ontwikkeling vanuit ecologisch oogpunt acceptabel is;

8.    voorafgaand aan de ontwikkeling van het gebied in een vroegtijdig stadium overleg zal worden gepleegd met het waterschap;

9.    na toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid naar de bestemming ‘Gemengd - 1’, de regels van artikel 10 van over­eenkomstige toepassing zijn;

b.   de bestemmingen ‘Groen’ en ‘Wonen - 1’ worden gewijzigd in de bestemming ‘Maatschappelijk - 2’ en binnen de bestemming ‘Maatschappelijk - 2’ nieuwe bouwvlakken worden toegevoegd, mits:

1. deze wijzigingsbevoegdheid uitsluitend wordt toegepast, ter plaatse van de aanduiding ‘wro-zone - wijzigingsgebied 9’;

2.    een goede ruimtelijke en stedenbouwkundige inpassing wordt gerealiseerd, waarbij wordt aangesloten op de ruimtelijke structuur en de kwaliteiten van de omgeving;

3.    de geluidsbelasting van geluidsgevoelige objecten niet hoger zal zijn dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde of een vastgestelde hogere grenswaarde;

4.    er geen onevenredige afbreuk zal worden gedaan aan de eventuele archeologische waarden van het gebied. Dit houdt in dat een Inventariserend Veldonderzoek (IVO) dient te worden uitgevoerd waarbij, afhankelijk van de uitkomsten hiervan, een vervolgonderzoek moet plaatsvinden wat erop gericht is de behoudenswaardige vindplaatsen in de bodem te bewaren;

5.    ecologisch onderzoek wordt uitgevoerd dat aan kan tonen dat de ruimtelijke ontwikkeling vanuit ecologisch oogpunt acceptabel is;

6.    voorafgaand aan de ontwikkeling van het gebied in een vroegtijdig stadium overleg zal worden gepleegd met het waterschap;

7. na toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid de regels van artikel 19 van overeenkomstige toepassing zijn;

c.    de bestemmingen ‘Agrarisch - Cultuurgrond’ en ‘Water’ wor­den gewijzigd in de bestemming ‘Natuur’, mits:

1.  deze wijzigingsbevoegdheid uitsluitend wordt toegepast, ter plaatse van de aanduiding ‘wro-zone - wijzigingsgebied 10’;

2.    het de realisatie van een natuurgebied betreft zoals die in het Natuurbeheerplan Drenthe 2008 is opgenomen;

3.    deze wijzigingsbevoegdheid pas kan worden toegepast nadat burgemeester en wethouders instemmen met een landschapsplan voor het gebied;

4.    er geen onevenredige afbreuk zal worden gedaan aan de eventuele archeologische waarden van het gebied. Dit houdt in dat een Inventariserend Veldonderzoek (IVO) dient te worden uitgevoerd waarbij, afhankelijk van de uit­komsten hiervan, een vervolgonderzoek moet plaatsvinden wat erop gericht is de behoudenswaardige vindplaatsen in de bodem te bewaren;

5. ecologisch onderzoek wordt uitgevoerd dat aan kan tonen dat de ruimtelijke ontwikkeling vanuit ecologisch oogpunt acceptabel is;

6.    voorafgaand aan de ontwikkeling van het gebied in een vroegtijdig stadium overleg zal worden gepleegd met het waterschap;

7.    na toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid de regels van artikel 21 van overeenkomstige toepassing zijn;

d.    de dubbelbestemming ‘Leiding - Gas’ of ‘Leiding - Riool’ wordt verwijderd;

e.    de dubbelbestemming ‘Leiding - Gas’ of ‘Leiding - Riool’ wordt aangebracht;

f.     de dubbelbestemming ‘Waarde - Archeologie 1’ of ‘Waarde - Archeologie 2’ wordt verwij­derd, indien:

1.    uit nader onderzoek is gebleken dat ter plaatse geen archeologische waarden aanwezig zijn;

2.    het niet meer noodzakelijk wordt geacht dat het bestemmingsplan voorziet in bescherming van deze waarden;

g.    de dubbelbestemming ‘Waarde - Archeologie 1’ of ‘Waarde - Archeologie 2’ wordt aangebracht, indien uit nader onderzoek is ge­bleken dat ter plaatse archeologische waarden aanwezig (kunnen) zijn;

h.    de dubbelbestemming ‘Waarde - Beschermwaardig houtop­stand’ wordt verwijderd, mits:

-      deze wijzigingsbevoegdheid uitsluitend wordt toegepast indien de beschermwaardige houtopstand niet meer aanwezig