ontwerp bestemmingsplan

Hofwijck

 

Oegstgeest

 




INHOUD

 

 

Regels

1                     Inleidende regels

Artikel 1         Begrippen

Artikel 2         Wijze van meten

2                     Bestemmingsregels

Artikel 3         Groen

Artikel 4         Maatschappelijk

Artikel 5         Tuin

Artikel 6         Verkeer

Artikel 7         Water

Artikel 8         Wonen

3                     Algemene regels

Artikel 9         Anti-dubbeltelregel

Artikel 10      Algemene bouwregels

Artikel 11      Algemene gebruiksregels

Artikel 12      Algemene aanduidingsregels

Artikel 13      Algemene ontheffingsregels

Artikel 14      Algemene wijzigingsregels

Artikel 15      Algemene procedureregels

Artikel 16      Uitsluiting aanvullende werking bouwverordening

4                     Overgangs- en slotregels

Artikel 17      Overgangsrecht

Artikel 18      Slotregel

 

 

 

 

 


1 Inleidende regels

Artikel 1 Begrippen

Naar inhoudsopgave

In deze regels wordt verstaan onder:

 

bestemmingsplan

de geometrische bepaalde planobjecten met bijbehorende regels als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0579.SAB7105302-0001;

 

plan

het bestemmingsplan Hofwijck van de gemeente Oegstgeest;

 

de verbeelding

de analoge en digitale voorstelling van de in het bestemmingsplan opgenomen digitale ruimtelijke informatie;

 

aanduiding

een op de verbeelding door middel van een aanduidingsvlak begrensd vlak of figuur, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of bebouwen van deze gronden;

 

aanduidingsgrens

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;

 

aanlegvergunning

een vergunning als bedoeld in artikel 3.3 onder a van de Wet ruimtelijke ordening;

 

ander-werk

een werk, geen bouwwerk zijnde, of een werkzaamheid;

 

bebouwing

één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;

 

bebouwingspercentage

een in de regels aangegeven percentage, dat de grootte van het bouwvlak aangeeft, dat maximaal mag worden bebouwd, tenzij in de regels anders is bepaald;

 

bestaand

a      bij bouwwerken: een bouwwerk dat op het moment van terinzagelegging van het ontwerp van het plan bestaat of wordt gebouwd, dan wel nadien kan worden gebouwd krachtens een bouwvergunning, waarvoor de aanvraag voor het tijdstip van terinzagelegging is ingediend, tenzij in de regels anders is bepaald;

b      bij gebruik: het gebruik dat op het moment van terinzagelegging van het ontwerp van het plan bestaat, tenzij in de regels anders is bepaald;

 

bestemmingsgrens

de grens van een bestemmingsvlak;

 

bestemmingsvlak

een op de verbeelding aangegeven vlak met eenzelfde bestemming;

 

bijgebouw

een op zich zelfstaand, al dan niet vrijstaand gebouw, zonder directe verbinding met het hoofdgebouw, dat door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;

 

bouwen

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;

 

bouwgrens

de grens van een bouwvlak;

 

bouwlaag

een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder;

 

bouwperceel

een aaneengesloten stuk grond, waarop krachtens het plan een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;

 

bouwperceelgrens

een grens van een bouwperceel;

 

bouwvlak

een aangegeven vlak waarmee de gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;

 

bouwwerk

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, welke hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;

 

detailhandel

het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die, die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;

 

eerste bouwlaag

de bouwlaag op de begane grond;

 

erotisch getinte vermaaksfunctie

een vermaaksfunctie, welke is gericht op het doen plaatsvinden van voorstellingen en/of vertoningen van porno-erotische aard, waaronder begrepen een seksbioscoop, een seksclub en een seksautomatenhal;

 

gebouw

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;

 

gebruiken

gebruiken, het doen gebruiken, laten gebruiken en in gebruik geven;

 

geluidsbelasting vanwege het wegverkeer

de etmaalwaarde van het equivalente geluidsniveau in dB op een bepaalde plaats, veroorzaakt door het gezamenlijke wegverkeer op een bepaald weggedeelte of een combinatie van weggedeelten, zoals bedoeld in de Wet geluidhinder;

 

hoofdgebouw

een gebouw dat op een bouwperceel door zijn constructie of afmetingen, dan wel gelet op de bestemming, als het belangrijkste bouwwerk valt aan te merken;

 

maatschappelijke voorzieningen

culturele, educatieve, medische, sociale en levensbeschouwelijke voorzieningen, alle met bijbehorende praktijkruimten, voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening, alsook ondergeschikte horeca ten dienste van deze voorzieningen;

 

maatvoeringsgrens

de grens van een maatvoeringsvlak;

 

maatvoeringsvlak

een als zodanig aangegeven vlak waarmee de gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels voor bepaalde bouwwerken eenzelfde maatvoering geldt;

 

normaal onderhoud, gebruik en beheer

een gebruik gericht op het in zodanige conditie houden of brengen van objecten dat het voortbestaan van deze objecten op ten minste het bestaande kwaliteitsniveau wordt bereikt;

 

onderbouw

een gedeelte van een gebouw, dat wordt afgedekt door een vloer waarvan de bovenkant minder dan 1,20 m boven het peil is gelegen;

 

onderdoorgang

een op een zodanige hoogte gebouwd bouwwerk, dat onder het bouwwerk een voor mensen toegankelijke ruimte ontstaat;

 

ondergeschikte detailhandel

detailhandel die ondergeschikt is aan de hoofdactiviteit, welke uitsluitend toegankelijk is via de hoofdactiviteit en waarvan de openingstijden van de detailhandel zijn aangepast aan de openingstijden van de hoofdactiviteit en er een, al dan niet vrij-toegankelijke, sanitaire ruimte aanwezig is;

 

ondergeschikte dienstverlening

een dienstverlenende activiteit die ondergeschikt is aan de hoofdactiviteit, welke uitsluitend toegankelijk is via de hoofdactiviteit en waarvan de openingstijden van de dienstverlenende activiteit zijn aangepast aan de openingstijden van de hoofdactiviteit en er een, al dan niet vrij-toegankelijke, sanitaire ruimte aanwezig is;

 

ontheffing

een ontheffing als bedoeld in artikel 3.6 eerste lid onder c van de Wet ruimtelijke ordening;

 

overkapping

een bouwwerk op het erf van een gebouw of standplaats, dat strekt tot vergroting van het woongenot van het gebouw of de standplaats en dat, voor zover gebouwd vóór (het verlengde van) de voorgevel van een gebouw, geen tot de constructie zelf behorende wanden heeft en, voor zover gebouwd achter (het verlengde van) de voorgevel van een gebouw, maximaal drie wanden heeft waarvan maximaal twee tot de constructie be­horen;

 

peil

a      voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst: de hoogte van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang;

b      voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst: de hoogte van het terrein ter hoogte van die hoofdtoegang bij voltooiing van de bouw;

c      indien in of op het water wordt gebouwd: de hoogte van het terrein ter plaatse van het meest nabijgelegen punt waar het water grenst aan het vaste land;

 

prostitutie

het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding;

 

seksinrichting

een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotische/pornografische aard plaatsvinden, waaronder in ieder geval worden verstaan een prostitutiebedrijf, een erotische massagesalon, een seksbioscoop, een seksauto­matenhal, een sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar;

 

slopen

het al dan niet geheel afbreken van gebouwen en andere bouwwerken;

 

uitvoeren

uitvoeren, het doen uitvoeren, laten uitvoeren en in uitvoering geven;

 

voorgevel

de naar de weg gekeerde gevel van een gebouw of, indien het een gebouw betreft met meer dan één naar de weg gekeerde gevel, de gevel die kennelijk als zodanig diende te worden aangemerkt;

 

wijziging

een wijziging als bedoeld in artikel 3.6 eerste lid onder a van de Wet ruimtelijke ordening.

 

 

Artikel 2 Wijze van meten

Naar inhoudsopgave

2.1 Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:

 

de afstand tot de zijdelingse bouwperceelgrens

tussen de zijdelingse grens van het bouwperceel en een bepaald punt van het bouwwerk, waar die afstand het kortst is;

 

de bouwhoogte van een bouwwerk

vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals

schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;

 

de dakhelling

langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;

 

de goothoogte van een bouwwerk

vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot c.q. de druiplijn, het boeibord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;

 

de inhoud van een bouwwerk

tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;

 

de oppervlakte van een bouwwerk

tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;

 

de oppervlakte van een overkapping

tussen de buitenzijde van de afdekking van de overkapping, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van de overkapping;

 

de verticale diepte van een gebouw

vanaf het peil tot aan het laagste ondergrondse punt van een gebouw of van een bouwwerk geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, gemeten loodrecht vanaf de gevel waaraan wordt gebouwd.

2.2 Bij toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwonderdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, liftschachten, gevel- en kroonlijsten, luifels, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouwgrenzen niet meer dan 1 m bedraagt.

 

2 Bestemmingsregels

Artikel 3Groen

Naar inhoudsopgave

3.1 bestemmingsomschrijving

De voor Groen aangewezen gronden zijn bestemd voor:

a      groenvoorzieningen, bermen en beplanting;

b      parken en plantsoenen;

c      speelvoorzieningen;

d      voet- en fietspaden, water en voorzieningen voor de waterhuishouding;

met bijbehorende bouwwerken geen gebouwen zijnde en met inachtneming van de Keur van het waterschap.

3.2 bouwregels

3.2.1 Gebouwen mogen niet worden gebouwd.
3.2.2 Bouwhoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde maximaal 3 m.

Artikel 4 Maatschappelijk

Naar inhoudsopgave

4.1 bestemmingsomschrijving

4.1.1 De voor Maatschappelijk aangewezen gronden zijn bestemd voor:

a      maatschappelijke voorzieningen;

b      wonen;

c      ondergeschikte dienstverlening;

d      ondergeschikte detailhandel;

e      een verbindingsbrug ter plaatse van de aanduiding “specifieke bouwaanduiding - 1”;

f       een ondergrondse parkeergarage ter plaatse van de aanduiding “parkeergarage”;

met bijbehorende gebouwen, bouwwerken geen gebouwen zijnde, wegen en paden, parkeervoorzieningen, speel­voorzieningen, water en voorzieningen voor de waterhuishouding, tuinen en erven.

4.1.2 In aanvulling op het bepaalde in artikel 4.1.1 onder d mogen ter plaatse van de aanduiding “specifieke bouwaanduiding - 1” de gronden worden gebruikt voor het bepaalde in artikel 3 of artikel 7.

4.2bouwregels

4.2.1 Gebouwen voldoen aan de volgende kenmerken:

a      gebouwd binnen het bouwvlak;

b      ter plaatse van de aanduiding “maximale goothoogte” is ten hoogste de aangegeven maximale goothoogte toegestaan;

c      ter plaatse van de aanduiding “maximale bouwhoogte” is ten hoogste de aangegeven maximale bouwhoogte toegestaan;

d      verticale bouwdiepte van een (ondergronds) gebouw, maximaal 7 m.

4.2.2 In afwijking van het bepaalde in artikel 4.2.1 onder a mag ter plaatse van de aanduiding “parkeergarage” buiten het bouwvlak een parkeergarage worden gebouwd met een maximale verticale bouwdiepte van 7 m.
4.2.3 Bouwhoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde, maximaal 3 m.

 

 

Artikel 5 Tuin

Naar inhoudsopgave

5.1 bestemmingsomschrijving

De voor Tuin aangewezen gronden zijn bestemd voor tuinen, met bijbehorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

5.2 bouwregels

5.2.1Gebouwen mogen niet worden gebouwd.
5.2.2Bouwhoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde, maximaal 1 m.

Artikel 6 Verkeer

Naar inhoudsopgave

6.1 bestemmingsomschrijving

De voor Verkeer aangewezen gronden zijn bestemd voor:

a      wegen en straten, wandel- en fietspaden;

b      een ondergrondse parkeergarage ter plaatse van de aanduiding “parkeergarage”;

c      groen- en speelvoorzieningen;

d      waterhuishoudkundige doeleinden, waterberging en waterlopen;

met bijbehorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

6.2 bouwregels

6.2.1Gebouwen mogen niet worden gebouwd.
6.2.2In afwijking van het bepaalde in artikel 6.2.1 mag ter plaatse van de aanduiding “parkeergarage” een ondergrondse parkeergarage worden gebouwd met een verticale diepte van maximaal 7 m.
6.2.3Bouwhoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde, maximaal 3 m.

Artikel 7 Water

Naar inhoudsopgave

7.1 bestemmingsomschrijving

De voor Water aangewezen gronden zijn bestemd voor waterhuishoudkundige doeleinden, waterberging en waterlopen, met bijbehorende bouwwerken geen gebouwen zijnde waaronder bruggen, dammen, oeverbeschoeiingen en/of duikers.

7.2 bouwregels

7.2.1Gebouwen mogen niet worden gebouwd.
7.2.2Bouwhoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde, maximaal 4 m.

Artikel 8 Wonen

Naar inhoudsopgave

8.1 bestemmingsomschrijving

8.1.1 De voor Wonen aangewezen gronden zijn bestemd voor:

a      wonen;

b      een onderdoorgang ter plaatse van de aanduiding “onderdoorgang”;

met bijbehorende gebouwen, bouwwerken geen gebouwen zijnde, parkeervoorzieningen, tuinen en erven.

8.1.2 In aanvulling op het bepaalde in artikel 8.1.1 onder b mogen ter plaatse van de aanduiding “onderdoorgang” de gronden worden gebruikt voor het bepaalde in artikel 3 of artikel 6.

8.2 bouwregels

8.2.1 Hoofdgebouwen voldoen aan de volgende kenmerken:

a      gebouwd binnen het bouwvlak;

b      ter plaatse van de aanduiding “maximale goothoogte” is ten hoogste de aangegeven maximale goothoogte toegestaan;

c      ter plaatse van de aanduiding “maximale bouwhoogte” is ten hoogste de aangegeven maximale bouwhoogte toegestaan;

d      ter plaatse van de aanduiding “minimale bouwhoogte” is ten laagste de aangegeven minimale bouwhoogte toegestaan.

8.2.2 Bouwhoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde maximaal 2 m.

 

 

 

 

 

 

3 Algemene regels

Artikel 9 Anti-dubbeltelregel

Naar inhoudsopgave

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 10 Algemene bouwregels

10.1 In die gevallen dat de bestaande goothoogte, bouwhoogte, oppervlakte, inhoud en/of afstand tot enige op de verbeelding aangegeven lijn van bouwwerken, die in overeenstemming met het bepaalde in de Woningwet tot stand zijn gekomen, minder dan wel meer bedraagt dan in de bouwregels in hoofdstuk 2 van deze regels is voorgeschreven respectievelijk toegestaan, geldt die goothoogte, bouwhoogte, oppervlakte, inhoud en/of afstand in afwijking daarvan als minimaal respectievelijk maximaal toegestaan.

Artikel 11 Algemene gebruiksregels

11.1 Onder verboden gebruik als bedoeld in artikel 7.10 eerste lid Wro wordt in elk geval verstaan:

a      een gebruik van gronden als stort- en/of opslagplaats van grond en/of afval, met uitzondering van een zodanig gebruik voor het normale op de bestemming gerichte gebruik en onderhoud;

b      een gebruik van gronden als stallings- en/of opslagplaats van één of meer aan het gebruik onttrokken machines, voer-, vaar- of vliegtuigen, met uitzondering van een zodanig gebruik voor het normale op de bestemming gerichte gebruik en onderhoud;

c      een gebruik van gronden en bouwwerken voor een seksinrichting dan wel ten behoeve van prostitutie.

Artikel 12 Algemene aanduidingsregels

Naar inhoudsopgave

12.1vrijwaringszone - molenbiotoop

12.1.1 aanduidingomschrijving

De gronden ter plaatse van de aanduiding vrijwaringszone - molenbiotoop zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming van de functie van de molen als werktuig en zijn waarde als landschapsbepalend element.

12.1.2 bouwregels

In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen (artikelen 3 tot en met 8) mag niet hoger worden gebouwd dan:

a      binnen een afstand van 100 m van de molen: de bouwhoogte die gelijk is aan de hoogte van de onderste punt van de verticaal staande molenwiek;

b      binnen een afstand van 100 m tot 400 m van de molen: de bouwhoogte 1/30 van de afstand tussen het bouwwerk en de hoogte van de onderste punt van de verticaal staande molenwiek.

12.1.3 ontheffing van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in artikel 12.1.2 voor het bouwen overeenkomstig het bepaalde in de andere bestemmingen, mits advies is verkregen van de beheerder van de molen.

12.1.4 aanlegvergunning

Het is verboden zonder of in afwijking van een aanlegvergunning van burgemeester en wethouders op de in artikel 12.1.1 bedoelde gronden de volgende andere-werken uit te voeren:

a         het ophogen van gronden hoger dan de hoogte die op grond van het bepaalde in artikel 12.1.2 is toegestaan voor bouwwerken;

b         het aanleggen van bovengrondse constructies, installaties en apparatuur met een hoogte die hoger is dan op grond van het bepaalde in artikel 12.1.2 is toegestaan voor bouwwerken;

c         het aanplanten van bomen en/of houtgewas en het aanbrengen van beplanting met een hoogte die hoger is dan op grond van het bepaalde in artikel 12.1.2 is toegestaan voor bouwwerken.

Een aanlegvergunning wordt niet eerder verleend dan nadat advies is verkregen van de beheerder van de molen.

12.1.5 Geen aanlegvergunning is nodig voor:

a      andere-werken die het normale onderhoud, gebruik en beheer betreffen;

b      andere-werken die op het moment van het van kracht worden van het plan in uitvoering zijn of uitgevoerd kunnen worden op grond van een voor dat tijdstip aan­gevraagde dan wel verleende vergunning.

Artikel 13 Algemene ontheffingsregels

Naar inhoudsopgave

13.1 Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van:

a      in het plan genoemde goothoogten, bouwhoogten, oppervlakte- en inhoudsmaten, percentages en afstandseisen, waarbij een overschrijding is toegestaan tot maximaal 10% van de goothoogten, bouwhoogten, oppervlakte- en inhoudsmaten, percentages en afstandseisen;

b      de regels en toestaan dat bouwgrenzen worden overschreden, waarbij een overschrijding is toegestaan tot maximaal 2,5 m, en deze noodzakelijk is in verband met de uitmeting van het terrein of uit een oogpunt van doelmatig gebruik van de gronden en/of de bebouwing;

c      de regels en toestaan dat de bouwhoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde ten behoeve van kunstwerken, geen gebouwen zijnde, en ten behoeve van zend-, ontvang- en/of sirenemasten wordt vergroot tot maximaal 40 m;

d      de regels en toestaan dat de bouwhoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde wordt vergroot tot maximaal 10 m.

13.2 Ontheffing als bedoeld in artikel 13.1 kan slechts worden verleend, mits:

a      de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden niet onevenredig worden geschaad;

b      het straat- en bebouwingsbeeld en de verkeersveiligheidsbelangen niet onevenredig worden geschaad.

Artikel 14 Algemene wijzigingsregels

Naar inhoudsopgave

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in de vorm van het aanbrengen van geringe veranderingen in de plaats, ligging en/of afmetingen van bestemmings­grenzen, met inachtneming van de volgende voorwaarden:

a      bestemmingsgrenzen mogen met niet meer dan 5 m worden verschoven;

b      de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden mogen niet onevenredig worden geschaad;

c      het straat- en bebouwingsbeeld en de verkeersveiligheidsbelangen mogen niet
onevenredig worden geschaad.

Artikel 15 Algemene procedureregels

Naar inhoudsopgave

Op de voorbereiding van een besluit tot ontheffing of wijziging van het plan is de volgende procedure van toepassing:

a      een ontwerp van het besluit ligt met de bijbehorende stukken gedurende 4 weken op het gemeentehuis ter inzage;

b      burgemeester en wethouders maken de terinzagelegging vooraf bekend in een of meer dag- of nieuwsbladen, die in de gemeente worden verspreid, en voorts op de gebruikelijke wijze;

c      de bekendmaking houdt de mededeling in van de bevoegdheid tot het indienen van zienswijzen;

d      gedurende de onder a genoemde termijn kunnen belanghebbenden bij burgemeester en wethouders schriftelijk zienswijzen indienen omtrent het ontwerp van het besluit.

Artikel 16 Uitsluiting aanvullende werking bouwverordening

Naar inhoudsopgave

De regels van stedenbouwkundige aard van paragraaf 2.5 van de bouwverordening zijn uitsluitend van toepassing, voorzover het betreft:

a      bereikbaarheid van bouwwerken van wegverkeer, brandblusvoorzieningen;

b      bereikbaarheid van gebouwen voor gehandicapten;

c      de ruimte tussen bouwwerken;

d      parkeergelegenheid en laad- en losmogelijkheden bij of in gebouwen.

 


 

4 Overgangs- en slotregels

Artikel 17 Overgangsrecht

Naar inhoudsopgave

17.1 overgangsrecht bouwwerken

17.1.1 Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een bouwvergunning, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,

a      gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;

b      na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de bouwvergunning wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.

17.1.2 Burgemeester en wethouders kunnen eenmalig ontheffing verlenen van het bepaalde in artikel 17.1.1 voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in artikel 17.1.1 met maximaal 10%.
17.1.3 Artikel 17.1.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

17.2 overgangsrecht gebruik

17.2.1 Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
17.2.2 Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in artikel 17.2.1, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
17.2.3 Indien het gebruik, bedoeld in artikel 17.2.1, na de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
17.2.4 Artikel 17.2.1 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 18 Slotregel

Naar inhoudsopgave

Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan Hofwijck.

 

Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van [invullen datum raadsvergadering].

 

 

De voorzitter,                De griffier,

 

 

 

………………                ………………