Artikel 23      Verkeer - Railverkeer

 

23.1      Bestemmingsomschrijving

 

De voor ‘Verkeer - Railverkeer’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

a      spoorwegvoorzieningen;

b      wegen en straten;

c      water en waterhuishoudkundige voorzieningen;

d      ongelijkvloerse kruisingen ten behoeve van wegen, straten en water;

e      groenvoorzieningen.

 

 

23.2      Bouwregels

23.2.1   Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:

a      De bouwhoogte van tot de spoorwerken behorende gebouwen mag niet meer bedragen dan 4 m ten opzichte van de Bovenkant Spoorstaaf.

b      De gezamenlijk oppervlakte aan gebouwen mag niet meer bedragen dan 30 m˛.

23.2.2   Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:

a      De bouwhoogte van draagconstructies voor bovenleidingen, seinpalen, bakens en andere railverkeersvoorzieningen mag niet meer bedragen dan 15 m.

b      De bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan 2,5 m.

c      De bouwhoogte van bouwwerken voor het onderbrengen van voorzieningen van de elektrotechnische systemen mag niet meer bedragen dan 7 m ten opzichte van de Bovenkant Spoorstaaf.

d      De bouwhoogte van geluidsschermen gemeten vanaf de Bovenkant Spoorstaaf mag niet meer bedragen dan 3 m.

e      De bouwhoogte van signalerings- en telecommunicatiemasten mag niet meer bedragen dan 40 m.

f        De bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 4 m.