INHOUDSOPGAVE                                                                                                                p.1

 

Hoofdstuk 1 Inleidende regels                                                                                               p.2

 

Artikel 1 begripsbepalingen                                                                                                    p.2

 

Artikel 2 wijze van meten                                                                                                        p.6

 

Hoofdstuk 2 Gebruiksregels (gebruik en bebouwing)                                                             p.7

 

Artikel 3 Detailhandel en Kantoor                                                                                            p.7

 

Artikel 4 Detailhandel, Kantoor en Wonen                                                                               p.8

 

Artikel 5 Detailhandel en Wonen                                                                                             p.9

 

Artikel 6 Groen                                                                                                                       p.10

 

Artikel 7 Horeca en Wonen                                                                                                     p.11

 

Artikel 8 Maatschappelijke doeleinden                                                                                     p.12

 

Artikel 9 Molen                                                                                                                       p.13

 

Artikel 10 Verkeer-verblijfsgebied                                                                                            p.14

 

Artikel 11 Wonen                                                                                                                   p.15

 

Artikel 12 Wonen en Kantoor                                                                                                  p.16

 

Hoofdstuk 3 Algemene regels                                                                                                p.17

 

Artikel 13 Dubbeltelregels                                                                                                       p,17

 

Artikel 14 Algemene bouwregels                                                                                            p.18

 

Artikel 15 Algemene gebruiksregels                                                                                        p.19

 

Artikel 16 Algemene afwijkingsregels                                                                                      p.20

 

Artikel 17 Overige regels                                                                                                         p.21

 

Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels                                                                       p.22

 

Artikel 18 Overgangsrecht                                                                                                      p.22

 

Artikel 19 Slotregels                                                                                                               p.23

 

 

 

Hoofdstuk 1: inleidende bepalingen

 

Artikel 1 begripsbepalingen

 

aanbouw:

een aan een hoofdgebouw toegevoegde, afzonderlijke ruimte die qua afmetingen en/of visueel opzicht (onder meer voor wat betreft goothoogte, dakhelling en/of dakvorm), ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;

 

aan-huis-verbonden beroep:

een dienstverlenend beroep, dat in of bij een woning wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt en een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is;

 

afhankelijke woonruimte:

een bijgebouw dat qua ligging een ruimtelijke eenheid vormt met de woning en waarin een gedeelte van de huishouding uit een oogpunt van mantelzorg is ondergebracht;

 

bebouwing:

één of meer gebouwen en/of één of meer bouwwerken, geen gebouwen zijnde;

 

beroeps- c.q. bedrijfsvloeroppervlakte:

de totale vloeroppervlakte van de ruimte binnen een bouwwerk en/of op een terrein die wordt gebruikt voor de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep c.q. een (dienstverlenend) bedrijf of een dienstverlenende instelling, inclusief opslag- en administratieruimten en dergelijke;

 

bestaande situatie:

a          t.a.v. bebouwing:

bebouwing, zoals legaal aanwezig op het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan, dan wel mag worden gebouwd krachtens een voor dat tijdstip aangevraagde en verleende of te verlenen vergunning;

b          t.a.v. gebruik:

het gebruik van grond en opstallen, zoals legaal aanwezig op het tijdstip van de inwerkingtreding van plan;

 

besluitvlak

Het vlak waarmee de begrenzing van het gebied van de beheersverordening aangegeven wordt;

 

besluitsubvlak:

een op de verbeelding aangegeven vlak met een zelfde bestemming;

 

bijgebouw:

een op zichzelf staand, al dan niet vrijstaand gebouw, dat door de vorm onderscheiden kan worden van het op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw en dat in functioneel en architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;

 

bouwen:

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk;

 

bouwgrens:

een op de kaart aangegeven lijn, die de grens vormt van een bouwvlak;

 

bouwperceel:

een aaneengesloten stuk grond, waarop krachtens het plan een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;

 

bouwvlak:

een op de plankaart aangegeven vlak, waarbinnen krachtens deze regels bepaalde bebouwing mag worden gebouwd. De grens van het bouwvlak die gericht is naar de weg, waarop de bebouwing is georiënteerd, wordt tevens aangemerkt als voorgevelrooilijn;

 

bouwwerk:

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, welke hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;

 

dakvoet:

de bovenkant van een verdiepingsvloer;

 

detailhandel:

het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen, niet zijnde goederen gerelateerd aan seks of drugs, aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;

 

dienstverlening:

het bedrijfsmatig verlenen van diensten;

 

dienstverlening als aan-huis-verbonden beroep:

dienstverlening middels een aan huis uitgeoefend beroep op administratief,

juridisch, medisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerptechnisch of hiermee

gelijk te stellen gebied in een woning en/of daarbij behorende bijgebouwen en

welke activiteit wordt uitgeoefend door ten hoogste twee personen, waarvan

er ten minste één woonachtig is in de betreffende woning;

 

escortbedrijf:

de natuurlijke persoon, groep van personen of rechtspersoon die bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, prostitutie aanbiedt, die op een andere plaats dan in de bedrijfsruimte wordt uitgeoefend zoals escortservices en bemiddelingsbureaus;

 

functie:

doeleinden ten behoeve waarvan gebruik van gebouwen en/of gronden of aangewezen delen daarvan is toegestaan;

 

gebouw:

elk bouwwerk dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;

 

 

 

hoofdgebouw:

een gebouw, dat op een bouwperceel door zijn constructie of afmetingen dan wel gelet op de bestemming als belangrijkste gebouw valt aan te merken;

 

horeca:

een bedrijf waar bedrijfsmatig dranken en etenswaren voor consumptie ter plaatse worden verstrekt en/of waar bedrijfsmatig logies wordt verstrekt;

 

horeca categorie 1:

een bedrijf dat in hoofdzaak is gericht op het bedrijfsmatig verstrekken van al dan niet ter plaatse bereide etenswaren ten behoeve van consumptie ter plaatse, alsmede het daaraan ondergeschikt verstrekken van alcoholhoudende en niet-alcoholhoudende dranken, al dan niet in combinatie met het verstrekken van nachtverblijf en/of van zaalverhuur, zoals een (hotel-)restaurant, pannenkoekhuis, eetcafé en pizzeria, uitgezonderd een maaltijdafhaalcentrum;

 

horeca categorie 2:

een bedrijf dat in hoofdzaak is gericht op het bedrijfsmatig verstrekken van ter plaatse bereide snacks, ijs en kleine maaltijden voor consumptie zowel ter plaatse als elders, met daaraan ondergeschikt het verstrekken van dranken, zoals een snackbar, cafetaria, lunchroom en ijssalon;

 

horeca categorie 3:

een bedrijf dat in hoofdzaak is gericht op het bedrijfsmatig verstrekken van overwegend alcoholische dranken voor consumptie ter plaatse, al dan niet in combinatie met kleine etenswaren, zoals een café;

 

kantoor- en/of praktijkruimte:

een ruimte welke door aard en indeling kennelijk is bestemd om uitsluitend of in hoofdzaak dienstig te zijn tot het verrichten van administratieve, medische en/of ontwerptechnische arbeid;

 

maatschappelijke en culturele voorzieningen:

educatieve, sociaal-medische, sociaal-culturele, levensbeschouwelijke, religieuze, onderwijs-, sport- en recreatieve voorzieningen en voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening, alsook ondergeschikte detailhandel in combinatie met en ten dienste van deze voorzieningen;

 

molen:

inrichting bestemd en geschikt voor het benutten van windkracht;

 

molenbedrijf:

bedrijf gericht op het gebruik van een molen als zodanig;

 

ondergeschikte functie:

functie waarvoor maximaal 30% van de gezamenlijke vloeroppervlakte van de bebouwing als zodanig mag worden gebruikt;

 

parkeren:

hetgeen daaronder wordt verstaan in het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens, zoals dit geldt op de datum van vaststelling van het plan;

 

parkeerplaats:

een al dan niet overkapte ruimte, niet zijnde een garage, met een afmeting van minimaal 2,5 m bij 5 m, geschikt om te worden gebruikt ten behoeve van de stalling van motorvoertuigen;

plan:

de beheersverordening ‘centrum Mierlo’ van de gemeente Geldrop-Mierlo bestaande uit deze regels met bijlage(n), de verbeelding en de toelichting;

 

prostitutie:

het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele diensten ten behoeve van een ander tegen vergoeding;

 

raamprostitutie:

een seksinrichting met één of meer ramen van waarachter de prostituee/prostitué tracht de aandacht van passanten op zich te vestigen;

 

seksinrichting:

een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden.

Onder een seksinrichting worden in ieder geval verstaan: een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, een parenclub, een (raam)prostitutiebedrijf en een erotische massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar;

 

straatprostitutie:

het door handelingen, houding, woord, gebaar of op andere wijze passanten tot prostitutie bewegen, uitnodigen dan wel aanlokken;

 

supermarkt:

zelfbedieningszaak met (hoofdzakelijk) een grote verscheidenheid aan levensmiddelen, met een verkoopvloeroppervlak van minimaal 400 m2;

 

uitbouw:

de vergroting van een bestaande ruimte in een hoofdgebouw, die qua afmetingen en/of in visueel opzicht (onder meer wat betreft (goot)hoogte, dakhelling en/of dakvorm), ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;

 

verbeelding:

de kaart met bijbehorende verklaring, waarop de bestemmingen van de in het plan aangewezen gronden zijn aangegeven, tekeningnummer NL.IMRO.1771.BVCentrumMierlo-VP01;

 

voorgevellijn:

de lijn waarin de voorgevel van het hoofdgebouw is gelegen alsmede het verlengde daarvan;

 

voorgevelrooilijn:

de grens van het bouwvlak die gericht is naar de weg en waarop de bebouwing is georiënteerd;

 

 

Artikel 2 wijze van meten en berekenen

 

Bij de toepassing van deze voorschriften wordt als volgt gemeten c.q. gerekend:

 

1          afstand tot de zijdelingse perceelsgrens:

de kortste afstand van het verticale vlak in de zijdelingse perceelsgrens tot enig punt van het op dat bouwperceel voorkomende bouwwerk;

 

2          bebouwd oppervlak van een bouwperceel:

de oppervlakte van alle op een bouwperceel aanwezige bouwwerken tezamen;

 

3          bebouwingspercentage:

het oppervlak dat met bouwwerken is bebouwd, uitgedrukt in procenten van de oppervlakte van het bouwperceel, voor zover dat is gelegen binnen een besluitsubvlak, of binnen een in de regels nader aan te duiden gedeelte van dat besluitsubvlak;

 

4          breedte, diepte c.q. lengte van een bouwwerk:

Tussen de buitenwerkse hoofdgevelvlakken en/of de harten van gemeenschappelijke scheidingsmuren;

 

5          dakhelling:

langs het dakvlak gemeten ten opzichte van het horizontale vlak;

 

6          goothoogte van een bouwwerk:

vanaf het peil verticaal tot aan de bovenkant goot, boeibord of druiplijn of daarmee gelijk te stellen constructiedeel van een gebouw of bouwwerk;

 

7          (nok)hoogte van een bouwwerk:

vanaf het peil verticaal tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, bestaande opbouwen niet meegerekend;

 

8          inhoud van een bouwwerk:

tussen de onderzijde van de begane-grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de gemeenschappelijke scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;

 

9          oppervlakte van een bouwwerk:

tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of de harten van gemeenschappelijke scheidingsmuren op 1 m boven peil, dan wel indien het bouwwerk uit meerdere bouwlagen bestaat, over de laag met het grootste oppervlak;

 

10        peil:

voor bouwwerken, waarvan de hoofdtoegang onmiddellijk aan de weg grenst: de hoogte van die weg ter plaatse van de hoofdtoegang;

in andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het aansluitende maaiveld of het afgewerkte bouwterrein.

 

Bij toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen zoals plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, liftopbouwen, gevel- en kroonlijsten, luifels, erkers, balkons, overstekende daken en goten van dakkapellen buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding niet meer dan 1 m bedraagt.


Hoofdstuk 2 Gebruiksregels (gebruik en bebouwing)

 

Artikel 3 Detailhandel en Kantoor

 

3.1       Doeleindenomschrijving

 

De als ‘Detailhandel en Kantoor' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

a.                   detailhandel, met uitzondering van supermarkten;

b.                  kantoren;

c.                   wonen, alleen op de verdieping

 

met daaraan ondergeschikt:

d.                  voorzieningen voor verkeer en verblijf;

e.                   parkeervoorzieningen;

f.                    groenvoorzieningen.

 

3.2       Bouwregels

 

De binnen het besluitsubvlak aanwezige bestaande bouwwerken mogen vervangen worden door bouwwerken van dezelfde afmetingen op dezelfde locatie.

 

 

 

 

Artikel 4 Detailhandel, Kantoor en Wonen

 

4.1       Doeleindenomschrijving

 

De als ‘Detailhandel, Kantoor en Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

a.       wonen, alleen op de verdiepingen;

b.      kantoren;

c.       detailhandel, alleen op de begane grond;

d.      dienstverlening, alleen op de begane grond;

e.       een kapper, alleen ter plaatse van de aanduiding ‘kapper toegestaan’ (kt);

f.        aan detailhandel ondergeschikte horeca, alleen ter plaatse van de aanduiding ‘beperkte horeca toegestaan’ (bht).

 

met daaraan ondergeschikt:

g.      voorzieningen voor verkeer en verblijf;

h.      parkeervoorzieningen;

i.         groenvoorzieningen.

 

4.2       Bouwregels

 

De binnen het besluitsubvlak aanwezige bestaande bouwwerken mogen vervangen worden door bouwwerken van dezelfde afmetingen op dezelfde locatie.

 

 

Artikel 5 Detailhandel en Wonen

 

5.1       Doeleindenomschrijving

 

De als ‘Detailhandel en Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

a.       wonen, alleen op de verdiepingen. Alleen ter plaatse van de aanduiding ‘wonen begane grond (wbg)’ is wonen ook op de begane grond toegestaan;

b.      detailhandel, met uitzondering van supermarkten ter plaatse van de aanduiding ‘supermarkt uitgesloten (su)’. Detailhandel is alleen op de begane grond toegestaan;

 

met daaraan ondergeschikt:

c.       voorzieningen voor verkeer en verblijf;

d.      parkeervoorzieningen;

e.       groenvoorzieningen.

 

5.2       Bouwregels

 

5.2.1     Bestaande bouwwerken

 

De binnen het besluitsubvlak aanwezige bestaande bouwwerken mogen vervangen worden door bouwwerken van dezelfde afmetingen op dezelfde locatie.

 

5.2.2          Nieuwe bouwwerken

 

5.2.2.1                Gebouwen binnen het bouwvlak

Ter plaatse van een op de verbeelding aangegeven bouwvlak mogen in aanvulling op het hierboven bepaalde onder 5.2.1, nieuwe gebouwen worden gebouwd met inachtneming van de volgende regels:

a.        De goothoogte mag niet meer bedragen dan 7 meter;

b.       De nokhoogte mag niet meer bedragen dan 10 meter;

c.        De dakhelling mag niet meer bedragen dan 60°;

d.       Het bouwvlak mag volledig worden bebouwd.

 

5.2.2.2                Gebouwen buiten het bouwvlak

In de gebieden buiten het op de verbeelding aangegeven bouwvlak mogen in aanvulling op het hierboven bepaalde onder 5.2.1, nieuwe gebouwen worden gebouwd met inachtneming van de volgende regels:

a.        De goothoogte mag niet meer bedragen dan 3 meter;

b.       De nokhoogte mag niet meer bedragen dan 4,5 meter;

c.        Maximaal 70% van het gedeelte buiten het bouwvlak mag worden bebouwd;

d.       Voor detailhandelsdoeleinden mag de oppervlakte niet meer bedragen dan 200 m²;

e.        Voor woondoeleinden mag de bebouwde oppervlakte niet meer bedragen dan 45 m²

 

5.2.2.3                Overige bouwwerken geen gebouwen zijnde

a.        Overige bouwwerken mogen niet hoger zijn dan 2,5 meter;

b.       Overige bouwwerken mogen niet hoger zijn dan 1 meter

 

 

Artikel 6 Groen

 

6.1       Doeleindenomschrijving

 

De als ‘Groen’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

a.       groenvoorziening;

b.      paden;

c.       speelvoorzieningen

 

met daaraan ondergeschikt:

d.      voorzieningen voor verkeer en verblijf;

e.       parkeervoorzieningen;

 

6.2       Bouwregels

 

De binnen het besluitsubvlak aanwezige bestaande bouwwerken mogen vervangen worden door bouwwerken van dezelfde afmetingen op dezelfde locatie.

 

 

 

Artikel 7 Horeca en Wonen

 

7.1       Doeleindenomschrijving

 

De als ‘Horeca en Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

a.                   Horecabedrijven in de categorieën 1 , 2 en 3;

b.                  Ter plaatse van de aanduiding horeca begane grond (hbg) is horeca alleen op de begane grond     toegestaan;

c.                   Wonen, alleen op de verdiepingen;

 

met daaraan ondergeschikt:

d.                  voorzieningen voor verkeer en verblijf;

e.                   parkeervoorzieningen;

f.                    groenvoorzieningen.

 

7.2       Bouwregels

 

De binnen het besluitsubvlak aanwezige bestaande bouwwerken mogen vervangen worden door bouwwerken van dezelfde afmetingen op dezelfde locatie.

 

 


Artikel 8 Maatschappelijk

 

8.1       Doeleindenomschrijving

 

De als ‘Maatschappelijk’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

a.                   educatieve voorzieningen;

b.                  sociaal-medische voorzieningen;

c.                   sociaal-culturele voorzieningen;

d.                  levensbeschouwelijke en religieuze voorzieningen;

e.                   voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening;

f.                    sport en recreatieve doeleinden

 

met daaraan ondergeschikt:

g.                  voorzieningen voor verkeer en verblijf;

h.                  parkeervoorzieningen;

i.                     groenvoorzieningen;

 

8.2       Bouwregels

 

De binnen het besluitsubvlak aanwezige bestaande bouwwerken mogen vervangen worden door bouwwerken van dezelfde afmetingen op dezelfde locatie.

 

 

 

 

Artikel 9 Molen

 

9.1       Doeleindenomschrijving

De als ‘Molen’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

een molen en molenbedrijf;

 

met daaraan ondergeschikt:

voorzieningen voor verkeer en verblijf;

parkeervoorzieningen;

groenvoorzieningen;

water en waterhuishoudkundige voorzieningen;

 

9.2       Bouwregels

 

De binnen het besluitsubvlak aanwezige bestaande bouwwerken mogen vervangen worden door bouwwerken van dezelfde afmetingen op dezelfde locatie.

 

 

Artikel 10 Verkeer

 

10.1 Doeleindenomschrijving

 

De als ‘Verkeer’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

a.       voorzieningen voor verkeer en verblijf;

b.      parkeervoorzieningen;

c.       speelvoorzieningen;

d.      groenvoorzieningen;

e.       water- en waterhuishoudkundige voorzieningen;

 

10.2            Bouwregels

10.2.1      Bestaande bouwwerken

De binnen het besluitsubvlak aanwezige bestaande bouwwerken mogen vervangen worden door bouwwerken van dezelfde afmetingen op dezelfde locatie.

 

10.2.2      Nieuwe bouwwerken

In aanvulling op het bepaalde in artikel 10.2.1 mogen uitsluitend nieuwe bouwwerken geen gebouwen opgericht worden als voldaan wordt aan de volgende regels:

a.       De hoogte van palen, masten en protalen voor geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer mag niet meer bedragen dan 12 meter;

b.      Overige bouwwerken geen gebouwen zijnde mogen maximaal 5 meter hoog zijn

 

 

Artikel 11 Wonen

 

11.1      Doeleindenomschrijving

De als ‘Wonen’ aangewezen gronden zijn bestemd voor de volgende doeleinden:

a.       wonen;

b.      aan-huis-verbonden beroepen;

 

met daaraan ondergeschikt:

c.       voorzieningen voor verkeer en verblijf;

d.      parkeervoorzieningen;

e.       groenvoorzieningen;

f.        water en waterhuishoudkundige voorzieningen;

 

11.2      Bouwregels

11.2.1   Bestaande bouwwerken

De binnen het besluitsubvlak aanwezige bestaande bouwwerken mogen vervangen worden door bouwwerken van dezelfde afmetingen op dezelfde locatie.

 

11.2.2   Nieuwe bouwwerken

 

11.2.2.1 Aanbouwen en bijgebouwen

In aanvulling op het bepaalde in artikel 11.2.1 mogen uitsluitend achter de voorgevellijn van het hoofdgebouw aanbouwen en bijgebouwen gebouwd worden als voldaan wordt aan de volgende regels:

a.       Per woning mag één aanbouw en één bijgebouw opgericht worden;

b.      De oppervlakte van het bijgebouw mag maximaal 45 m² bedragen;

c.       De oppervlakte van de aanbouw mag maximaal 45 m² bedragen;

d.      De goothoogte mag niet meer bedragen dan 3 m;

e.       De (nok)hoogte mag niet meer bedragen dan 4,5 m;

f.        De dakhelling mag maximaal 60° bedragen;

 

11.2.2.2 Bouwwerken geen gebouwen zijnde

In aanvulling op het bepaalde in artikel 11.2.1 mogen bouwwerken geen gebouwen zijnde worden opgericht als voldaan wordt aan de volgende regels:

a.       bouwwerken achter de voorgevelrooilijn van het hoofdgebouw mogen niet hoger zijn dan 2,5 meter;

b.      Bouwwerken geen gebouwen zijnde voor de voorgevelrooilijn mogen niet hoger zijn dan 1 meter.

 

 

Artikel 12 Wonen en Kantoor

 

12.1      Doeleindenomschrijving

De als ‘Wonen’ aangewezen gronden zijn bestemd voor de volgende doeleinden:

a.       wonen;

b.      aan-huis-verbonden beroepen;

c.       kantoren alleen op de begane grond

d.      een kapper, alleen ter plaatse van de aanduiding ‘kapper toegestaan’ (kt);

 

12.2      Bouwregels

12.2.1   Bestaande bouwwerken

De binnen het besluitsubvlak aanwezige bestaande bouwwerken mogen vervangen worden door bouwwerken van dezelfde afmetingen op dezelfde locatie.

 

12.2.2   Nieuwe bouwwerken

 

12.2.2.1 aanbouwen en bijgebouwen

In aanvulling op het bepaalde in artikel 12.2.1 mogen uitsluitend achter de voorgevellijn van hoofdgebouwen aanbouwen en bijgebouwengebouwd worden als voldaan wordt aan de volgende regels:

a.       Per woning mag één aanbouw en één bijgebouw opgericht worden;

b.      De oppervlakte van het bijgebouw mag maximaal 45 m² bedragen;

c.       De oppervlakte van de aanbouw mag maximaal 45 m² bedragen;

d.      De goothoogte mag niet meer bedragen dan 3 m;

e.       De (nok)hoogte mag niet meer bedragen dan 4,5 m;

f.        De dakhelling mag maximaal 60° bedragen;

 

12.2.2.2 Bouwwerken geen gebouwen zijnde

In aanvulling op het bepaalde in artikel 12.2.1 mogen bouwwerken geen gebouwen zijnde worden opgericht als voldaan wordt aan de volgende regels:

a.       bouwwerken achter de voorgevelrooilijn van het hoofdgebouw mogen niet hoger zijn dan 2,5 meter;

b.      bouwwerken geen gebouwen zijnde voor de voorgevelrooilijn mogen niet hoger zijn dan 1 meter.

 

Hoofdstuk 3 Algemene regels

 

Artikel 13 Dubbeltelregels

 

Grond welke eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

 

 

Artikel 14 Algemene bouwregels

 

Artikel 14.1 Bestaande afwijkende maatvoering

 

In die gevallen dat de (goot)hoogte, de oppervlakte, de inhoud, een bebouwingspercentage en/of de afstand tot de weg of perceelsgrenzen en andere maten van een bouwwerk dat aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, voor in overeenstemming met het bepaalde in de Woningwet tot stand gekomen, op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerp van het plan:

·         minder bedraagt dan in de bouwregels in hoofdstuk 2 van deze regels is voorgeschreven, respectievelijk toegestaan, geldt die bestaande maatvoering in afwijking daarvan als minimaal toegestaan;

·         meer bedraagt dan in de bouwregels van hoofdstuk 2 van deze regels is voorgeschreven, respectievelijk toegestaan, geldt die bestaande maatvoering in afwijking daarvan als maximaal toegestaan.

 

 

Artikel 15 Algemene gebruiksregels

 

15.1 Gebruiksverbod

Het is verboden de gronden en bouwwerken te gebruiken of te doen of laten gebruiken op een wijze of tot een doel strijdig met de gegeven bestemming(en).

 

15.2 Strijdig gebruik

Onder strijdig gebruik met de gebruiksregels van deze beheersverordening wordt in ieder geval verstaan:

a.       gebruik van gronden, gebouwen, bouwwerken en onderkomens ten behoeve van een seksinrichting en/of escortbedrijf, raamprostitutie, straatprostitutie, growshops en coffeeshops;

b.      het gebruik van (vrijstaande) bijgebouwen als zelfstandige dan wel afhankelijk woonruimte.

 

 

Artikel 16 Algemene afwijkingsregels

 

Burgemeester en wethouders kunnen een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van:

a.       de bij recht in de regels gegeven maten, afmetingen en percentages tot niet meer dan 10% van die maten, afmetingen en percentages, voor zover daarvoor in deze regels geen bijzondere afwijkingsbevoegdheden zijn opgenomen;

b.      de regels van de beheersverordening om daarmee toe te staan dat het bouwvlak in geringe mate wordt overschreden, indien een meetverschil daartoe aanleiding geeft;

c.       de regels van de beheersverordening als daarmee toegestaan wordt dat openbare nutsgebouwtjes, wachthuisjes ten behoeve van het openbaar vervoer, telefooncellen, gebouwtjes ten behoeve van de bediening van kunstwerken, toiletgebouwtjes, en naar aard daarmee gelijk te stellen gebouwtjes worden gebouwd, mits:

1.       de oppervlakte per gebouwtje niet meer bedraagt dan 10 m²;

2.       de (nok)hoogte niet meer bedraagt dan 3,5 m;

 

 

Artikel 17 Overige regels

 

Waar in dit plan wordt verwezen naar andere wettelijke regelingen, wordt geduid op de regelingen zoals die luidden op het tijdstip van de vaststelling van het plan.

 

 

Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels

 

Artikel 18 Overgangsrecht

 

18.1 Overgangsrecht bouwwerken

1. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van de beheersverordening aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van de beheersverordening, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,

a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;

b. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.

2. Het bevoegd gezag kan in afwijking van het eerste lid een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%.

3. Het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van de beheersverordening, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

 

18.2 Overgangsrecht gebruik

1. Het gebruik van gronden en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van de beheersverordening en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.

2. Het is verboden het met de beheersverordening strijdige gebruik, bedoeld in het eerste lid, te veranderen of te laten veranderen in een ander met de beheersverordening strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.

3. Indien het gebruik, bedoeld in het eerste lid, na het tijdstip van inwerkingtreding van de beheersverordening voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.

4. Het eerste lid is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

 

Artikel 19 Slotregels

 

Deze regels worden aangehaald als: regels van de beheersverordening ‘Centrum Mierlo’.