INHOUDSOPGAVE p.1
Hoofdstuk 1
Inleidende regels p.2
Artikel 1 begripsbepalingen p.2
Artikel 2 wijze van meten p.6
Hoofdstuk 2
Gebruiksregels (gebruik en bebouwing) p.7
Artikel 3 Detailhandel en Kantoor p.7
Artikel 4 Detailhandel, Kantoor en Wonen p.8
Artikel 5 Detailhandel en Wonen p.9
Artikel 6 Groen p.10
Artikel 7 Horeca en Wonen p.11
Artikel 8 Maatschappelijke doeleinden p.12
Artikel 9 Molen p.13
Artikel 10 Verkeer-verblijfsgebied p.14
Artikel 11 Wonen p.15
Artikel 12 Wonen en Kantoor p.16
Hoofdstuk 3
Algemene regels p.17
Artikel 13 Dubbeltelregels p,17
Artikel 14 Algemene bouwregels p.18
Artikel 15 Algemene gebruiksregels p.19
Artikel 16 Algemene afwijkingsregels p.20
Artikel 17 Overige regels p.21
Hoofdstuk 4
Overgangs- en slotregels p.22
Artikel 18 Overgangsrecht p.22
Artikel 19 Slotregels p.23
Hoofdstuk 1:
inleidende bepalingen
Artikel 1
begripsbepalingen
aanbouw:
een aan een hoofdgebouw toegevoegde,
afzonderlijke ruimte die qua afmetingen en/of visueel opzicht (onder meer voor
wat betreft goothoogte, dakhelling en/of dakvorm), ondergeschikt is aan het
hoofdgebouw;
aan-huis-verbonden beroep:
een dienstverlenend beroep, dat in of bij een
woning wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie
behoudt en een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie
in overeenstemming is;
afhankelijke woonruimte:
een bijgebouw dat qua ligging een ruimtelijke
eenheid vormt met de woning en waarin een gedeelte van de huishouding uit een
oogpunt van mantelzorg is ondergebracht;
bebouwing:
één of meer gebouwen en/of één of meer
bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
beroeps- c.q. bedrijfsvloeroppervlakte:
de totale vloeroppervlakte van de ruimte binnen
een bouwwerk en/of op een terrein die wordt gebruikt voor de uitoefening van
een aan-huis-verbonden beroep c.q. een (dienstverlenend) bedrijf of een
dienstverlenende instelling, inclusief opslag- en administratieruimten en
dergelijke;
bestaande situatie:
a t.a.v.
bebouwing:
bebouwing, zoals legaal aanwezig op het tijdstip
van de inwerkingtreding van het plan, dan wel mag worden gebouwd krachtens een
voor dat tijdstip aangevraagde en verleende of te verlenen vergunning;
b t.a.v.
gebruik:
het gebruik van grond en opstallen, zoals legaal aanwezig
op het tijdstip van de inwerkingtreding van plan;
besluitvlak
Het vlak waarmee de begrenzing van het gebied van
de beheersverordening aangegeven wordt;
besluitsubvlak:
een op de verbeelding aangegeven vlak met een
zelfde bestemming;
bijgebouw:
een op zichzelf staand, al dan niet vrijstaand
gebouw, dat door de vorm onderscheiden kan worden van het op hetzelfde
bouwperceel gelegen hoofdgebouw en dat in functioneel en architectonisch
opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
bouwen:
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk
oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk;
bouwgrens:
een op de kaart aangegeven lijn, die de grens
vormt van een bouwvlak;
bouwperceel:
een aaneengesloten stuk grond, waarop krachtens
het plan een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
bouwvlak:
een op de plankaart aangegeven vlak, waarbinnen
krachtens deze regels bepaalde bebouwing mag worden gebouwd. De grens van het
bouwvlak die gericht is naar de weg, waarop de bebouwing is georiënteerd, wordt
tevens aangemerkt als voorgevelrooilijn;
bouwwerk:
elke constructie van enige omvang van hout,
steen, metaal of ander materiaal, welke hetzij direct of indirect met de grond
verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
dakvoet:
de bovenkant van een verdiepingsvloer;
detailhandel:
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder
begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen,
niet zijnde goederen gerelateerd aan seks of drugs, aan personen die die goederen
kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een
beroeps- of bedrijfsactiviteit;
dienstverlening:
het bedrijfsmatig verlenen van diensten;
dienstverlening als aan-huis-verbonden beroep:
dienstverlening middels een aan huis uitgeoefend
beroep op administratief,
juridisch, medisch, therapeutisch, kunstzinnig,
ontwerptechnisch of hiermee
gelijk te stellen gebied in een woning en/of
daarbij behorende bijgebouwen en
welke activiteit wordt uitgeoefend door ten
hoogste twee personen, waarvan
er ten minste één woonachtig is in de betreffende
woning;
escortbedrijf:
de
natuurlijke persoon, groep van personen of rechtspersoon die bedrijfsmatig of
in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, prostitutie aanbiedt, die op een
andere plaats dan in de bedrijfsruimte wordt uitgeoefend zoals escortservices
en bemiddelingsbureaus;
functie:
doeleinden ten behoeve waarvan gebruik van
gebouwen en/of gronden of aangewezen delen daarvan is toegestaan;
gebouw:
elk bouwwerk dat een voor mensen toegankelijke,
overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
hoofdgebouw:
een gebouw, dat op een bouwperceel door zijn
constructie of afmetingen dan wel gelet op de bestemming als belangrijkste
gebouw valt aan te merken;
horeca:
een bedrijf waar bedrijfsmatig dranken en
etenswaren voor consumptie ter plaatse worden verstrekt en/of waar bedrijfsmatig
logies wordt verstrekt;
horeca categorie 1:
een bedrijf dat in hoofdzaak is gericht op het
bedrijfsmatig verstrekken van al dan niet ter plaatse bereide etenswaren ten
behoeve van consumptie ter plaatse, alsmede het daaraan ondergeschikt
verstrekken van alcoholhoudende en niet-alcoholhoudende dranken, al dan niet in
combinatie met het verstrekken van nachtverblijf en/of van zaalverhuur, zoals
een (hotel-)restaurant, pannenkoekhuis, eetcafé en pizzeria, uitgezonderd een
maaltijdafhaalcentrum;
horeca categorie 2:
een bedrijf dat in hoofdzaak is gericht op het
bedrijfsmatig verstrekken van ter plaatse bereide snacks, ijs en kleine
maaltijden voor consumptie zowel ter plaatse als elders, met daaraan ondergeschikt
het verstrekken van dranken, zoals een snackbar, cafetaria, lunchroom en
ijssalon;
horeca categorie 3:
een bedrijf dat in hoofdzaak is gericht op het
bedrijfsmatig verstrekken van overwegend alcoholische dranken voor consumptie
ter plaatse, al dan niet in combinatie met kleine etenswaren, zoals een café;
kantoor- en/of praktijkruimte:
een ruimte welke door aard en indeling kennelijk
is bestemd om uitsluitend of in hoofdzaak dienstig te zijn tot het verrichten
van administratieve, medische en/of ontwerptechnische arbeid;
maatschappelijke en culturele voorzieningen:
educatieve, sociaal-medische, sociaal-culturele,
levensbeschouwelijke, religieuze, onderwijs-, sport- en recreatieve
voorzieningen en voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening, alsook
ondergeschikte detailhandel in combinatie met en ten dienste van deze
voorzieningen;
molen:
inrichting bestemd en geschikt voor het benutten
van windkracht;
molenbedrijf:
bedrijf gericht op het gebruik van een molen als
zodanig;
ondergeschikte functie:
functie waarvoor maximaal 30% van de gezamenlijke
vloeroppervlakte van de bebouwing als zodanig mag worden gebruikt;
parkeren:
hetgeen daaronder wordt verstaan in het Reglement
Verkeersregels en Verkeerstekens, zoals dit geldt op de datum van vaststelling
van het plan;
parkeerplaats:
een al dan niet overkapte ruimte, niet zijnde een
garage, met een afmeting van minimaal
plan:
de beheersverordening ‘centrum Mierlo’ van de
gemeente Geldrop-Mierlo bestaande uit deze regels met bijlage(n), de verbeelding
en de toelichting;
prostitutie:
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten
van seksuele diensten ten behoeve van een ander tegen vergoeding;
raamprostitutie:
een seksinrichting met één of meer ramen van
waarachter de prostituee/prostitué tracht de aandacht van passanten op zich te
vestigen;
seksinrichting:
een voor het publiek toegankelijke besloten
ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was
seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotisch-pornografische
aard plaatsvinden.
Onder een seksinrichting worden in ieder geval
verstaan: een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, een parenclub, een (raam)prostitutiebedrijf
en een erotische massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar;
straatprostitutie:
het door handelingen, houding, woord, gebaar of
op andere wijze passanten tot prostitutie bewegen, uitnodigen dan wel
aanlokken;
supermarkt:
zelfbedieningszaak met (hoofdzakelijk) een grote
verscheidenheid aan levensmiddelen, met een verkoopvloeroppervlak van minimaal
uitbouw:
de vergroting van een bestaande ruimte in een
hoofdgebouw, die qua afmetingen en/of in visueel opzicht (onder meer wat
betreft (goot)hoogte, dakhelling en/of dakvorm), ondergeschikt is aan het
hoofdgebouw;
verbeelding:
de kaart met bijbehorende verklaring, waarop de bestemmingen
van de in het plan aangewezen gronden zijn aangegeven, tekeningnummer NL.IMRO.1771.BVCentrumMierlo-VP01;
voorgevellijn:
de lijn waarin de voorgevel van het hoofdgebouw
is gelegen alsmede het verlengde daarvan;
voorgevelrooilijn:
de grens van het bouwvlak die gericht is naar de
weg en waarop de bebouwing is georiënteerd;
Artikel 2 wijze
van meten en berekenen
Bij de toepassing van deze voorschriften wordt
als volgt gemeten c.q. gerekend:
1 afstand
tot de zijdelingse perceelsgrens:
de kortste afstand van het verticale vlak in de
zijdelingse perceelsgrens tot enig punt van het op dat bouwperceel voorkomende
bouwwerk;
2 bebouwd
oppervlak van een bouwperceel:
de oppervlakte van alle op een bouwperceel
aanwezige bouwwerken tezamen;
3 bebouwingspercentage:
het oppervlak dat met bouwwerken is bebouwd,
uitgedrukt in procenten van de oppervlakte van het bouwperceel, voor zover dat
is gelegen binnen een besluitsubvlak, of binnen een in de regels nader aan te
duiden gedeelte van dat besluitsubvlak;
4 breedte,
diepte c.q. lengte van een bouwwerk:
Tussen de buitenwerkse hoofdgevelvlakken en/of de
harten van gemeenschappelijke scheidingsmuren;
5 dakhelling:
langs het dakvlak gemeten ten opzichte van het
horizontale vlak;
6 goothoogte
van een bouwwerk:
vanaf het peil verticaal tot aan de bovenkant
goot, boeibord of druiplijn of daarmee gelijk te stellen constructiedeel van
een gebouw of bouwwerk;
7 (nok)hoogte
van een bouwwerk:
vanaf het peil verticaal tot aan het hoogste punt
van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, bestaande opbouwen niet
meegerekend;
8 inhoud
van een bouwwerk:
tussen de onderzijde van de begane-grondvloer, de
buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de gemeenschappelijke
scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
9 oppervlakte
van een bouwwerk:
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of de
harten van gemeenschappelijke scheidingsmuren op
10 peil:
voor bouwwerken, waarvan de hoofdtoegang
onmiddellijk aan de weg grenst: de hoogte van die weg ter plaatse van de
hoofdtoegang;
in andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het
aansluitende maaiveld of het afgewerkte bouwterrein.
Bij toepassing van het bepaalde ten aanzien van
het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen zoals plinten, pilasters, kozijnen,
gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, liftopbouwen, gevel- en
kroonlijsten, luifels, erkers, balkons, overstekende daken en goten van
dakkapellen buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding niet meer dan
Hoofdstuk 2
Gebruiksregels (gebruik en bebouwing)
Artikel 3
Detailhandel en Kantoor
3.1 Doeleindenomschrijving
De als ‘Detailhandel en Kantoor' aangewezen
gronden zijn bestemd voor:
a.
detailhandel, met uitzondering van
supermarkten;
b.
kantoren;
c.
wonen, alleen op de verdieping
met daaraan ondergeschikt:
d.
voorzieningen voor verkeer en verblijf;
e.
parkeervoorzieningen;
f.
groenvoorzieningen.
3.2 Bouwregels
De binnen het besluitsubvlak aanwezige bestaande
bouwwerken mogen vervangen worden door bouwwerken van dezelfde afmetingen op
dezelfde locatie.
Artikel 4
Detailhandel, Kantoor en Wonen
4.1 Doeleindenomschrijving
De als ‘Detailhandel, Kantoor en Wonen'
aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a.
wonen, alleen op de verdiepingen;
b.
kantoren;
c.
detailhandel, alleen op de begane grond;
d.
dienstverlening, alleen op de begane grond;
e.
een kapper, alleen ter plaatse van de
aanduiding ‘kapper toegestaan’ (kt);
f.
aan detailhandel ondergeschikte horeca,
alleen ter plaatse van de aanduiding ‘beperkte horeca toegestaan’ (bht).
met daaraan ondergeschikt:
g.
voorzieningen voor verkeer en verblijf;
h.
parkeervoorzieningen;
i.
groenvoorzieningen.
4.2 Bouwregels
De binnen het besluitsubvlak aanwezige bestaande
bouwwerken mogen vervangen worden door bouwwerken van dezelfde afmetingen op
dezelfde locatie.
Artikel 5
Detailhandel en Wonen
5.1 Doeleindenomschrijving
De als ‘Detailhandel en Wonen' aangewezen gronden
zijn bestemd voor:
a.
wonen, alleen op de verdiepingen. Alleen
ter plaatse van de aanduiding ‘wonen begane grond (wbg)’ is wonen ook op de
begane grond toegestaan;
b.
detailhandel, met uitzondering van
supermarkten ter plaatse van de aanduiding ‘supermarkt uitgesloten (su)’.
Detailhandel is alleen op de begane grond toegestaan;
met daaraan ondergeschikt:
c.
voorzieningen voor verkeer en verblijf;
d.
parkeervoorzieningen;
e.
groenvoorzieningen.
5.2 Bouwregels
5.2.1
Bestaande bouwwerken
De binnen het besluitsubvlak aanwezige bestaande
bouwwerken mogen vervangen worden door bouwwerken van dezelfde afmetingen op
dezelfde locatie.
5.2.2
Nieuwe bouwwerken
5.2.2.1
Gebouwen binnen het bouwvlak
Ter plaatse van een op de verbeelding aangegeven
bouwvlak mogen in aanvulling op het hierboven bepaalde onder 5.2.1, nieuwe
gebouwen worden gebouwd met inachtneming van de volgende regels:
a.
De goothoogte mag niet meer bedragen dan
b.
De nokhoogte mag niet meer bedragen dan
c.
De dakhelling mag niet meer bedragen dan
60°;
d.
Het bouwvlak mag volledig worden bebouwd.
5.2.2.2
Gebouwen buiten het bouwvlak
In de gebieden buiten het op de verbeelding
aangegeven bouwvlak mogen in aanvulling op het hierboven bepaalde onder 5.2.1,
nieuwe gebouwen worden gebouwd met inachtneming van de volgende regels:
a.
De goothoogte mag niet meer bedragen dan
b.
De nokhoogte mag niet meer bedragen dan
c.
Maximaal 70% van het gedeelte buiten het
bouwvlak mag worden bebouwd;
d.
Voor detailhandelsdoeleinden mag de
oppervlakte niet meer bedragen dan
e.
Voor woondoeleinden mag de bebouwde
oppervlakte niet meer bedragen dan
5.2.2.3
Overige bouwwerken geen gebouwen zijnde
a.
Overige bouwwerken mogen niet hoger zijn
dan
b.
Overige bouwwerken mogen niet hoger zijn
dan
Artikel 6 Groen
6.1 Doeleindenomschrijving
De als ‘Groen’ aangewezen gronden zijn bestemd
voor:
a.
groenvoorziening;
b.
paden;
c.
speelvoorzieningen
met daaraan ondergeschikt:
d.
voorzieningen voor verkeer en verblijf;
e.
parkeervoorzieningen;
6.2 Bouwregels
De binnen het besluitsubvlak aanwezige bestaande
bouwwerken mogen vervangen worden door bouwwerken van dezelfde afmetingen op
dezelfde locatie.
Artikel 7 Horeca
en Wonen
7.1 Doeleindenomschrijving
De als ‘Horeca en Wonen' aangewezen gronden zijn
bestemd voor:
a.
Horecabedrijven in de categorieën 1 , 2 en
3;
b.
Ter plaatse van de aanduiding horeca
begane grond (hbg) is horeca alleen op de begane grond toegestaan;
c.
Wonen, alleen op de verdiepingen;
met daaraan ondergeschikt:
d.
voorzieningen voor verkeer en verblijf;
e.
parkeervoorzieningen;
f.
groenvoorzieningen.
7.2 Bouwregels
De binnen het besluitsubvlak aanwezige bestaande
bouwwerken mogen vervangen worden door bouwwerken van dezelfde afmetingen op
dezelfde locatie.
Artikel 8
Maatschappelijk
8.1 Doeleindenomschrijving
De
als ‘Maatschappelijk’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a.
educatieve
voorzieningen;
b.
sociaal-medische
voorzieningen;
c.
sociaal-culturele
voorzieningen;
d.
levensbeschouwelijke
en religieuze voorzieningen;
e.
voorzieningen
ten behoeve van openbare dienstverlening;
f.
sport
en recreatieve doeleinden
met
daaraan ondergeschikt:
g.
voorzieningen
voor verkeer en verblijf;
h.
parkeervoorzieningen;
i.
groenvoorzieningen;
8.2 Bouwregels
De binnen het besluitsubvlak aanwezige bestaande
bouwwerken mogen vervangen worden door bouwwerken van dezelfde afmetingen op
dezelfde locatie.
Artikel 9 Molen
9.1 Doeleindenomschrijving
De als ‘Molen’ aangewezen gronden zijn bestemd
voor:
een molen en molenbedrijf;
met daaraan ondergeschikt:
voorzieningen voor verkeer en verblijf;
parkeervoorzieningen;
groenvoorzieningen;
water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
9.2 Bouwregels
De binnen het besluitsubvlak aanwezige bestaande
bouwwerken mogen vervangen worden door bouwwerken van dezelfde afmetingen op
dezelfde locatie.
Artikel 10
Verkeer
10.1 Doeleindenomschrijving
De als ‘Verkeer’ aangewezen gronden zijn bestemd
voor:
a. voorzieningen voor
verkeer en verblijf;
b. parkeervoorzieningen;
c. speelvoorzieningen;
d. groenvoorzieningen;
e. water- en
waterhuishoudkundige voorzieningen;
10.2
Bouwregels
10.2.1
Bestaande bouwwerken
De binnen het besluitsubvlak aanwezige bestaande
bouwwerken mogen vervangen worden door bouwwerken van dezelfde afmetingen op
dezelfde locatie.
10.2.2
Nieuwe bouwwerken
In aanvulling op het bepaalde in artikel 10.2.1
mogen uitsluitend nieuwe bouwwerken geen gebouwen opgericht worden als voldaan
wordt aan de volgende regels:
a.
De hoogte van palen, masten en protalen
voor geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer mag niet meer bedragen
dan
b.
Overige bouwwerken geen gebouwen zijnde
mogen maximaal
Artikel 11 Wonen
11.1 Doeleindenomschrijving
De als ‘Wonen’ aangewezen gronden zijn bestemd
voor de volgende doeleinden:
a.
wonen;
b.
aan-huis-verbonden beroepen;
met daaraan ondergeschikt:
c.
voorzieningen voor verkeer en verblijf;
d.
parkeervoorzieningen;
e.
groenvoorzieningen;
f.
water en waterhuishoudkundige
voorzieningen;
11.2 Bouwregels
11.2.1
Bestaande bouwwerken
De binnen het besluitsubvlak aanwezige bestaande
bouwwerken mogen vervangen worden door bouwwerken van dezelfde afmetingen op
dezelfde locatie.
11.2.2
Nieuwe bouwwerken
11.2.2.1
Aanbouwen en bijgebouwen
In
aanvulling op het bepaalde in artikel 11.2.1 mogen uitsluitend achter de
voorgevellijn van het hoofdgebouw aanbouwen en bijgebouwen gebouwd worden als
voldaan wordt aan de volgende regels:
a.
Per woning mag één aanbouw en één
bijgebouw opgericht worden;
b.
De oppervlakte van het bijgebouw mag
maximaal
c.
De oppervlakte van de aanbouw mag maximaal
d.
De goothoogte mag niet meer bedragen dan
e.
De (nok)hoogte mag niet meer bedragen dan
f.
De dakhelling mag maximaal 60° bedragen;
11.2.2.2 Bouwwerken geen gebouwen zijnde
In aanvulling op het bepaalde in artikel 11.2.1
mogen bouwwerken geen gebouwen zijnde worden opgericht als voldaan wordt aan de
volgende regels:
a.
bouwwerken achter de voorgevelrooilijn van
het hoofdgebouw mogen niet hoger zijn dan
b. Bouwwerken
geen gebouwen zijnde voor de voorgevelrooilijn mogen niet hoger zijn dan
Artikel 12 Wonen en Kantoor
12.1 Doeleindenomschrijving
De als ‘Wonen’ aangewezen gronden zijn bestemd
voor de volgende doeleinden:
a.
wonen;
b.
aan-huis-verbonden beroepen;
c.
kantoren alleen op de begane grond
d.
een kapper, alleen ter plaatse van de
aanduiding ‘kapper toegestaan’ (kt);
12.2 Bouwregels
12.2.1
Bestaande bouwwerken
De binnen het besluitsubvlak aanwezige bestaande
bouwwerken mogen vervangen worden door bouwwerken van dezelfde afmetingen op
dezelfde locatie.
12.2.2
Nieuwe bouwwerken
12.2.2.1
aanbouwen en bijgebouwen
In
aanvulling op het bepaalde in artikel 12.2.1 mogen uitsluitend achter de
voorgevellijn van hoofdgebouwen aanbouwen en bijgebouwengebouwd worden als
voldaan wordt aan de volgende regels:
a.
Per woning mag één aanbouw en één
bijgebouw opgericht worden;
b.
De oppervlakte van het bijgebouw mag
maximaal
c.
De oppervlakte van de aanbouw mag maximaal
d.
De goothoogte mag niet meer bedragen dan
e.
De (nok)hoogte mag niet meer bedragen dan
f.
De dakhelling mag maximaal 60° bedragen;
12.2.2.2 Bouwwerken geen gebouwen zijnde
In aanvulling op het bepaalde in artikel 12.2.1
mogen bouwwerken geen gebouwen zijnde worden opgericht als voldaan wordt aan de
volgende regels:
a.
bouwwerken achter de voorgevelrooilijn van
het hoofdgebouw mogen niet hoger zijn dan
b. bouwwerken
geen gebouwen zijnde voor de voorgevelrooilijn mogen niet hoger zijn dan
Hoofdstuk 3
Algemene regels
Artikel 13
Dubbeltelregels
Grond welke eenmaal in aanmerking is genomen bij
het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is of alsnog kan worden
gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 14
Algemene bouwregels
Artikel 14.1 Bestaande afwijkende maatvoering
In die gevallen dat de (goot)hoogte, de
oppervlakte, de inhoud, een bebouwingspercentage en/of de afstand tot de weg of
perceelsgrenzen en andere maten van een bouwwerk dat aanwezig of in uitvoering
is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het
bouwen, voor in overeenstemming met het bepaalde in de Woningwet tot stand
gekomen, op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerp van het plan:
·
minder bedraagt dan in de bouwregels in
hoofdstuk 2 van deze regels is voorgeschreven, respectievelijk toegestaan,
geldt die bestaande maatvoering in afwijking daarvan als minimaal toegestaan;
·
meer bedraagt dan in de bouwregels van
hoofdstuk 2 van deze regels is voorgeschreven, respectievelijk toegestaan,
geldt die bestaande maatvoering in afwijking daarvan als maximaal toegestaan.
Artikel 15
Algemene gebruiksregels
15.1 Gebruiksverbod
Het is verboden de gronden en bouwwerken te
gebruiken of te doen of laten gebruiken op een wijze of tot een doel strijdig
met de gegeven bestemming(en).
15.2 Strijdig gebruik
Onder strijdig gebruik met de gebruiksregels van
deze beheersverordening wordt in ieder geval verstaan:
a.
gebruik van gronden, gebouwen, bouwwerken
en onderkomens ten behoeve van een seksinrichting en/of escortbedrijf,
raamprostitutie, straatprostitutie, growshops en coffeeshops;
b.
het gebruik van (vrijstaande) bijgebouwen
als zelfstandige dan wel afhankelijk woonruimte.
Artikel 16
Algemene afwijkingsregels
Burgemeester en wethouders kunnen een
omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van:
a.
de bij recht in de regels gegeven maten,
afmetingen en percentages tot niet meer dan 10% van die maten, afmetingen en
percentages, voor zover daarvoor in deze regels geen bijzondere
afwijkingsbevoegdheden zijn opgenomen;
b.
de regels van de beheersverordening om
daarmee toe te staan dat het bouwvlak in geringe mate wordt overschreden,
indien een meetverschil daartoe aanleiding geeft;
c.
de regels van de beheersverordening als
daarmee toegestaan wordt dat openbare nutsgebouwtjes, wachthuisjes ten behoeve
van het openbaar vervoer, telefooncellen, gebouwtjes ten behoeve van de
bediening van kunstwerken, toiletgebouwtjes, en naar aard daarmee gelijk te
stellen gebouwtjes worden gebouwd, mits:
1.
de oppervlakte per gebouwtje niet meer
bedraagt dan
2.
de (nok)hoogte niet meer bedraagt dan
Artikel 17
Overige regels
Waar in dit plan wordt verwezen naar andere
wettelijke regelingen, wordt geduid op de regelingen zoals die luidden op het
tijdstip van de vaststelling van het plan.
Hoofdstuk 4
Overgangs- en slotregels
Artikel 18
Overgangsrecht
18.1
Overgangsrecht bouwwerken
1.
Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van de beheersverordening
aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een
omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van de beheersverordening, mag,
mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
a.
gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
b.
na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of
veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt
gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
2.
Het bevoegd gezag kan in afwijking van het eerste lid een omgevingsvergunning
verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het
eerste lid met maximaal 10%.
3.
Het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op
het tijdstip van inwerkingtreding van de beheersverordening, maar zijn gebouwd
zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende bestemmingsplan,
daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
18.2
Overgangsrecht gebruik
1.
Het gebruik van gronden en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van
inwerkingtreding van de beheersverordening en hiermee in strijd is, mag worden
voortgezet.
2.
Het is verboden het met de beheersverordening strijdige gebruik, bedoeld in het
eerste lid, te veranderen of te laten veranderen in een ander met de
beheersverordening strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking
naar aard en omvang wordt verkleind.
3.
Indien het gebruik, bedoeld in het eerste lid, na het tijdstip van
inwerkingtreding van de beheersverordening voor een periode langer dan een jaar
wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten
hervatten.
4.
Het eerste lid is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was
met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de
overgangsbepalingen van dat plan.
Artikel 19
Slotregels
Deze regels worden aangehaald als: regels van de
beheersverordening ‘Centrum Mierlo’.