Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, overeenkomstig het
bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, het plan te wijzigen
door ter plaatse van de aanduiding ‘wro-zone -
wijzigingsgebied
a
langs de noordzijde van het wijzigingsgebied een
strook van minimaal
b de aanduidingen ‘bedrijfswoning’ niet worden vergroot;
c
de afstand van de bouwgrenzen tot de bestemming
‘Water’ niet minder mag bedragen dan
d
de bouwhoogte van gebouwen binnen het bouwvlak
niet meer dan
e voor de toegestane milieucategorieën wordt aangesloten bij de toegestane milieucategorieën van de omliggende bouwpercelen;
f de bepalingen van artikel 5 ‘Bedrijventerrein’, artikel 6 ‘Groen’ en artikel 8 ‘Verkeer’ van toepassing zijn;
g de belangen van derden niet onevenredig worden geschaad;
h er geen onevenredig nadelige gevolgen ontstaan of kunnen ontstaan voor het woonmilieu;
i de parkeerbalans in de directe omgeving niet onevenredig wordt of kan worden beďnvloed;
j voldaan wordt aan de voorwaarden zoals genoemd in het algemene toetsingskader, zoals opgenomen in artikel 17, lid 17.1.