De voor 'Bedrijf - Puinbreekbedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a een puinbreekbedrijf;
b opslag en uitstalling;
c bedrijfswoningen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘bedrijfswoning’;
d de uitoefening van beroepsmatige activiteiten bij een bedrijfswoning;
met daarbij behorende:
e tuinen en erven;
f voorzieningen van algemeen nut;
g wegen en paden;
h (ondergrondse) parkeervoorzieningen;
i groenvoorzieningen;
j water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
Voor het bouwen gelden de volgende bepalingen:
a Gebouwen en overkappingen zijn uitsluitend toegestaan binnen de bouwvlakken.
b Het bebouwingspercentage per bouwperceel mag niet meer bedragen dan 20%.
Voor het bouwen van bedrijfsgebouwen en overkappingen bij bedrijfsgebouwen gelden de volgende bepalingen:
a De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan is aangegeven ter plaatse van de aanduiding ‘maximale bouwhoogte (m)'.
b Voor het bouwen van bedrijfsgebouwen en overkappingen bij bedrijfsgebouwen geldt de situeringseis, zoals aangegeven in onderstaande tabel:
Situeringseis |
Eis |
minimale afstand tot één zijdelingse perceelsgrens |
|
Voor het bouwen van bedrijfswoningen gelden de volgende bepalingen:
a Ter plaatse van de aanduiding ‘bedrijfswoning’ is één bedrijfswoning toegestaan.
b Ter plaatse van de aanduiding ‘maximale bouwhoogte (m)’ mag de bouwhoogte niet meer bedragen dan is aangegeven.
c Voor het bouwen van bedrijfswoningen gelden de maatvoerings- en situeringseisen, zoals aangegeven in onderstaande tabellen:
Maatvoeringseis |
Eis |
maximale inhoud |
|
Situeringseis |
Eis |
minimale afstand tot één zijdelingse perceelsgrens |
|
Voor het bouwen van bijgebouwen en overkappingen bij bedrijfswoningen gelden de maatvoerings- en situeringseisen, zoals aangegeven in onderstaande tabellen:
Maatvoeringseisen |
Eis |
maximale goothoogte |
|
maximale bouwhoogte |
|
maximale gezamenlijk oppervlakte per bedrijfswoning |
|
Situeringseisen |
Eis |
minimale afstand achter de voorgevelrooilijn van het hoofdgebouw |
|
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, (m.u.v. overkappingen) gelden de maximale maatvoeringseisen zoals aangegeven in onderstaande tabel:
|
Maximale bouwhoogte |
Maximale bouwhoogte |
Maximale bouwhoogte |
Maximale bouwhoogte |
Situering |
erf- afscheidingen |
lichtmasten |
(reclame)masten en
antennes |
overige bouwwerken |
Binnen bouwvlak |
|
aangeduid t.p.v. aanduiding ‘maximale bouwhoogte (m)’ |
|
aangeduid t.p.v. aanduiding ‘maximale bouwhoogte (m)’ |
Buiten bouwvlak |
|
|
|
|
Het bevoegd gezag
kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in sub
4.2.5 voor het bouwen van erfafscheidingen met een bouwhoogte van maximaal
1 de constructie van de erfafscheiding voor minimaal 80% open dient te zijn;
2 de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit niet worden aangetast;
3 geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken;
4 de belangen van derden niet onevenredig worden geschaad.
Een aanvraag voor een omgevingsvergunning voor het afwijken wordt tevens getoetst aan het algemene toetsingskader, zoals opgenomen in artikel 17, lid 17.1.
Binnen de bestemming ‘Bedrijf - Puinbreekbedrijf’ is buitenopslag, passend binnen de bestemming, toegestaan, met dien verstande dat opslag uitsluitend is toegestaan binnen het bouwvlak en achter de voorgevelrooilijn.
Voor de uitoefening van beroepsmatige activiteiten bij een bedrijfswoning gelden de volgende bepalingen;
5
Deze activiteiten mogen plaatsvinden op maximaal
40% van het oppervlak van de bedrijfswoning en bijgebouwen tot maximaal
6 Deze activiteiten mogen niet ondergronds plaatsvinden.
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken, wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:
a seksuele dienstverlening;
b bewoning van gebouwen, geen bedrijfswoning zijnde;
c detailhandel;
d het plaatsen of geplaatst houden van onderkomens;
e het opslaan van gerede of ongerede goederen, zoals vaten, kisten, bouwmaterialen, werktuigen, machines of onderdelen hiervan, met uitzondering van goederen ten behoeve van de bedrijfsvoering binnen het bouwvlak en achter de voorgevelrooilijn;
f het opslaan van voer- of vaartuigen of onderdelen hiervan;
g het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van puin, vuil of andere vaste of vloeibare afvalstoffen.