Artikel 6                   Gemengd –  Creatief

6.1             Bestemmingsomschrijving

De voor ‘Gemengd – Creatief’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

a      bedrijven, waarvan de bedrijfsactiviteiten zich via productie en/of dienstverlening richten op de ondersteuning van activiteiten op het gebied van cultuur en ontspanning, zoals musea, theaters, muziekscholen en ateliers, en die naar aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn aan bedrijven in milieucategorie 2 of 3.1 als genoemd in de Staat van bedrijfsactiviteiten – basis;

b      bedrijven, waarvan de bedrijfsactiviteiten zich richten op de vervaardiging van creatieve, artistieke en op communicatie gerichte producten en (gebruiks)goederen en/of onderdelen daarvan alsmede de verlening van diensten op bedoeld gebied en die naar aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn aan bedrijven in milieucategorie  2 of 3.1 als genoemd in de Staat van bedrijfsactiviteiten – basis;

c       bedrijven zoals opgenomen in de bijlage Staat van Bedrijfsactiviteiten – basis, die zijn genoemd in de milieucategorieën 2 en 3.1;

d      bedrijven, zoals opgenomen in de bijlage Staat van Bedrijfsactiviteiten – autohandel die zijn genoemd in de milieucategorieën 2 en 3.1, en perifere detailhandel in de vorm van autohandel en autoverkoop met showroom, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘concentratiegebied autohandel’;

e      ter plaatse van de aanduiding ‘bedrijf van categorie 1’ tevens een bedrijf van categorie 1 als bestaand conform de bijlage Lijst van toegelaten bedrijven categorie 1;

f        productiegebonden detailhandel zonder showroom;

g       ter plaatse van de aanduiding ‘kantoor’, tevens een zelfstandig kantoor;

h      ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van bedrijf - autohandel en reparatie, tevens een autohandel/autoreparatiebedrijf;

i        ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van bedrijf – bedrijfsverzamelgebouw’, tevens een bedrijfsverzamelgebouw, waarin ook bedrijven in milieucategorie 1 van de onder a en b genoemde Staat van Bedrijfsactiviteiten toegestaan zijn, en waarin ook horeca categorie 1, met uitzondering van logies, is toegestaan;

j        ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van detailhandel – bouwmarkt’, tevens een bouwmarkt;

k      een risicovolle inrichting, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘risicovolle inrichting’;

l        bedrijfswoningen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning';

m    de uitoefening van beroepsmatige activiteiten bij een bedrijfswoning;

n      opslag en uitstalling;

o      voorzieningen voor verkeer en verblijf;

p      tuinen, erven en verhardingen;

q      groenvoorzieningen;

r        voorzieningen van algemeen nut;

s        (on)gebouwde parkeervoorzieningen, al dan niet voor gezamenlijk gebruik;

t        water en waterhuishoudkundige voorzieningen.


 

6.2             Bouwregels

 

6.2.1        Algemeen

Voor het bouwen van bouwwerken gelden de volgende bepalingen:

a      Gebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd.

b      De oppervlakte van een bouwperceel mag niet minder bedragen dan 1.000 m².

c       De oppervlakte van een bouwperceel mag niet meer bedragen dan 5.000 m².

d      Het bebouwingspercentage per bouwperceel mag niet minder bedragen dan 60%.

e      Het bebouwingspercentage per bouwperceel mag niet meer bedragen dan 80%.

f        In afwijking van het bepaalde onder d en e geldt ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van bedrijf - concentratiegebied autohandel’ dat het bebouwingspercentage per bouwperceel niet minder mag bedragen dan 50% en niet meer mag bedragen dan 80%.

 

6.2.2        Bedrijfsgebouwen

Voor het bouwen van bedrijfsgebouwen gelden de volgende bepalingen:

a      De afstand van bedrijfsgebouwen tot de zijdelingse perceelsgrenzen mag aan één zijde niet minder bedragen dan 5 m.

b      De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan is aangegeven ter plaatse van de aanduiding ‘maximale bouwhoogte (m)'

 

6.2.3        Bedrijfswoningen

Voor het bouwen van bedrijfswoningen gelden de volgende bepalingen:

a      Ter plaatse van de aanduiding ‘bedrijfswoning’ is één bedrijfswoning toegestaan.

b      De afstand tot één zijdelingse perceelgrens mag niet minder bedragen dan 3 m.

c       De inhoud van de woning mag niet meer bedragen dan 650 m³.

d      De bouwhoogte mag niet meer dan bedragen 10 m.

e      Indien het een inpandige bedrijfswoning betreft mag de bouwhoogte zoals toegestaan voor bedrijfsgebouwen niet worden overschreden.

 

6.2.4        Bijgebouwen bij bedrijfswoningen

Voor het bouwen van bijgebouwen bij bedrijfswoningen gelden de volgende bepalingen:

a      De maximale gezamenlijke oppervlakte van bijgebouwen bij een bedrijfswoning mag niet meer bedragen dan 60 m².

b      De bouwhoogte van bijgebouwen mag niet meer bedragen dan 3,5 m.

c       Bijgebouwen dienen op een afstand van ten minste 3 m achter de voorgevellijn van het hoofdgebouw te worden gebouwd.

 

6.2.5        Gebouwen ten behoeve van voorzieningen van algemeen nut

Voor het bouwen van gebouwen ten behoeve van voorzieningen van algemeen nut, gelden de volgende bepalingen:

a      De oppervlakte mag niet meer bedragen dan 50 m².

b      De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 4 m.


 

6.2.6        Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende bepalingen:

a      De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, binnen het bouwvlak, mag niet meer bedragen dan is aangegeven ter plaatse van de aanduiding ‘maximale bouwhoogte (m)'.

b      Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, buiten het bouwvlak gelden de volgende bepalingen:

1      De bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan 2 m.

2      De bouwhoogte van antennes en (reclame)masten mag niet meer bedragen dan 10 m.

3      De bouwhoogte van lichtmasten mag niet meer bedragen dan 6 m.

4      De bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 4 m.

 

6.3             Specifieke gebruiksregels

 

6.3.1        Beroepsmatige activiteiten

Voor de uitoefening van beroepsmatige activiteiten bij een bedrijfswoning gelden de volgende bepalingen;

a      Deze activiteiten mogen plaats vinden op maximaal 40% van het oppervlak van de bedrijfswoning en bijgebouwen tot maximaal 50 m².

b      Deze activiteiten mogen niet ondergronds plaatsvinden.

 

6.3.2        Horeca in bedrijfsverzamelgebouw

Ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van bedrijventerrein – bedrijfsverzamelgebouw’ mag de oppervlakte in gebruik voor horeca niet meer bedragen dan 500 m².

 

6.4             Afwijken van de gebruiksregels

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 6.1 sub c en d en bedrijven toestaan die niet voorkomen in de bij deze regels behorende Staat van Bedrijfsactiviteiten – basis of ter plaatse van de aanduiding ‘concentratiegebied autohandel’ niet voorkomen in de bij deze regels behorende de Staat van bedrijfsactiviteiten – autohandel, met dien verstande dat deze bedrijven naar aard en invloed op de omgeving, voor zover deze activiteiten passend zijn binnen het karakter van het gebied, gelijk te stellen zijn met de toegelaten milieucategorieën.