Artikel 9 Algemene wijzigingsregels
Burgemeester en wethouders kunnen met inachtneming van het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening de bestemming 'Wonen' wijzigen in die zin dat de situering en de vorm van de aangegeven bouwvlakken met bijbehorende tuinen, erven, wegen en groenvoorzieningen worden gewijzigd dan wel nieuwe bouwvlakken met bijbehorende tuinen, erven, wegen en groenvoorzieningen worden aangegeven, voor zover dit van belang is voor een technisch betere realisering van gebouwen en bouwwerken dan wel voor zover dit noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein dan wel voor zover dit uit oogpunt van doelmatig gebruik van de grond en bebouwing gewenst is, mits:
a. de geluidsbelasting van geluidsgevoelige gebouwen niet hoger zal zijn dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde, of een verkregen hogere grenswaarde;
b. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
- het stedenbouwkundig beeld;
- de woonsituatie;
- de verkeersveiligheid;
- de parkeergelegenheid;
- de sociale veiligheid;
- de milieusituatie;
- de groenstructuur;
- de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.