Bestemmingsplan
julianastraat 88-90 heikant
REGELS
Artikel 6. Anti-dubbeltelregel
Artikel 7. Algemene bouwregels
Artikel 8. Algemene gebruiksregels
Artikel 9. Algemene afwijkingsregels
Artikel 10. Algemene wijzigingsregels
1.1 het plan
het bestemmingsplan “Julianastraat 88-90 Heikant” van de gemeente Hulst.
1.2 bestemmingsplan
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0677.bpheikjulstr8890-001V met de bijbehorende regels.
1.3 aanduiding
een geometrisch bepaald vlak of een figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge deze regels, ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden, regels worden gesteld.
1.4 aanduidingsgrens
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
1.5 aan- en uitbouw
een aan een hoofdgebouw gebouwd gebouw dat in bouwkundig opzicht te onderscheiden is van het hoofdgebouw;
1.6 aan-huis-gebonden beroep
een dienstverlenend beroep, dat in een woning door de bewoner wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is;
1.7 achterste perceelsgrens
de van de weg af gekeerde grens van een perceel; indien meerdere zijden van het perceel van de weg zijn afgekeerd, wijzen burgemeester en wethouders een achterste perceelsgrens aan.
1.8 bebouwing
een of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
1.9 bebouwingspercentage
een in dit plan aangegeven percentage, dat de grootte van het bouwvlak aangeeft dat maximaal mag worden bebouwd, tenzij in dit plan anders is bepaald.
1.10 bed and breakfast
een voorziening gericht op het bieden van de mogelijkheid tot overnachting en het serveren van ontbijt als toeristisch recreatieve activiteit, die ondergeschikt is aan de hoofdbestemming.
1.11 bedrijf
een onderneming die gericht is op het vervaardigen, bewerken, installeren en verhandelen van goederen dan wel op het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij eventueel detailhandel uitsluitend plaatsvindt als niet zelfstandig onderdeel van de onderneming in de vorm van verkoop of levering van ter plaatse vervaardigde, bewerkte of herstelde goederen dan wel goederen die in rechtstreeks verband staan met de uitgeoefende handelingen.
1.12 bedrijfsvloeroppervlak
de gezamenlijke oppervlakte van vloeren die kunnen of worden gebruikt voor bedrijfs-activiteiten, waaronder niet begrepen verharde oppervlakten zoals toegangswegen en
erfverhardingen.
1.13 bestaande afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen
afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen, die op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan tot stand zijn gekomen of tot stand zullen komen met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Woningwet of de Wabo.
1.14 bestemmingsgrens
de grens van een bestemmingsvlak.
1.15 bestemmingsvlak
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
1.16 Bevi-inrichtingen
bedrijven zoals bedoeld in artikel 2 lid 1 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen.
1.17 bevoegd gezag
bevoegd gezag zoals bedoeld in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
1.18 bijgebouw
een vrijstaand gebouw dat in functioneel en bouwkundig opzicht ondergeschikt is aan een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw.
1.19 bouwen
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk bouwen, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.
1.20 bouwperceel
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge deze regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
1.21 bouwwerk
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
1.22 detailhandel
het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder het uitstallen ten verkoop), verkopen en/of leveren van goederen aan personen die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.
1.23 gebouw
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
1.24 geluidszoneringsplichtige inrichtingen
een inrichting, waarbij op grond van artikel 40 van de Wet geluidhinder rondom het terrein van vestiging in een bestemmingsplan een zone moet worden vastgesteld.
1.25 hoofdgebouw
een gebouw, dat op een bouwperceel door zijn constructie, afmetingen of functie als het belangrijkste bouwwerk valt aan te merken.
1.26 horeca
het bedrijfsmatig verstrekken van ter plaatse te nuttigen en bereiden van voedsel en dranken, het bedrijfsmatig exploiteren van zaalaccommodatie en/of het bedrijfsmatig verstrekken van nachtverblijf.
1.27 huishouden
een aantal, aan elkaar door familieband of anderszins gerelateerde, personen, die gezamenlijk één eenheid vormt en als zodanig ook gebruik maakt van één woning.
1.28 kantoor
het bedrijfsmatig verlenen van diensten waarbij het publiek niet of slechts in ondergeschikte mate rechtstreeks te woord wordt gestaan en geholpen.
1.29 NEN
door de Stichting Nederlands Normalisatie-instituut uitgegeven norm, zoals deze luidde op het moment van vaststelling van het plan.
1.30 nutsvoorziening
voorziening ten behoeve van het openbaar nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes,
telefooncellen, voorzieningen ten behoeve van (ondergrondse) afvalinzameling en apparatuur
voor telecommunicatie.
1.31 opslag
het bedrijfsmatig opslaan en verpakken en verhandelen van goederen voor zover voort-vloeiende uit het opslaan en verpakken van goederen, niet zijnde detailhandel.
1.32 overkapping
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, voorzien van een gesloten dak.
1.33 peil
· voor gebouwen die onmiddellijk aan de weg grenzen: de hoogte van die weg;
· in andere gevallen en voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde: de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte maaiveld, op het tijdstip van inwerkingtreding van dit plan.
1.34 prostitutie
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een
ander tegen betaling.
1.35 seksinrichting
een voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting wordt in elk geval verstaan: een prostitutiebedrijf, alsmede een erotische massagesalon, een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar.
1.36 Staat van Bedrijfsactiviteiten
De Staat van Bedrijfsactiviteiten die als bijlage 1 deel uitmaakt van deze regels.
1.37 Staat van Horeca activiteiten
De Staat van Horeca activiteiten die als bijlage2 deel uitmaakt van deze regels.
1.38 verbeelding
de verbeelding van het bestemmingsplan ‘Julianastraat 88-90 Heikant’.
1.39 voorgevel
de gevel van het hoofdgebouw die door zijn aard, functie, constructie of uitstraling als belangrijkste gevel kan worden aangemerkt;
1.40 voorgevellijn
denkbeeldige lijn in het verlengde van de voorgevel;
1.41 voorste perceelsgrens
de naar de weg gekeerde grens van een perceel; indien meerdere zijden van het perceel naar de weg zijn gekeerd, wijzen burgemeester en wethouders een voorste perceelsgrens aan;
1.42 woning
een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden.
1.43 zijdelingse perceelsgrens
de grens tussen twee percelen, die voor- en achterzijde van een perceel verbindt.
Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
2.1 afstand
de afstand tussen bouwwerken onderling en de afstand van bouwwerken tot perceelsgrenzen worden daar gemeten waar deze afstanden het kleinst zijn.
2.2 bouwhoogte van een bouwwerk
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
2.3 breedte, lengte en diepte van een bouwwerk
tussen (de lijnen getrokken door) de buitenzijde van de gevels en het hart van de scheidsmuren.
2.4 goothoogte van een bouwwerk
a. vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeiboord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
b. bij meerdere/verschillende (hellende) dakvlakken met verschillende goot- en/of boei-bordhoogten wordt de goot- en/of boeiboordhoogten gemeten bij dat dakvlak, waarvan de verticale projectie meer bedraagt dan 50% van het grondoppervlak van een gebouw;
c. bij een asymmetrische dakvorm met één hellend dakvlak dat loopt over de volledige breedte, of diepte van een gebouw, wordt de goot- en/of boeiboordhoogte gemeten op het hoogste snijpunt van het dakvlak met de daaronder gelegen gevel; onder de gevel wordt ook verstaan het hart van de scheidsmuren met een gebouw op een aangrenzend bouwperceel.
2.5 inhoud van een bouwwerk
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
2.6 oppervlakte van een bouwwerk
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
2.7 vloeroppervlakte
de gebruiksoppervlakte volgens NEN2580.
3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Gemengd aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a. bedrijfsactiviteiten behorende tot de Staat van Bedrijfsactiviteiten en daarmee naar aard en omvang van de milieuhinder gelijk te stellen bedrijfsactiviteiten;
b. horeca-activiteiten behorende tot ten hoogste categorie 1 van de Staat van Horeca-activiteiten;
c. wonen;
d. bed and breakfast;
e. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals:
1. groen en erfbeplanting;
2. parkeervoorzieningen en verhardingen;
3. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
3.2 Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
3.2.1 Algemeen
Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend worden gebouwd:
a. gebouwen;
b. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
3.2.2 Gebouwen
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
a. gebouwen mogen uitsluitend in het bouwvlak worden gebouwd;
b. het hoofdgebouw van de woning mag uitsluitend ter plaatse van de functieaanduiding ‘wonen’ worden gebouwd;
c. indien gebouwen niet aaneen worden gebouwd, geldt een onderlinge afstand van ten minste 1 m¹;
d. het maximum bebouwingspercentage binnen het bouwvlak bedraagt 50%;
e. de goothoogte mag niet meer bedragen dan 6 m¹;
f. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 10 m¹;
g. de afstand van gebouwen die niet in de perceelsgrens worden gebouwd, mag tot die perceelsgrens niet minder bedragen dan 1 m¹;
3.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
a. De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan:
1. voor erf- en terreinafscheidingen tussen de naar de openbare weg gekeerde gevel(s) van de bedrijfswoning en de openbare weg: 1 m¹;
2. voor erf- en terreinafscheidingen elders: 2 m¹;
3. voor pergola’s: 2,75 m¹;
4. voor speelvoorzieningen: 3 m¹;
5. voor lichtmasten en overige masten: 10 m¹
6. voor overkappingen: 3 m¹;
7. voor overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde: 1 m¹.
b. De oppervlakte van overkappingen die buiten het bouwvlak worden gebouwd, bedraagt maximaal 20 m².
c. de afstand van overkappingen die niet in de perceelsgrens worden gebouwd, mag tot die perceelsgrens niet minder bedragen dan 1 m¹.
3.3 Specifieke gebruiksregels
3.3.1 Algemeen
a. er is in de bestemming Gemengd maximaal één woning toegestaan;
b. het gebruik van vrijstaande bijgebouwen als woonruimte is niet toegestaan;
c. parkeren vindt plaats op eigen terrein;
d. per bedrijf is kantoorvloeroppervlakte die meer bedraagt dan 50% van het bedrijfsvloeroppervlak niet toegestaan. Kantoorvloeroppervlakte van meer dan 1.000 m² per bedrijf is in geen geval toegestaan;
e. per bedrijf is detailhandel toegestaan voor zover samenhangend met en ondergeschikt aan de bedrijfsvoering tot 15% van het bedrijfsvloeroppervlak tot een maximum van 100 m², met dien verstande dat 50% van het maximum bedrijfsvloeroppervlak mag worden gebruikt ten behoeve van showrooms.
3.3.2 Voorwaardelijke verplichting
Tot een met de bestemming strijdig gebruik wordt in elk geval gerekend het gebruik van en het in gebruik laten nemen van gronden en bouwwerken overeenkomstig de in lid 3.1 sub a, b en d opgenomen bestemmingsomschrijving zonder dat 12 parkeerplaatsen op het eigen terrein zijn gerealiseerd.
3.3.3 Bed and breakfast
a. het aantal personen dat tegelijkertijd van de bed and breakfastvoorziening gebruik mag maken, bedraagt maximaal 6;
b. de bed and breakfastvoorziening mag niet als zelfstandige wooneenheid functioneren;
c. permanente bewoning is niet toegestaan.
3.3.4 Strijdig gebruik
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik of laten gebruiken voor:
a. Bevi-inrichtingen;
b. opslag van meer dan 10.000 kg consumentenvuurwerk;
c. geluidszoneringsplichtige inrichtingen;
d. activiteiten uit kolom 1 van bijlagen C en D van het Besluit milieueffectrapportage 1994 n de gevallen, zoals genoemd in kolom 2 van de desbetreffende bijlage;
e. horeca-activiteiten uit categorie 2 en 3 van de Staat van Horeca-activiteiten;
f. opslag van goederen met een totale stapelhoogte van meer dan 2 m¹ op onbebouwde gronden;
g. een verkooppunt voor motorbrandstoffen (incl. LPG);
h. seksinrichtingen;
i. het gebruik van gebouwen, behoudens de woning(en), voor permanente of tijdelijke bewoning en direct daarmee verband houdend gebruik van voorzieningen zoals gemeenschappelijke verblijfsruimte, sanitair, kook- en wasgelegenheid, waaronder tevens wordt verstaan tijdelijke huisvesting van arbeidsmigranten.
4.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a. tuinen;
b. in- en uitritten;
c. paden;
d. waterpartijen;
e. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
4.2 Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
4.2.1 Algemeen
Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend worden gebouwd:
a. bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde.
4.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde
a. De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, mag niet meer bedragen dan:
1. voor erf- en terreinafscheidingen tussen de naar de openbare weg gekeerde gevel(s) van de bedrijfswoning en de openbare weg: 1 m¹;
2. voor erf- en terreinafscheidingen elders: 2 m¹;
3. voor pergola's: 2,75 m¹;
4. voor speelvoorzieningen: 3 m¹;
5. voor lichtmasten en overige masten: 10 m¹;
6. voor overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde: 1 m¹.
5.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Wonen aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a. het wonen;
b. aan-huis-gebonden-beroepen;
c. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals erven, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen, tuinen, toegangs- en achterpaden, water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
5.2 Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
5.2.1 Algemeen
Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend worden gebouwd:
a. hoofdgebouwen;
b. bijgebouwen en overkappingen;
c. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
5.2.2 Hoofdgebouwen
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:
a. hoofdgebouwen mogen uitsluitend in het bouwvlak worden gebouwd;
b. de goothoogte van hoofdgebouwen bedraagt ten hoogste 6 m¹;
c. de bouwhoogte van hoofdgebouwen bedraagt ten hoogste 10 m¹.
5.2.3 Bijgebouwen en overkappingen
Voor het bouwen van bijgebouwen en overkappingen gelden de volgende regels:
a. bijgebouwen en overkappingen mogen uitsluitend in het bouwvlak of ter plaatse van de functieaanduiding ‘erf’ worden gebouwd;
b. de afstand van bijgebouwen tot het hoofdgebouw bedraagt ten minste 1 m¹;
c. bijgebouwen dienen minimaal 3 m¹ achter de voorgevellijn van het hoofdgebouw te worden gebouwd;
d. de goothoogte van bijgebouwen en overkappingen bedraagt ten hoogste 3 m¹;
e. de bouwhoogte van bijgebouwen en overkappingen bedraagt ten hoogste 7 m¹.
f. de afstand van bijgebouwen en overkappingen die niet in de perceelsgrens worden gebouwd, mag tot die perceelsgrens niet minder bedragen dan 1 m¹.
5.2.4 Bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, gelden de volgende regels:
a. De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, mag niet meer bedragen dan:
1. voor erf- en terreinafscheidingen tussen de naar de openbare weg gekeerde gevel(s) van de bedrijfswoning en de openbare weg: 1 m¹;
2. voor erf- en terreinafscheidingen elders: 2 m¹;
3. voor pergola's: 2,75 m¹;
4. voor speelvoorzieningen: 3 m¹;
5. voor lichtmasten en overige masten: 10 m¹;
6. voor overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde: 1 m¹.
5.3 Specifieke gebruiksregels
a. Het gebruik van vrijstaande bijgebouwen als woon- en werkruimte is niet toegestaan
b. Voor aan-huis-gebonden-beroepen gelden de volgende gebruiksregels:
1. de woonfunctie dient in overwegende mate behouden en herkenbaar te blijven;
2. het vloeroppervlak dat gebruikt wordt voor de beroeps- of bedrijfsmatige activiteiten mag ten hoogste 25 m² van het vloeroppervlak van hoofdgebouwen en de daarbij behorende aan- en uitbouwen bedragen;
3. het beroep of de activiteit dient door de hoofdbewoner te worden uitgeoefend;
4. het gebruik mag geen zodanige verkeersaantrekkende werking hebben dat deze kan leiden tot een nadelige beïnvloeding van de normale afwikkeling van het verkeer dan wel tot een onevenredige parkeerdruk op de openbare ruimte;
5. er mag geen detailhandel plaatsvinden, uitgezonderd beperkte verkoop die verband houdt met de bedrijfsmatige activiteiten.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
De bouwgrenzen, niet zijnde bestemmingsgrenzen, mogen in afwijking van de regels worden overschreden door:
a. tot gebouwen behorende stoepen, stoeptreden, trappen(huizen), galerijen, hellingbanen, balkons, entreeportalen, veranda's en afdaken, mits de overschrijding ten hoogste 2,5 m¹ bedraagt;
b. tot gebouwen behorende erkers en serres, mits de overschrijding ten hoogste 2 m¹ bedraagt;
c. andere ondergeschikte onderdelen van gebouwen, mits de overschrijding ten hoogste 1,5 m¹ bedraagt.
De algemene gebruiksregels luiden als volgt:
a. het is verboden gronden en bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel strijdig met de aan de grond gegeven bestemming, de bestemmingsomschrijving en de overige regels.
b. het bevoegd gezag wijkt af van het bepaalde onder a, indien strikte toepassing van het verbod leidt tot beperkingen in het meest doelmatige gebruik die niet door dringende redenen worden gerechtvaardigd.
Het bevoegd gezag kan - tenzij op grond van hoofdstuk 2 reeds afwijking mogelijk is - bij een
omgevingsvergunning afwijken van de regels voor:
a. afwijkingen van maten (waaronder percentages) met ten hoogste 15%;
b. overschrijding van bouwgrenzen, niet zijnde bestemmingsgrenzen, voor zover zulks van belang is voor een technisch betere realisering van bouwwerken dan wel voor zover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein; de overschrijdingen mogen ten hoogste 3 m¹ bedragen.
De omgevingsvergunning wordt niet verleend, indien daardoor onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken.
Burgemeester en wethouders kunnen de in het plan opgenomen bestemmingen wijzigen ten behoeve van overschrijding van bestemmingsgrenzen, voor zover zulks van belang is voor een technisch betere realisering van bestemmingen of bouwwerken dan wel voor zover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein. De overschrijdingen mogen echter niet meer dan 3 m¹ bedragen en het bestemmingsvlak mag met niet meer dan 10% worden vergroot.
11.1 Overgangsrecht bouwwerken
Voor bouwwerken luidt het overgangsrecht als volgt:
a. een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:
1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
2. na het tenietgaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is tenietgegaan;
b. het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van dit lid onder a een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in dit lid onder a met maximaal 10%;
c. dit lid onder a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
11.2 Overgangsrecht gebruik
Voor gebruik luidt het overgangsrecht als volgt:
a. het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet;
b. het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in dit lid onder a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind;
c. indien het gebruik, bedoeld in dit lid onder a, na het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten;
d. dit lid onder a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Deze regels worden aangehaald onder de naam 'Regels van het bestemmingsplan Julianastraat 88-90 Heikant’.