De voor Tuin
aangewezen gronden zijn bestemd voor tuinen bij de op de aangrenzende gronden
gelegen hoofdgebouwen.
Op deze gronden
mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
a. op deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd;
b. de bouwhoogte van erfafscheidingen bedraagt tussen de voorgevel en de openbare weg ten hoogste 1 m en voor het overige ten hoogste 2 m;
c. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste 3 m.