De voor ‘Verkeer – Railverkeer’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a trambaan en de daarbij behorende voorzieningen waaronder begrepen (tram)haltes, fietsenstallingvoorzieningen en nutsvoorzieningen;
b ter plaatse waar de bestemming andere bestemmingen kruist bovendien voor wegen, paden en bruggen;
c bermen, waterhuishoudkundige doeleinden, waterberging en waterlopen;
met bijbehorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
Gebouwen mogen niet worden gebouwd.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
a
De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen
zijnde, anders dan voor de wegaanduiding, geleiding, beveiliging en regeling
van het verkeer mag maximaal
b
Het oppervlak mag maximaal