De voor ‘Kantoor’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a kantoren;
met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wegen en paden, parkeervoorzieningen, water en voorzieningen voor de waterhuishouding, tuinen en erven.
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
a Gebouwen worden gebouwd binnen het bouwvlak.
b De bouwhoogte mag maximaal de ter plaatse van de aanduiding ‘maximale goot- en bouwhoogte (m)’ aangegeven bouwhoogte bedragen.
c De goothoogte mag maximaal de ter plaatse van de aanduiding ‘maximale goot- en bouwhoogte (m)’ aangegeven goothoogte bedragen.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
a
De bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen
vóór het verlengde van de voorgevel van het hoofdgebouw mag maximaal
b
De bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen achter
het verlengde van de voorgevel van het hoofdgebouw mag maximaal
c
De bouwhoogte van pergola’s achter het verlengde
van de voorgevel van het hoofdgebouw mag maximaal
d
De bouwhoogte van vlaggenmasten mag maximaal
e
De bouwhoogte van overige bouwwerken, geen
gebouwen zijnde, mag maximaal
Kelders
mogen binnen het bouwvlak worden gebouwd, waarbij de verticale diepte maximaal
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in artikel 8.1, teneinde dienstverlenende bedrijven toe te staan. Hiervoor dient aan het volgende criterium te worden voldaan:
a Er dient aangetoond te worden dat op eigen terrein voldaan kan worden aan de parkeerbehoefte.