De voor ‘Tuin’ aangewezen
gronden zijn bestemd voor:
a.tuinen, geen erven zijnde;
met daaraan ondergeschikt:
d.groenvoorzieningen;
e.parkeervoorzieningen;
f.wegen, straten en paden;
g.speelvoorzieningen;
h.nutsvoorzieningen;
i.water;
met de daarbijbehorende:
j.erven en verhardingen.
25. 2.Bouwregels
25. 2. 1. Op of in de gronden als bedoeld in
lid 25.1., mogen uitsluitend worden gebouwd:
a.erf- en terreinafscheidingen;
b.vlaggenmasten.
25. 2. 2. Voor het bouwen van de in lid
25.2.1. genoemde erf- en terreinafscheidingen
gelden de volgende regels:
a.de bouwhoogte van erf- en
terreinafscheidingen zal ten hoogste 1 m bedragen;
b.de bouwhoogte van vlaggenmasten zal ten
hoogste 5 m bedragen.
25. 3.Wijzigingsbevoegdheid
25. 3. 1. Burgemeester en wethouders kunnen
het bestemmingsplan wijzigen in die zin dat:
-
in een aanduiding een grotere bouwhoogte voor
het bouwen van erf- en terreinafscheidingen wordt
aangegeven, mits:
-de bouwhoogte ten hoogste 5 m zal
bedragen.
25. 3. 2. Burgemeester en wethouders
kunnen toepassing geven aan de in lid 25.3.1.
bedoelde wijzigingsbevoegdheden indien hierdoor geen
onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en
bebouwingsbeeld, de milieusituatie, de woonsituatie,
de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden
van de aangrenzende gronden.