59. 1. 1. Een bouwwerk dat op het tijdstip
van inwerkingtreding van het bestemmingsplan
aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan
worden krachtens een bouwvergunning, en afwijkt van
het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en
omvang niet wordt vergroot,
a.gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
b.na het tenietgaan ten gevolge van een
calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd,
mits de aanvraag van de bouwvergunning geschiedt
binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is
teniet gegaan;
59. 1. 2. Burgemeester en Wethouders kunnen
eenmalig ontheffing verlenen van lid 59.1.1. voor
het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als
bedoeld in lid 59.1.1. met maximaal 10%.
59. 1. 3. Lid 58.1.1. is niet van toepassing
op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip
van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd
zonder vergunning en in strijd met het daarvoor
geldende plan, daaronder begrepen de
overgangsbepaling van dat plan.
59. 2.Overgangsregels gebruik
59. 2. 1. Het gebruik van grond en bouwwerken
dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van
het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag
worden voortgezet.
59. 2. 2. Het is verboden het met het
bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in lid
59.2.1., te veranderen of te laten veranderen in een
ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door
deze verandering de afwijking naar aard en omvang
wordt verkleind.
59. 2. 3. Indien het gebruik, bedoeld in lid
59.2.1., na de inwerkingtreding van het plan voor
een periode langer dan een jaar wordt onderbroken,
is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of
te laten hervatten.
59. 2. 4. Lid 59.2.1. is niet van toepassing
op het gebruik dat reeds in strijd was met het
voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder
begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.