Artikel 5         Groenvoorzieningen

 

1.         Doeleindenomschrijving

De op de bestemmingskaart voor Groenvoorzieningen aangegeven gronden zijn met inachtneming van het bepaalde in artikel 6, voor zover het betreft de beschermingszone, bestemd voor:

a.         groenvoorzieningen;

b.         verhardingen onder andere ten behoeve van ontsluitingen, in- en uitritten;

c.         boven- en ondergrondse parkeervoorzieningen;

d.         speelvoorzieningen;

en tevens de bijbehorende voetpaden en rijwielpaden.

 

2.         Beschrijving in hoofdlijnen         

De in lid 1. omschreven doeleinden worden als volgt nagestreefd:

a.         op de gronden aangegeven met de arcering mogen op de begane grond slechts groenvoorzieningen gerealiseerd worden; daarnaast mag op deze gronden uitsluitend een overhangend gedeelte van het woongebouw gerealiseerd worden, dit overhangende gedeelte mag met één steunpunt op de grond rusten;

b.         er dient één uitrit van de ondergrondse parkeergarage aan de Rossinistraat en één uitrit aan de Europalaan te worden gerealiseerd.

 

3.         Bouwvoorschriften       

Op en in de tot groenvoorzieningen bestemde gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd die maximaal 3 m. hoog mogen zijn, voorzieningen voor de openbare verlichting die maximaal 8 m. hoog mogen zijn en antennes en antennemasten die maximaal 12 m. hoog mogen zijn.

 

4.         Nadere eisen    

A.        Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van:

1.         de situering en afmetingen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde;

2.         de situering van ontsluitingen, in- en uitritten, groen- en speelvoorzieningen.

 

B.         De onder lid A. genoemde nadere eisen mogen uitsluitend worden gesteld:

1.         indien dit noodzakelijk is ter waarborging van de ruimtelijke karakteristiek, het stedenbouwkundig beeld, de cultuurhistorische en/of archeologische waarde ter plaatse dan wel indien dit noodzakelijk voor een verantwoorde inpassing in de bestaande groenstructuur;

2.         ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken.

 

5.         Gebruiksvoorschriften   

Onder strijdig gebruik van gronden als bedoeld in artikel 7 wordt ten minste verstaan het gebruik voor straatprostitutie.