3.2.
Bouwregels
Op
de als “Wonen” bestemde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de
in artikel 3.1 genoemde bestemming worden gebouwd. Hierbij gelden de volgende
voorwaarden:
a.
gebouwen
mogen uitsluitend worden gebouwd binnen het bouwvlak;
b.
er
is maximaal één woning toegestaan.
3.2.2
Hoofdgebouwen
Voor het bouwen van hoofdgebouwen
gelden de volgende regels:
a. de
afmetingen van het hoofdgebouw mag niet meer bedragen dan een breedte van
b. het
bebouwingspercentage van het bouwperceel voor hoofdgebouwen, aan- en uitbouwen,
bijgebouwen en andere bouwwerken welke hoger zijn dan
c. de
afstand van de vrijstaande gevel tot de zijdelingse perceelsgrens moet minimaal
d. goothoogte en bouwhoogte: maximaal de hoogte zoals op de plankaart aangegeven.
3.2.3
Aan- en uitbouwen
en bijgebouwen
Voor het
bouwen van aan- en uitbouwen en bijgebouwen gelden de
volgende regels :
a.
aan-
en uitbouwen en bijgebouwen dienen tenminste
b.
het
totale grondoppervlak van aan- en uitbouwen en
bijgebouwen mag bij een bouwperceel groter dan
c.
de
goothoogte van aan- en uitbouwen en bijgebouwen mag
maximaal
Voor het bouwen van bouwwerken geen
gebouwen zijnde, gelden de volgende regels
a. erf- en terreinafscheidingen hoger
dan
b. de hoogte van andere bouwwerken mag
maximaal
a.
de
woonfunctie in overwegende mate behouden blijft;
b.
de
beroeps- en/of bedrijfsvloeroppervlakte niet meer bedraagt dan 40% van de
vloeroppervlakte van het hoofdgebouw en de bijgebouwen, met een maximum van
c.
de
beroeps- en/of bedrijfsactiviteiten hoofdzakelijk door de bewoner(s) van het
hoofdgebouw zelf worden uitgeoefend;
d.
de
beroeps- en/of bedrijfsactiviteiten geen hoger bronvermogen hebben dan 50
dB(A)/m˛ etmaalwaarde;
e.
de
woning en de bij de woning behorende bijgebouwen aan het Bouwbesluit c.q. de
Bouwverordening blijven voldoen;
f.
de
beroeps- en/of bedrijfsactiviteiten geen parkeeroverlast voor de directe
(woon)omgeving veroorzaken of dat hierdoor geen extra parkeervoorzieningen
noodzakelijk zijn;
g.
geen
(overig) gevaar, schade, hinder of overlast voor de (woon)omgeving ontstaat;
h.
geen
detailhandel wordt uitgeoefend, met uitzondering van detailhandel die
ondergeschikt is aan en verband houdt met de ter plekke uitgeoefende
kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten;
i.
geen
horeca-activiteiten worden uitgeoefend;
j.
geen
prostitutiebedrijf, seksinrichting of aanverwante activiteiten op erotisch
en/of pornografisch gebied wordt/worden uitgeoefend.