De voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a een agrarisch bedrijf met een grondgebonden agrarische bedrijfsvoering;
met daarbij behorende:
b voorzieningen van algemeen nut;
c (onverharde) paden;
d groenvoorzieningen;
e water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
Op of in deze gronden mogen geen gebouwen en overkappingen worden gebouwd.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde (m.u.v. overkappingen), gelden de maatvoeringseisen zoals aangegeven in onderstaande tabel:
Maatvoeringseisen |
Eis |
maximale bouwhoogte erfafscheidingen |
|
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van:
a het bepaalde in lid 3.2 voor het bouwen van gebouwen, noodzakelijk voor de agrarische bedrijfsvoering van volwaardig grondgebonden agrarische bedrijven, zoals een melkschuur of schuilgelegenheid, met inachtneming van de volgende bepalingen:
1
Het oppervlak aan gebouwen binnen een
bestemmingsvlak mag maximaal
2
De goothoogte mag maximaal
3
De afstand van de gebouwen tot de
perceelsgrenzen dient minimaal
b
het bepaalde in lid 3.2.2 voor het bouwen van erfafscheidingen met een bouwhoogte van maximaal
1 De stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit mag als gevolg van het oprichten van hogere erfafscheidingen niet worden aangetast.
2 Er mag geen onevenredige afbreuk worden gedaan aan de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.
3 De belangen van derden mogen niet onevenredig worden geschaad.
Een aanvraag voor een omgevingsvergunning voor het afwijken wordt tevens getoetst aan het algemene toetsingskader, zoals opgenomen in artikel 23, lid 23.1 van deze regels.
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken, wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:
a seksuele dienstverlening;
b detailhandel;
c het plaatsen of geplaatst houden van onderkomens;
d het opslaan van gerede of ongerede goederen, zoals vatten, kisten, bouwmaterialen, werktuigen, machines of onderdelen hiervan, met uitzondering van goederen ten behoeve van de bedrijfsvoering;
e het al dan niet ten verkoop opslag van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke bestemming onttrokken voorwerpen, stoffen en materialen;
f
het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen
van puin, vuil of andere vaste of vloeibare afvalstoffen.