De voor 'Gemengd - 3' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a dienstverlening, waaronder bedrijfsactiviteiten die genoemd staan in milieucategorie 1 van de Staat van bedrijfsactiviteiten ;
b kantoren;
c maatschappelijke voorzieningen;
met daarbij behorende:
d tuinen en erven;
e voorzieningen van algemeen nut;
f wegen en paden;
g (ondergrondse) parkeervoorzieningen;
h groenvoorzieningen;
i water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
Voor het bouwen van gebouwen en overkapping gelden de volgende bepalingen:
a Gebouwen en overkappingen zijn uitsluitend toegestaan binnen de bouwvlakken.
b Het bouwvlak volledig mag worden bebouwd.
c Ter plaatse van de aanduiding ‘maximale goot- en bouwhoogte (m)’ mogen de goot- en bouwhoogte niet meer bedragen dan is aangegeven.
d
In afwijking van het bepaalde onder a geldt dat
ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke bouwaanduiding – overbouwing’
de zijgevelrooilijn mag worden overschreden ten behoeve van een overbouwing met een diepte van maximaal
e De voorgevel dient voor minimaal 75% in de voorgevelrooilijn te worden gebouwd.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, (m.u.v. overkappingen) gelden de maatvoeringseisen zoals aangegeven in onderstaande tabel:
|
Maximale
bouwhoogte |
Maximale
bouwhoogte |
Maximale
bouwhoogte |
Maximale
bouwhoogte |
Situering |
erf- afscheidingen |
tuinmeubilair en
speeltoestellen |
vlaggenmasten en antennes |
overige bouwwerken |
voor de voorgevelrooilijn |
|
|
|
|
achter de voorgevelrooilijn |
|
|
|
|
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het
afwijken van het bepaalde in lid 6.2.2 voor het bouwen van erfafscheidingen
buiten het bouwvlak en/of voor de voorgevelrooilijn met een bouwhoogte van
maximaal
a De stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit mag als gevolg van het oprichten van hogere erfafscheidingen niet worden aangetast.
b Er mag geen onevenredige afbreuk worden gedaan aan de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.
c De belangen van derden mogen niet onevenredig worden geschaad.
Een aanvraag voor een omgevingsvergunning voor het afwijken wordt tevens getoetst aan het algemene toetstingskader, zoals opgenomen in artikel 22, lid 22.1.
a Het bruto vloeroppervlak per dienstverlenend bedrijf mag niet meer bedragen dan 1.000 m2.
b
Het bruto vloeroppervlak aan maatschappelijke
voorzieningen mag binnen de gehele bestemming niet meer bedragen dan
c
Op eigen terrein dient te worden voorzien in
minimaal 1 parkeerplaats per
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken, wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:
a seksuele dienstverlening;
b bewoning van gebouwen, geen woning zijnde;
c het plaatsen of geplaatst houden van onderkomens;
d het opslaan van gerede of ongerede goederen, zoals vatten, kisten, bouwmaterialen, werktuigen, machines of onderdelen hiervan;
e het opslaan van voer- of vaartuigen of onderdelen hiervan;
f het al dan niet ten verkoop opslag van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke bestemming onttrokken voorwerpen, stoffen en materialen;
g het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van puin, vuil of andere vaste of vloeibare afvalstoffen.
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 6.1 onder a met inachtneming van de volgende bepalingen:
a Een omgevingsvergunning kan worden verleend ten behoeve van de vestiging c.q. uitoefening van een bedrijf dat hoewel gelijkwaardig is aan categorie 1 van de Staat van bedrijfsactiviteiten, niet in de Staat van bedrijfsactiviteiten wordt genoemd.
b Een omgevingsvergunning kan worden verleend ten behoeve van de vestiging c.q. uitoefening van een bedrijf dat hoewel gelijkwaardig is aan categorie 1 van de Staat van bedrijfsactiviteiten, in de Staat van bedrijfsactiviteiten wordt genoemd onder categorie 2.
c Bij de beoordeling van de aard en invloed van de milieubelasting van een bedrijf dienen de volgende milieubelastingcomponenten mede in de beoordeling te worden betrokken: geluid, geurproductie, stofuitworp en gevaar, waarbij tevens kan worden gekeken naar de verontreiniging van lucht en bodem, de diversiteit en het al dan niet continue karakter van het bedrijf en de visuele hinder en verkeersaantrekkende werking.
Een aanvraag voor een omgevingsvergunning voor het afwijken wordt tevens getoetst aan het algemene toetsingskader, zoals opgenomen in artikel 22, lid 22.1.
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor
het afwijken van het bepaalde in lid 6.4.1 onder a voor het toestaan van een
groter bruto vloeroppervlak per dienstverlenende bedrijf tot maximaal
a de functie en het bouwplan passend zijn in de omgeving;
b de belangen van derden niet onevenredig worden geschaad.
Een aanvraag voor een omgevingsvergunning voor het afwijken
wordt tevens getoetst aan het algemene toetstingskader,
zoals opgenomen in artikel 22, lid 22.1.