De voor 'Gemengd' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a bedrijven en bedrijfsactiviteiten uit de milieucategorieën 1, 2, 3.1 en 3.2, zoals opgenomen in de bijlage Staat van Bedrijfsactiviteiten, waarbij geldt dat geluidzoneringsplichtige inrichtingen en risicovolle inrichtingen niet zijn toegestaan;
b recreatie-inrichtingen, waaronder in ieder geval begrepen een inpandige kartbaan en laserschietbaan;
c horecabedrijven, met uitzondering van discotheken/dancings;
met daarbij behorende:
d opslag en uitstalling;
e tuinen en erven;
f voorzieningen van algemeen nut;
g wegen en paden;
h (ondergrondse) parkeervoorzieningen;
i groenvoorzieningen;
j water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
Voor het bouwen van gebouwen en overkappingen gelden de volgende bepalingen:
a Gebouwen en overkappingen zijn uitsluitend toegestaan binnen de bouwvlakken;
b Het bouwvlak mag volledig worden gebouwd.
c De bouwhoogte van gebouwen en overkappingen mag niet meer bedragen dan is aangegeven ter plaatse van de aanduiding ‘maximale bouwhoogte (m)'.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde (m.u.v. overkappingen) gelden de maximale maatvoeringseisen zoals aangegeven in onderstaande tabel:
|
Maximale |
Maximale |
Maximale |
Maximale |
Situering |
erfafscheidingen |
lichtmasten |
(reclame)masten, vlaggenmasten en antennes |
overige bouwwerken |
binnen bouwvlak |
|
aangeduid t.p.v. aanduiding ‘maximale bouwhoogte (m)’ |
|
aangeduid t.p.v. aanduiding ‘maximale bouwhoogte (m)’ |
buiten bouwvlak |
|
|
|
|
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het
afwijken van het bepaalde in sub 6.2.2 voor het bouwen van erfafscheidingen
met een bouwhoogte van maximaal
a de constructie van de erfafscheiding voor minimaal 80% open dient te zijn;
b de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit niet worden aangetast;
c geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken;
d de belangen van derden niet onevenredig worden geschaad.
Een aanvraag voor een omgevingsvergunning voor het afwijken wordt tevens getoetst aan het algemene toetsingskader, zoals opgenomen in artikel 18, lid 18.1.
Binnen de bestemming ‘Gemengd' is buitenopslag, passend binnen de bestemming, toegestaan, met dien verstande dat opslag uitsluitend is toegestaan binnen het bouwvlak en achter de voorgevelrooilijn.
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken, wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:
a seksuele dienstverlening;
b bewoning;
c detailhandel;
d het plaatsen of geplaatst houden van onderkomens;
e het opslaan van gerede of ongerede goederen, zoals vaten, kisten, bouwmaterialen, werktuigen, machines of onderdelen hiervan;
f het opslaan van voer- of vaartuigen of onderdelen hiervan;
g het al dan niet ten verkoop opslag van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke bestemming onttrokken voorwerpen, stoffen en materialen;
h het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van puin, vuil of andere vaste of vloeibare afvalstoffen;
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van:
a het bepaalde in lid 6.1 sub a, en bedrijven toestaan die niet voorkomen in de bij deze regels behorende Staat van bedrijfsactiviteiten, met dien verstande dat:
1 deze bedrijven naar aard en invloed op de omgeving, voor zover deze activiteiten passend zijn binnen het karakter van het gebied, gelijk te stellen zijn met de toegelaten milieucategorieën;
2 de belangen van derden niet onevenredig worden geschaad;
3 er geen onevenredig nadelige gevolgen ontstaan of kunnen ontstaan voor het woonmilieu;
4 de parkeerbalans in de directe omgeving niet onevenredig wordt of kan worden beïnvloed.
b het bepaalde in lid 6.1 sub a, en bedrijven toestaan die vallen in een hogere milieucategorie dan ter plaatse is toegestaan, met dien verstande dat:
1 deze bedrijven naar aard en invloed op de omgeving, voor zover deze activiteiten passend zijn binnen het karakter van het gebied, gelijk te stellen zijn met de toegelaten milieucategorieën;
2 de belangen van derden niet onevenredig worden geschaad;
3 er geen onevenredig nadelige gevolgen ontstaan of kunnen ontstaan voor het woonmilieu;
4 de parkeerbalans in de directe omgeving niet onevenredig wordt of kan worden beïnvloed.
Een aanvraag voor een omgevingsvergunning voor het afwijken wordt tevens getoetst aan het algemene toetsingskader, zoals opgenomen in artikel 18, lid 18.1.