De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a groenvoorzieningen;
b ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van groen – afschermend groen’ tevens voor afschermend groen;
c langzaamverkeersroutes;
d routes voor calamiteitenverkeer;
e het houden van evenementen;
f (jongeren)ontmoetingsplaatsen;
met daarbij behorende:
g speelvoorzieningen;
h voorzieningen van beeldende kunst;
i voorzieningen van algemeen nut;
j geluidwerende voorzieningen;
k afvalcontainers (boven- en ondergronds);
l water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
Op of in deze gronden mogen geen gebouwen en overkappingen worden gebouwd.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde (m.u.v. overkappingen), gelden de volgende bepalingen:
a Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, moeten voldoen aan de volgende maatvoeringseisen:
Maatvoeringseisen |
Eis |
maximale bouwhoogte speeltoestellen |
|
maximale bouwhoogte geluidwerende voorzieningen |
|
maximale bouwhoogte overige bouwwerken |
|
b Het bepaalde onder sub a is niet van toepassing op bouwwerken, die een werk van beeldende kunst vormen.
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in sub 7.2.1 voor de bouw van gebouwen en/of overkappingen ten behoeve van (jongeren)ontmoetingsplaatsen, mits:
a
de bouwhoogte niet meer bedraagt dan
b
de oppervlakte per gebouw of overkapping niet
meer bedraagt dan
Een aanvraag voor een omgevingsvergunning voor het afwijken wordt tevens getoetst aan het algemene toetsingskader, zoals opgenomen in artikel 18, lid 18.1.
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken, wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:
a seksuele dienstverlening;
b parkeervoorzieningen;
c het plaatsen of geplaatst houden van onderkomens;
d het opslaan van gerede of ongerede goederen, zoals vaten, kisten, bouwmaterialen, werktuigen, machines of onderdelen hiervan;
e het opslaan van voer- of vaartuigen of onderdelen hiervan;
f het opslaan van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke bestemming onttrokken voorwerpen, stoffen en materialen;
g het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van puin, vuil of andere vaste of vloeibare afvalstoffen;
Binnen deze bestemming is ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van groen - afschermend groen’ een omgevingsvergunning vereist om de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
a het kappen of rooien van bomen en houtgewas;
b het aanbrengen van oppervlakteverhardingen;
c het aanleggen van overige verharde en halfverharde wegen of paden.
Het in lid 7.5.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
a de eerste aanleg van de groenvoorzieningen betreffen;
b het normale onderhoud en/of gebruik betreffen, dan wel van ondergeschikte betekenis zijn;
c reeds in uitvoering zijn krachtens een verleende omgevingsvergunning, dan wel krachtens een verleende vergunning reeds mogen worden uitgevoerd op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan.
De in lid 7.5.1 genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend, indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het behoud, het herstel en de ontwikkeling van het afschermend groen.