Artikel 28              Algemene wijzigingsregels

28.1       Algemeen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, het plan te wijzigen door:

a      het aanbrengen van wijzigingen betrekking hebbende op een enigszins andere situering van de bestemmingsgrenzen, indien bij de uitvoering van het plan mocht blijken, dat verschuivingen nodig zijn in verband met de aanleg van een weg of ingekomen bouwaanvragen ter uitvoering van een bouwplan, dan wel ter correctie van afwijkingen of onnauwkeurigheden op de verbeelding, met dien verstande dat de verschuiving niet meer dan 5 m mag bedragen;

b      het wijzigen van de voorgeschreven maatvoering voor bouwwerken met ten hoogste 20%, indien in verband met ingekomen bouwvragen deze wijzigingen nodig zijn;

c       een enigszins andere situering en/of begrenzing van de bestemmings- en/of bouwgrenzen, indien bij de uitvoering van het plan mocht blijken dat verschuivingen in verband met de uitvoering van een bouwplan waarvan realisering wenselijk of noodzakelijk wordt geacht, nodig zijn, mits de oppervlakte van een bestemmings- en/of bouwvlak met niet meer dan 20% wordt gewijzigd.

d      het aanpassen van de regels en het oprichten van transformatorhuisjes of gemaalgebouwtjes toe te staan met een inhoud van maximaal 75 m3, welke in het kader van de nutsvoorziening nodig zijn.

e      het wijzigen van de in de bedrijfsbestemmingen opgenomen indeling van milieu-categoriën, alsmede het wijzigen van de in de bijlagen opgenomen Staat van bedrijfsactiviteiten, indien dit wenselijk is als gevolg van technische ontwikkelingen.

 

28.2       Wro-zone – wijzigingsgebied 1

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, het plan te wijzigen door ter plaatse van de aanduiding ‘wro-zone – wijzigingsgebied 1’ de bestemmingen ‘Wonen’ en ‘Tuin’ aan te passen en de woonbestemming voor één vrijstaande woning ter plaatse van de aanduiding ‘vrijstaand’ te verruimen, ten koste van de bestemming ‘Tuin’ waarbij het bouwvlak worden verplaatst in de richting van de Aert Willemstraat.

 

28.3       Wro-zone – wijzigingsgebied 2

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, het plan te wijzigen door de gronden ter plaatse van de aanduiding ‘wro-zone – wijzigingsgebied 2 ’ te wijzigen in de bestemming ‘Bedrijf’, met dien verstande dat:

a      als bedrijven mogen worden gevestigd:

1      verzorgende, ambachtelijke bedrijven;

2      bedrijven en bedrijfsactiviteiten die genoemd staan in milieucategorie 1 en 2  van de Staat van bedrijfsactiviteiten;

3      bedrijven en bedrijfsactiviteiten die niet genoemd worden in de Staat van bedrijfsactiviteiten onder milieucategorie 1 en 2, maar naar aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn aan de onder milieucategorie 1 en 2 genoemde activteiten;

één en ander met uitzondering van geluidzoneringsplichtige en risicovolle inrichtingen, detailhandelsbedrijven, dienstverlenende bedrijven, kantoren en horeca;

b      de goothoogte niet meer mag bedragen dan 4 m;

c       de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 5,5 m;

d      de afstand van bedrijfsgebouwen tot de grens van het aanduidinggebied ter plaatse van de aanduiding ‘wro-zone – wijzigingsgebied 2’ niet minder mag bedragen dan 10 m;

e      de afstand van bedrijfsgebouwen tot een bouwvlak niet minder mag bedragen dan 15 m;

f        er geen bedrijfswoningen mogen worden gebouwd, met uitzondering van vervanging van de bestaande woning;

g       de goot- en bouwhoogte van bedrijfswoningen mag niet meer bedragen dan voor de vrijstaande woningen is aangegeven ter plaatse van de aanduiding ‘maximale goot- en bouwhoogte (m)’.

h      voor het overige de bepalingen van de bestemming ‘Bedrijf’ van toepassing worden.