Ontwerpbestemmingsplan Windturbines PWN-terrein

 

Inhoud Regels

I         Inleidende regels  1

artikel 1        Begrippen  1

artikel 2        Wijze van meten  3

II        Bestemmingsregels  4

artikel 3        Bedrijf - Windturbine  4

III       Algemene regels  5

artikel 4        Anti-dubbeltelregel 5

artikel 5        Algemene afwijkingsregels  5

IV      Overgangs- en slotregels  6

artikel 6        Overgangsrecht 6

artikel 7        Slotregel 6

 

 

 

 


I            Inleidende regels

 

artikel 1              Begrippen

 

1.1.    In deze regels wordt verstaan onder:

 

a.         plan:

het bestemmingsplan “Windturbines PWN-terreinvan de gemeente Medemblik;

 

b.        bestemmingsplan:

de geometrisch bepaalde planobjecten met bijbehorende regels als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0420.BPWindturbinesPWN-ON01;

 

c.         verbeelding:

de verbeelding van het bestemmingsplan “Windturbines PWN-terrein” bestaande uit het blad met het nummer 101266-0084 met bijbehorende legenda, waarop de bestemmingen van de in het plan begrepen gronden zijn aangegeven;

 

d.        bebouwing:

één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;

 

e.         bestaand:

1.    bij bouwwerken: bestaand ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan;

2.    bij gebruik: bestaand ten tijde van het van kracht worden van het bestemmingsplan;

 

f.          bestemmingsgrens:

de grens van een bestemmingsvlak;

 

g.        bestemmingsvlak:

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;

 

h.        bijbehorend bouwwerk:

uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel een functioneel met een zich op het zelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al niet tegen aangebouwd op de grond staand gebouw of ander bouwwerk met een dak;

 

i.          bouwen:

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;

 

j.          bouwwerk:

elke constructie van enige omvang, van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;

 

k.         gebouw:

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;

 

l.          nutsvoorzieningen:

voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, telefooncellen en apparatuur voor telecommunicatie.

 

1.2.    Waar in deze regels wordt verwezen naar andere wettelijke regelingen, wordt geduid op de wettelijke regelingen, zoals die gelden op het moment van het ter inzage leggen van het ontwerp van dit plan.

 


artikel 2              Wijze van meten

 

2.1.    Bij de toepassing van deze Regels wordt als volgt gemeten:

 

a.         de dakhelling:

langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;

 

b.        de goothoogte van een bouwwerk:

vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;

 

c.         de bouwhoogte van een bouwwerk:

vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;

 

d.        de inhoud van een bouwwerk:

tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;

 

e.         de breedte en diepte van een bouwwerk:

tussen de buitenwerkse gevelvlakken of het hart van scheidingsmuren;

 

f.          de oppervlakte van een bouwwerk:

tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, nederwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;

 

g.        de totale oppervlakte aan bijbehorende bouwwerken:

het totale oppervlak aan bijbehorende bouwwerken bij een hoofdgebouw, exclusief het vergunningsvrij gebouwde oppervlak aan bijbehorende bouwwerken;

 

h.        het peil:

de hoogte van de weg ter plaatse van de hoofdtoegang van een gebouw of, indien de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst, de door burgemeester en wethouders vastgestelde hoogte van het terrein ter plaatse van die hoofdtoegang bij voltooiing van de bouw of zoals dit ten tijde van het ter inzage leggen van het ontwerp van dit plan aanwezig was.

 

i.          de hoogte van een windturbine:

vanaf het peil tot aan de (wieken)as van de windturbine.

 

 

2.2.    Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, erkers, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouw- c.q. bestemmingsgrenzen niet meer dan 1 m bedraagt.

 

 


II         Bestemmingsregels

 

artikel 3              Bedrijf - Windturbine

 

3.1.    Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf - Windturbine’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

a.    waterwinning;

b.    windturbines;

 

met daarbij behorende:

c.    wegen en paden;

d.    water- en waterkerende voorzieningen;

e.    nutsvoorzieningen.

 

3.2.    Bouwregels

Op deze gronden mogen uitsluitend windturbines worden gebouwd, waarbij de gehele windturbine inclusief de wieken binnen het bestemmingsvlak dient te blijven.

 

3.3.    Bouwregels voor windturbines

Voor het bouwen van windturbines gelden de volgende regels:

a.    per bestemmingsvlak mag niet meer dan 1 windturbine;

b.    de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 58 m;

 

 

 


III      Algemene regels

 

artikel 4              Anti-dubbeltelregel

 

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

 

 

artikel 5              Algemene afwijkingsregels

 

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van de in het plan gegeven maten, afmetingen en percentages tot niet meer dan 10% van die maten, afmetingen en percentages, indien het straat- en bebouwingsbeeld en de woonsituatie op belendende percelen hierdoor niet onevenredig wordt aangetast;

 

 

 


IV       Overgangs- en slotregels

 

artikel 6              Overgangsrecht

 

10.1.  Overgangsrecht bouwen

a.    Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, danwel gebouwd kan worden krachtens een bouwvergunning, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:

1.    gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;

2.    na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de bouwvergunning wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.

 

b.    Burgemeester en wethouders kunnen eenmalig in afwijking van artikel 10.1.a een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in artikel 10.1.a. met maximaal 10%.

 

c.    Artikel 10.1.a. is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

 

10.2.  Overgangsrecht gebruik

a.    Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.

 

b.    Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in artikel 10.2.a., te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.

 

c.    Indien het gebruik, bedoeld in artikel 10.2.a., na de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.

 

d.    het bepaalde in artikel 10.2.a. is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsregels van dat plan.

 

 

artikel 7              Slotregel

 

Deze regels worden aangehaald als:

 

"Regels van het bestemmingsplan Windturbines PWN-terrein".

 

Gemeente Medemblik, 12 augustus 2011