Nota: Beantwoording
reacties “Windturbines PWN-terrein Andijk”
(voor
een deel is informatie opgevraagd bij de provincie, de milieudienst en PWN/Peutz)
Begrippen:
PMV = Provinciale Milieuverordening
Lden = jaargemiddelde geluidsbelasting overdag
Lnight
= jaargemiddelde geluidsbelasting ‘s nachts
1. Kenmerk PI-11-02402, d.d.
5-02-2011, ingekomen 15-02- 2011;
a.
Het onderzoek van Peutz
gaat uit van windsnelheden op de algemene windkaart, terwijl de windsnelheden
ter plaatse volgens de gedetailleerde windkaart veel hoger zijn;
b.
De beoogde locatie ligt ten
opzichte van de woningen aan de Oosterdijk vier meter hoger, waardoor de hoogte
van de molens géén 58, maar
c.
Het geluidsrapport houdt
onvoldoende rekening met het dichtbij gelegen stiltegebied;
d.
Volgens onderzoek zou er
geen sprake zijn van waardevermindering voor de nabij gelegen woningen. Wie
heeft dit onderzoek laten uitvoeren en is dat door een onafhankelijk bureau
gebeurd?
e.
Wat is de reden dat molen 1
dichter naar de Oosterdijk is opgeschoven?
f.
Samengevat bestaat er vrees
voor geluidhinder, waardevermindering van de woning en aantasting van het
stiltegebied.
a. Peutz is bij het onderzoek
niet uitgegaan van het windregiem er plekke maar van algemene windsnelheden.
Bij het opstellen van een geluidsrapport maakt het niet uit hoe hard het ter
plaatse waait. Wat van belang is, is de geluidsimpact op de omgeving in relatie
met een bepaalde windsnelheid. Van belang is dus de hoeveelheid geluid bij een
bepaalde windkracht en niet hoeveel dagen van het jaar het met een bepaalde
windkracht waait.
b. Er is geen rekening
gehouden met de verschillende maaiveldhoogtes. Deze hebben geen (relevante)
invloed op de rekenresultaten. In het rekenmodel is uitgegaan van gelijke
maaiveldhoogte van de woningen en de windturbines. Daarbij is bij woningen het
meten/berekenen van de geluidbelasting op
c. Er wordt getoetst aan de
van toepassing zijnde regelgeving. De windmolens liggen buiten het stiltegebied
en zijn in het kader van de ligging in het Natura 2000-gebied “IJsselmeer” op
grond van artikel 19d, lid 1 van de Natuurbeschermingwet vergunningtechnisch
toegestaan. Op 21 december 2010 is er een vergunning op grond van artikel 19d,
lid 1 van de Natuurbeschermingswet aan PWN verzonden.
d. Door de aanvrager, de PWN,
is opdracht verleend aan de Stichting Adviesbureau Onroerende Zaken (SAOZ),
zijnde een onafhankelijk adviesbureau, om een vooranalyse te maken van het
risico op planschade. Een definitief rapport kan pas worden opgemaakt als het
planologisch regiem onherroepelijk is gewijzigd.
e. De PWN heeft laten weten
dat dit te maken heeft met de onderlinge afstand van de turbines, zodat ze niet
(teveel) in elkaars wind staan. Verder is gekeken naar de technische
uitvoerbaarheid, vanwege de bestaande en toekomstige infrastructuur (het ligt
er vol met leidingen). Hierbij is ook de leverancier betrokken geweest om de
benodigde ruimte voor bouwplaatsen in te schatten. Bij de eerdere opstellingen
was dat nog niet gebeurd, aldus PWN.
f. In het door bureau Peutz
opgestelde rapport is de conclusie dat na realisatie van de windturbines de
geluidbelasting 1 db(A) lager bedraagt dan in de huidige situatie. Uit het
vooronderzoek komt geen planschade naar voren. Verder is van aantoonbare
aantasting van het stiltegebied geen sprake nu de drie beoogde locaties buiten
het stiltegebied zijn gesitueerd en er in het kader van de
Natuurbeschermingswet een vergunning is verleend.
2. Kenmerk PI-11-02425, d.d.
12-02-2011, ingekomen 15-02-2011;
a. In de 2e alinea 3e zin van hoofdstuk 2.2
“Eerdere besluitvorming”, wordt geen melding gemaakt van het feit dat een
eerder plan voorzag in de bouw van één windmolen in een als zodanig aangemerkt
stiltegebied;
b. De windmolens hebben, ondanks dat zij volledig buiten het
stiltegebied worden geplaatst, vanwege hun geluidproductie wel effect op de
kwaliteit van het stiltegebied. Die geluidproductie mag niet strijdig zijn met
de Provinciale Milieu Verordening (PMV) en de daarin genoemde kwaliteitseisen. In dat kader valt te overwegen Turbine 1 verder weg van het
stiltegebied te plaatsen;
c. Uit de conclusie van bureau Peutz (hoofdstuk 1) lijkt dat de
eisen die de PMV stelt aan de grenswaarde niet kunnen worden gehaald, in de
nacht
d. De milieuvergunning had gelet op het onder c gestelde niet
zonder meer mogen worden afgegeven;
e. De zinsnede “noch zijn er gevaarlijke stoffen aanwezig” in
hoofdstuk 4.4 over de externe veiligheid, lijkt niet te kloppen met wat gesteld
wordt in de tekst twee kopjes verder.
f. Is bekend dat het PWN-terrein wordt gebruikt als landingsplaats
voor helikopters, welke wetgeving is hier van toepassing en welke invloed heeft
dit op de onderzoeken, de beoordeling, de externe veiligheid?
g. Het lijkt logisch dat het helikoptergebruik in relatie met
natura 2000 en het stiltegebied moet worden onderzocht en genormeerd;
h. Het dringende verzoek is het stiltegebied Grootslag-Oost in
alle documenten en correspondentie te benoemen, naar waarde in te schatten en
mee te nemen in alle onderzoeken en besluitvorming.
a. Dit is correct opgemerkt en
wordt gecorrigeerd;
b. Uitgangspunt voor de
beoordeling van de geluidsbelasting is het Besluit algemene regels inrichtingen
milieubeheer. Omdat de windturbines zijn geplaatst buiten het stiltegebied is
er geen sprake van strijdigheid met de Provinciale Milieuverordening en de
daarin gehanteerde kwaliteitseisen. Stiltegebied kennen geen externe werking.
c. In het rapport van Peutz is
het volgende aangegeven. De berekende geluidsbelasting conform de systematiek
van de Circulaire bedraagt ten hoogste 46 dBL den en 39 dB Lnight. Hiermee
wordt voldaan aan de geluidswaarde uit de Circulaire van 47 dB Lden en 41 dB
Lnight. De genoemde 35 db(A) is niet van toepassing.
d. Een ruimtelijke
onderbouwing is aanwezig en het aanvragen en verlenen van een
omgevingsvergunning “milieu” is niet aan de orde, omdat de windturbines onder
de werkingssfeer van het Activiteitenbesluit vallen, waardoor het indienen van
een melding volstaat.
e. Dit is correct opgemerkt en
wordt gecorrigeerd;
f. De PWN stelt haar terrein
voor dit doel ter beschikking op verzoek van de politie.
g. Het gebruik heeft een zeer
incidenteel karakter (hooguit 12 keer per jaar) en zal naar verwachting komende
jaren nog verder afnemen (informatie politie).
h. Het is duidelijk dat de
beoogde locatie voor de drie windturbines nabij een stiltegebied is gelegen.
Dit gegeven is ook in de afweging betrokken, hetgeen blijkt uit het feit dat
één windturbine is verplaatst van binnen naar buiten het stiltegebied. Nu de
plaatsing van alle drie de windmolens buiten het stiltegebied zijn
geprojecteerd en de nabije ligging van het stiltegebied onderdeel uitmaakt van
de beoordeling, heeft het geen meerwaarde de aanwezigheid van het stiltegebied
steeds weer te vermelden.
3. Kenmerk PI-11-02430,
d.d. 6-02-2011, ingekomen 15-02-2011;
a.
Door het plaatsen van
windmolens nabij een stiltegebied zal de vooral ‘s nachts ervaren stilte worden
vervangen door een monotoon geluid;
b.
Er zou onderzoek moeten
worden gedaan naar de gezondheidsrisico’s;
c.
De windturbines moeten op
een plek worden gezet, waar al veel geluid wordt geproduceerd en de leefomgeving
en het aanzicht niet verstoord wordt.
a. In het door bureau Peutz
opgestelde rapport is de conclusie dat na realisatie van de windturbines de
geluidbelasting 1 db(A) lager bedraagt dan in de huidige, vergunde situatie.
b. Met betrekking tot
gezondheidsrisico’s is niet aantoonbaar dat windmolens met inachtneming van de
toepasselijke (milieu)wetgeving een nadelige invloed hebben op de gezondheid.
c. Er wordt getoetst aan de
van toepassing zijnde regelgeving. De windmolens liggen buiten het stiltegebied
en zijn in het kader van de ligging in het Natura 2000-gebied “IJsselmeer” op
grond van artikel 19d, lid 1 van de Natuurbeschermingwet vergunningtechnisch
toegestaan.
Met betrekking tot het aanzicht wordt opgemerkt dat
in de huidige situatie twee windmolens aanwezig zijn, zodat het plaatsen van
één extra windmolen géén grote inbreuk maakt op het beeld ter plaatse.
Bovendien is het zo dat naarmate de afstand tot een object groter is, het
waarneembare verschil in hoogte minder wordt. Gegeven de huidige situatie en
gelet op de afstand van de windmolens tot de woonbebouwing aan de Oosterdijk
(minimaal
4. Kenmerk PI-11-02431, d.d.
6-02-2011, ingekomen 15-02-2011;
a.
Een clusteropstelling van
drie is volgens het provinciale windenergiebeleid niet geoorloofd (minimaal 5);
b.
De locatie voldoet niet aan
de provinciale leidraad van 21 maart 2000;
c.
In de Provinciale
Milieuverordening (PMV) zijn regels opgenomen, gericht op het behoud van de
kwaliteit van stiltegebieden, waarbij uitgangspunt is dat het is verboden in
een stiltegebied zonder noodzaak geluid voort te brengen;
d.
Er wordt geen rekening
gehouden met de externe werking (uitstralingseffect) op omwonenden in het
stiltegebied en op de beleving van bewoners en toeristen van de Omringdijk.
e.
De geluidbelasting is door
bureau Peutz louter getoetst aan de geluidsgrenswaarden zoals die zijn
opgenomen in het van toepassing zijnde “Besluit algemene regels inrichtingen
milieubeheer”.
f.
In de “ruimtelijke
onderbouwing windturbines PWN Andijk van maart 2009 wordt aangegeven dat uit
een onderzoek van de RUG duidelijk is geworden dat windturbines soms in de
nachtelijke uren een hoger geluidsniveau dan verwacht met zich meebrengen. Niet
duidelijk is of dat ook voor de beoogde locatie geldt;
g.
Niet duidelijk is of het
geluidsrapport rekening houdt met een geluidversterkende werking van de dijk en
omgeving en hoe het geluid op en achter de dijk is;
h.
De gemeente kan een
initiatiefnemer om maatwerk vragen door bijvoorbeeld als norm WNC-35 aan te
houden.
a. In het provinciaal windbeleid (Leidraad 21 maart 2000 en Windkansenkaart 2003) is opgenomen dat windturbines dienen te worden geplaatst in clusters van minimaal 5 turbines of lijnopstellingen van minimaal 3 turbines. Solitaire windturbines zijn alleen bij uitzondering toegestaan op markante plaatsen. Uitgangspunt voor het hanteren van deze beleidsregels is een clustering van windturbines in windparken en een zorgvuldige landschappelijke inpassing. Vertrekpunt voor de ontwikkeling van het windpark was een cluster van 7 windturbines. Om te voorkomen dat zich significant negatieve effecten op vogels voordoen, is de omvang van het beoogd windpark door PWN teruggebracht tot 3 turbines. De beoogde locatie op het bedrijventerrein en de oostelijke dijk van het drinkwaterspaarbekken is landschappelijk zorgvuldig ingepast en goed onderbouwd. Het belang om te komen tot een natuurinclusief ontwerp, rekening houdend met het voorkomen van significante effecten weegt zwaarder dan vasthouden aan een lijnopstelling van 3 turbines, omdat de beoogde landschappelijke kwaliteit ook in een cluster opstelling wordt bereikt.
b. Niet
duidelijk is op welk(e) punt(en) de locatie niet voldoet aan de provinciale
leidraad.
c. De windturbines liggen niet
in het stiltegebied.
d.
Ten aanzien van de opmerking over het stiltegebied
zie beantwoording onder c. Ten aanzien van de beleving van bewoners en
toeristen van de Omringdijk: in het provinciaal beleid (Leidraad 2000 en Windkansenkaart
2003) worden bedrijventerreinen aangeduid als voorkeursgebied voor windenergie.
Daarnaast is in het plan voldaan aan een zorgvuldige ruimtelijke onderbouwing,
waarin een relatie wordt gelegd met de nabijgelegen Westfriese Omringdijk. De
afstand tot de dijk en de relatie met het PWN pompstation is zodanig dat deze
landschappelijk als zelfstandige eenheid kan worden ervaren.
e. In het kader van de recente
geluidsvergunning voor de PWN installaties zijn er metingen gedaan in de
omgeving. Die input is gebruikt voor het geluidsrapport dat door Peutz is
gemaakt.
f. Bij het geluidsonderzoek
dat is uitgevoerd is rekening gehouden met de nieuwe rekenmethodiek en
beoordelingswijze, die beter aansluit bij windsnelheden tijdens de nacht op
grotere hoogten. Er is dus rekening gehouden met de bevindingen van de RUG ten
aanzien van windturbine-geluid in de nacht op hogere hoogten.
g. Het is de vraag óf de dijk een geluidsversterkend effect heeft; er zou ook
sprake kunnen zijn van een absorberende werking van het dijklichaam. In het geluidsrapport is rekening
gehouden met de relevante omgevingsaspecten ten aanzien van de woonbebouwing.
Ten aanzien van het geluid is er een vergunde situatie.
h. De bij AMvB vastgestelde geluidsnormen (Lden en Lnight) bieden rechtsbescherming aan de burger – in casu de omwonenden van het beoogd windpark – én van de ondernemer – in casu PWN en WCI. Terughoudendheid met het vaststellen van lagere geluidsnormen met het oog op een lager achtergrondgeluidsniveau is gewenst, met het oog op het voorkomen van rechtsongelijkheid. Op de locatie nabij het IJsselmeer wordt het achtergrondgeluidsniveau in sterke mate beïnvloed door de wind. Op momenten dat de windsnelheid toeneemt – en de windturbine meer geluid produceert – zal ook het achtergrondgeluidsniveau toenemen.
5. Kenmerk PI-11-02432, d.d.
11-02-2011, ingekomen 15-02-2011;
a.
De geplande molens komen
deels in een stiltegebied, waardoor zij voor geluidoverlast zorgen;
b.
Zijn andere mogelijkheden
dan windenergie voldoende onderzocht?;
c.
Waarom géén clustering van
windmolens in het IJsselmeer bij Medemblik of op de pier bij de sluis van
Enkhuizen?;
d.
De windturbines tasten het
aangezicht van de Oosterdijk en de monumentale Westfriese omringdijk aan;
e.
Waardevermindering van de
huizen;
f. Slagschaduw
a. Door veranderde situering
worden alle drie de windmolens nu buiten het stiltegebied geplaatst;
b. Er wordt op meerdere
fronten aandacht besteed aan duurzame energie. In casu ligt er een aanvraag van
het PWN, waarop een beslissing moet worden genomen.
c. Zie antwoord b, er ligt nu
een concrete aanvraag waarop een beslissing moet worden genomen. De raad van de
voormalige gemeente Medemblik heeft uitgesproken geen ontwikkeling van
windmolens in het IJsselmeer te willen, mede gelet op de jaarlijks te houden
zeilevenementen. De andere genoemde locatie ligt niet op grondgebied van de gemeente
Medemblik.
d. In de huidige situatie zijn
twee windmolens aanwezig, zodat het plaatsen van één extra windmolen géén grote
inbreuk maakt op het beeld ter plaatse. Met betrekking tot de hoogte is het zo
dat naarmate de afstand tot een object groter is, het waarneembare verschil in
hoogte minder wordt. Gegeven de huidige situatie en gelet op de afstand van de
windmolens tot de woonbebouwing aan de Oosterdijk (minimaal
e. Indien door een
planologische wijziging een woning in waarde daalt, heeft de eigenaar de
mogelijkheid een verzoek tot planschade in te dienen. Een definitief rapport
kan pas worden opgemaakt als het planologisch regiem onherroepelijk is
gewijzigd.
f. Uit de conclusies in het
slagschaduwonderzoek van 26 juli 2010 blijkt dat in beperkte mate slagschaduw
optreedt. Conform de regeling dienen de turbines daarom te worden voorzien van
een stilstandregeling.
6. Kenmerk PI-11-02433, d.d.
13-02-2011, ingekomen 15-02-2011;
a.
Wil niet gestoord worden
door het geluid van windmolens;
b.
De windmolens tasten het
aangezicht aan van de Oosterdijk;
c.
De waarde van de huizen aan
de Oosterdijk dalen;
d.
Wat kosten de molens in de
zin van gemeenschapsgeld en hinder voor de omwonenden?;
e.
Wat brengen ze op aan
energie, gerelateerd aan de totale energiebehoefte van Nederland?;
f.
Wat heeft de PWN voor
toekomstvisie op de productie van schone energie en welke rol ziet zij hierin
voor windmolens?
g.
Er zijn meerdere problemen
door opwekking van stroom via windmolens;
h.
Waarom is het in het
algemeen goed te kiezen voor windenergie?
i.
Verzoek aan PWN is te
kiezen voor andere vormen voor het opwekken van energie;
a. In het door bureau Peutz
opgestelde rapport is de conclusie dat na realisatie van de windturbines de
geluidbelasting 1 db(A) lager bedraagt dan in de huidige situatie.
b. In de huidige situatie zijn
twee windmolens aanwezig, zodat het plaatsen van één extra windmolen géén grote
inbreuk maakt op het beeld ter plaatse. Met betrekking tot de hoogte is het zo
dat naarmate de afstand tot een object groter is, het waarneembare verschil in
hoogte minder wordt. Gegeven de huidige situatie en gelet op de afstand van de
windmolens tot de woonbebouwing aan de Oosterdijk (minimaal
c. Indien door een
planologische wijziging een woning in waarde daalt, heeft de eigenaar de
mogelijkheid een verzoek tot planschade in te dienen. Een definitief rapport
kan pas worden opgemaakt als het planologisch regiem onherroepelijk is
gewijzigd.
d./e. Deze vragen/opmerken hebben meer te maken met
het beleid van de Rijksoverheid. Nederland is zeer geschikt voor windenergie,
doordat het vlak is en het er vaak waait. Op dit moment komt 4,4% van alle
elektriciteit uit Nederlandse windturbines. De overheid wil dat in 2020 14% van
onze energie uit duurzame bronnen afkomstig is. Windenergie kan bijdragen om
deze doelstelling te halen. De capaciteit van windenergie moet de komende jaren
dus nog fors omhoog. Het opwekken van elektriciteit met windmolens is een relatief
goedkope vorm van duurzame energie. Windenergie is nog wel duurder dan
elektriciteit opgewekt met fossiele brandstoffen, zoals gas en steenkool. De
extra kosten voor het maken van duurzame energie worden door de overheid gesubsidieerd.
f.t/m i. Desgevraagd
antwoordt het PWN dat zij streven naar het zoveel mogelijk op duurzame wijze
opwekken van elektriciteit. Dit levert een minder grote afhankelijkheid op van
fossiele brandstoffen en daarmee een besparing van de CO2-uitstoot. PWN heeft
onderzocht wat de mogelijkheden zijn van verschillende vormen van duurzame
opwekking. Er is onder andere gekeken naar de mogelijkheden van zonne-energie.
Slechts een klein deel van de gebouwdaken van PWN zijn hiervoor geschikt. Uit
het onderzoek is naar voren gekomen dat zonne-energie vele malen duurder is en
minder rendement geeft dan de opwekking met behulp van windturbines.
Uitgangspunt van PWN is verder dat op zo kostenefficiënt mogelijke wijze
energie moet worden opgewekt.
7. Kenmerk PI-11-02435, d.d.
12-02-2011, ingekomen 15-02-2011;
a.
Niet eens, omdat men in een
stiltegebied woont;
b.
De windturbines het
aangezicht van de Oosterdijk aantasten;
c.
Er betere alternatieven
zijn voor het opwekken van energie;
d.
De waarde van de huizen
dalen;
a. De windturbines worden
gesitueerd buiten het stiltegebied;
Overigens staan er op dit moment al twee
windturbines op het PWN-terrein. De geluidsruimte die de bestaande vergunde
windturbines innemen is groter dan de geluidsruimte van de mogelijk te plaatsen
windturbines.
b. In de huidige situatie zijn
twee windmolens aanwezig, zodat het plaatsen van één extra windmolen géén grote
inbreuk maakt op het beeld ter plaatse. Met betrekking tot de hoogte is het zo
dat naarmate de afstand tot een object groter is, het waarneembare verschil in
hoogte minder wordt. Gegeven de huidige situatie en gelet op de afstand van de
windmolens tot de woonbebouwing aan de Oosterdijk (minimaal
c. Het opwekken van energie
via windmolens is op dit ogenblik beleidsmatig een speerpunt bij de provincie
Noord-Holland en als zodanig één van de mogelijkheden om duurzaam energie op te
wekken.
d. Indien door een
planologische wijziging een woning in waarde daalt, heeft de eigenaar de
mogelijkheid een verzoek tot planschade in te dienen. Een definitief rapport
kan pas worden opgemaakt als het planologisch regiem onherroepelijk is
gewijzigd.
8. Kenmerk PI-11-02447, d.d.
6-02-2011, ingekomen 15-02-2011;
a.
PWN staat niet open voor
een dialoog met de bewoners;
b.
De 3e molen, T1,
weer terug te zetten op de eerder aangewezen plek (plan van maart 2009);
a. Er is diverse keren – op
28-10-2009, 8 december 2009, 17-2-2010 en 29-03-2010 - overleg geweest met de
omwonenden. Mede naar aanleiding daarvan is de opstelling van de windturbines
aangepast.
b. De PWN heeft laten weten dat dit te maken
heeft met de onderlinge afstand van de turbines, zodat ze niet (teveel) in
elkaars wind staan. Verder is gekeken naar de technische uitvoerbaarheid,
vanwege de bestaande en toekomstige infrastructuur (het ligt er vol met
leidingen). Hierbij is ook de leverancier betrokken geweest om de benodigde
ruimte voor bouwplaatsen in te schatten. Bij de eerdere opstellingen was dat
nog niet gebeurd, aldus PWN.
9. Kenmerk PI-11-02448, d.d.
13-02-2011, ingekomen 15-02-2011;
a.
Ontbreken van overleg en
dialoog PWN, gemeente Andijk en bewoners;
b.
Ontbreken van een reële
afweging van belangen en gemeente stelt zich niet onafhankelijk op;
c.
Bureau Peutz houdt géén
rekening met de hogere windsnelheden ter plaatse;
d.
De ashoogte is
e.
De uitwerking op het
stiltegebied wordt niet nader aangeduid;
f.
Wie is opdrachtgever voor
het onderzoek naar planschade en wie heeft dat verricht?;
g.
In de 2 alinea 3e
zin en volgende van het voorontwerp ontbreekt een verwijzing naar het
stiltegebied;
a. Er is diverse keren – op
28-10-2009, 8 december 2009, 17-2-2010 en 29-03-2010 - overleg geweest met de
omwonenden. Mede naar aanleiding daarvan is de opstelling van de windturbines
aangepast.
b. Diverse onderzoeken zijn verricht
en geactualiseerd, waarbij na overleg en belangenafweging het aantal
windturbines en de opstelling gewijzigd zijn.
c. Bij het opstellen van een
geluidsrapport maakt het niet uit hoe hard het ter plaatse waait. Wat van
belang is, is de geluidsimpact op de omgeving in relatie met een bepaalde
windsnelheid. Van belang is dus de hoeveelheid geluid bij een bepaalde
windkracht en niet hoeveel dagen van het jaar het met een bepaalde windkracht
waait.
d. Er is geen rekening
gehouden met de verschillende maaiveldhoogtes. Deze hebben geen (relevante)
invloed op de rekenresultaten. In het rekenmodel is uitgegaan van gelijke
maaiveldhoogte van de woningen en de windturbines. Daarbij is bij woningen het
meten/berekenen van de geluidbelasting op
e. Uitstraling stiltegebied
Uitgangspunt voor de beoordeling van de
geluidsbelasting is het Besluit algemene regels inrichtingen milieubeheer.
Omdat de windturbines zijn geplaatst buiten het stiltegebied is er geen sprake
van strijdigheid met de Provinciale Milieuverordening en de daarin gehanteerde
kwaliteitseisen. Stiltegebied kennen geen externe werking.
f. Door de aanvrager, de PWN,
is opdracht verleend aan de Stichting Adviesbureau Onroerende Zaken (SAOZ),
zijnde een onafhankelijk adviesbureau, om een vooranalyse te maken van het
risico op planschade. Een definitief rapport kan pas worden opgemaakt als het
planologisch regiem onherroepelijk is gewijzigd.
g. De opstelling van de drie
windturbines liggen nu buiten het stiltegebied. Voor de effecten op het
stiltegebied wordt verwezen naar het antwoord onder e.
10. Kenmerk PI-11-02449, d.d.
5-02-2011, ingekomen 15-02-2011;
a.
Er geldt, gelet op de
gedetailleerde windkaart, een ander windregiem dan de algemene windkaart
aangeeft;
b.
Ashoogte is
c.
Wie heeft planschade-onderzoek
verricht en in wiens opdracht is dat gedaan?
d.
Er ontbreekt in het
voorontwerpbestemmingsplan in de 2e alinea, 3e zin een
verwijzing naar het Milieubeschermingsgebied Stiltegebied Grootslag-Oost;
e.
De windturbines hebben een
uitstralingseffect naar het stiltegebied;
f.
In hoofdstuk 3.2 van het
voorontwerp ontbreekt een verwijzing naar de provinciale milieuverordening en
het stiltegebied en het effect dat windturbines hebben op de kwaliteit van het
stiltegebied;
g.
Het geluidonderzoek van
Peutz houdt onvoldoende rekening met hoofdstuk 2.4 van de “circulaire
beoordeling geluidhinder windturbines”, het lijkt dat de eisen die de PMV stelt
aan de grenswaarde niet worden gehaald;
h.
De milieuvergunning had
gelet op vorenstaande, niet mogen worden verleend;
i.
De zinsnede “noch zijn er
gevaarlijke stoffen aanwezig” in hoofdstuk 4.4 over de externe veiligheid,
lijkt niet te kloppen met wat gesteld wordt in de tekst twee kopjes verder.
j. Is bekend dat het PWN-terrein wordt gebruikt als landingsplaats
voor helikopters, welke wetgeving is hier van toepassing en welke invloed heeft
dit op de onderzoeken, de beoordeling, de externe veiligheid?
k. Het lijkt logisch dat het helikoptergebruik in relatie met
natura 2000 en het stiltegebied moet worden onderzocht en genormeerd;
l.
Door het plaatsen van
windmolens nabij een stiltegebied zal de vooral s’nachts ervaren stilte worden
vervangen door een monotoon geluid;
m.
Er zou onderzoek moeten
worden gedaan naar de gezondheidsrisico’s;
n.
De windturbines moeten op
een plek worden gezet, waar al veel geluid wordt geproduceerd en de
leefomgeving en het aanzicht niet verstoord wordt.
o.
Het plaatsen van drie
windmolens nabij de omringdijk staat haaks op het stimuleren van toerisme en
recreatie op en nabij de omringdijk;
p.
De clusteropstelling van 3
windmolens is op grond van het provinciaal windenergiebeleid niet geoorloofd;
q.
Er wordt geen rekening
gehouden met externe werking van de windmolens op omwonenden in het
stiltegebied en op de beleving van bewoners en toeristen van de omringdijk;
r.
De geluidbelasting is door
bureau Peutz louter getoetst aan de geluidsgrenswaarden zoals die zijn
opgenomen in het van toepassing zijnde “Besluit algemene regels inrichtingen
milieubeheer”.
s.
In de “ruimtelijke
onderbouwing windturbines PWN Andijk van maart 2009 wordt aangegeven dat uit
een onderzoek van de RUG duidelijk is geworden dat windturbines soms in de
nachtelijke uren een hoger geluidsniveau dan verwacht met zich meebrengen. Niet
duidelijk is of dat ook voor de beoogde locatie geldt;
t.
Niet duidelijk is of het
geluidsrapport rekening houdt met een geluidversterkende werking van de dijk en
omgeving en hoe het geluid op en achter de dijk is;
u.
Bij de toetsing van de
geluidbelasting dient rekening te worden gehouden met de specifieke situatie
ter plaatse (onder andere het windregiem in Andijk, de geluidversterkende
werking van de dijk en omgeving) en kan de gemeente bij de aanvrager om
maatwerk vragen (norm WNC-35);
v.
Het ontbreekt de gemeente
aan overleg en dialoog met de omgeving;
w.
Ontbreken van een reële
afweging van belangen;
x.
Wat kosten de molens in de
zin van gemeenschapsgeld en hinder voor de omwonenden?;
y.
Wat brengen ze op aan
energie, gerelateerd aan de totale energiebehoefte van Nederland?;
z.
Wat heeft de PWN voor
toekomstvisie op de productie van schone energie en welke rol ziet zij hierin
voor windmolens?
a. Peutz is bij het onderzoek
niet uitgegaan van het windregiem er plekke maar van algemene windsnelheden.
Bij het opstellen van een geluidsrapport maakt het niet uit hoe hard het ter
plaatse waait. Wat van belang is, is de geluidsimpact op de omgeving in relatie
met een bepaalde windsnelheid. Van belang is dus de hoeveelheid geluid bij een
bepaalde windkracht en niet hoeveel dagen van het jaar het met een bepaalde
windkracht waait.
b. Er is geen rekening
gehouden met de verschillende maaiveldhoogtes. Deze hebben geen (relevante)
invloed op de rekenresultaten. In het rekenmodel is uitgegaan van gelijke
maaiveldhoogte van de woningen en de windturbines. Daarbij is bij woningen het
meten/berekenen van de geluidbelasting op
c. Door de aanvrager, de PWN,
is opdracht verleend aan de Stichting Adviesbureau Onroerende Zaken (SAOZ),
zijnde een onafhankelijk adviesbureau, om een analyse te maken van het risico
op planschade. Daaruit blijkt dat er geen sprake zal zijn van schade die voor
vergoeding in aanmerking komt.
d. De opstelling van de drie
windturbines liggen nu buiten het stiltegebied. Voor de effecten op het
stiltegebied wordt verwezen naar het antwoord onder e.
e. Ten
aanzien van de beleving van bewoners en toeristen van de Omringdijk: in het
provinciaal beleid (Leidraad 2000 en Windkansenkaart 2003) worden
bedrijventerreinen aangeduid als voorkeursgebied voor windenergie. Daarnaast is
in het plan voldaan aan een zorgvuldige ruimtelijke onderbouwing, waarin een
relatie wordt gelegd met de nabijgelegen Westfriese Omringdijk. De afstand tot
de dijk en de relatie met het PWN pompstation is zodanig dat deze
landschappelijk als zelfstandige eenheid kan worden ervaren.
f. De opstelling van de drie
windturbines liggen nu buiten het stiltegebied. Voor de effecten op het stiltegebied
wordt verwezen naar het antwoord onder e.
g. In het rapport van Peutz is
het volgende aangegeven. De berekende geluidsbelasting conform de systematiek
van de Circulaire bedraagt ten hoogste 46 dBL den en 39 dB Lnight. Hiermee
wordt voldaan aan de geluidswaarde uit de Circulaire van 47 dB Lden en 41 dB
Lnight. De genoemde 35 db(A) is niet van toepassing.
h. Een ruimtelijke
onderbouwing is aanwezig en het aanvragen en verlenen van een
omgevingsvergunning “milieu” is niet aan de orde, omdat de windturbines onder
de werkingssfeer van het Activiteitenbesluit vallen, waardoor het indienen van
een melding volstaat.
i.
Dit
is correct opgemerkt en wordt gecorrigeerd;
j. De PWN stelt haar terrein
voor dit doel ter beschikking op verzoek van de politie.
k. Het gebruik heeft een zeer
incidenteel karakter (hooguit 12 keer per jaar) en zal naar verwachting komende
jaren nog verder afnemen (informatie politie).
l.
In
het door bureau Peutz opgestelde rapport is de conclusie dat na realisatie van
de windturbines de geluidbelasting 1 db(A) lager bedraagt dan in de huidige,
vergunde situatie.
m. Met betrekking tot
gezondheidsrisico’s is niet aantoonbaar dat windmolens een nadelige invloed
hebben op de gezondheid.
n. Er wordt getoetst aan de
van toepassing zijnde regelgeving. De windmolens liggen buiten het stiltegebied
en zijn in het kader van de ligging in het Natura 2000-gebied “IJsselmeer” op
grond van artikel 19d, lid 1 van de Natuurbeschermingwet vergunningtechnisch
toegestaan.
Met betrekking tot het aanzicht wordt opgemerkt dat
in de huidige situatie twee windmolens aanwezig zijn, zodat het plaatsen van
één extra windmolen géén grote inbreuk maakt op het beeld ter plaatse.
Bovendien is het zo dat naarmate de afstand tot een object groter is, het
waarneembare verschil in hoogte minder wordt. Gegeven de huidige situatie en
gelet op de afstand van de windmolens tot de woonbebouwing aan de Oosterdijk
(minimaal
o. In het plan is voldaan aan een zorgvuldige ruimtelijke onderbouwing,
waarin een relatie wordt gelegd met de nabijgelegen Westfriese Omringdijk. De
afstand tot de dijk en de relatie met het PWN pompstation is zodanig dat deze
landschappelijk als zelfstandige eenheid kan worden ervaren.
p. Prov. In het provinciaal windbeleid (Leidraad 21 maart 2000 en Windkansenkaart 2003) is opgenomen dat windturbines dienen te worden geplaatst in clusters van minimaal 5 turbines of lijnopstellingen van minimaal 3 turbines. Solitaire windturbines zijn alleen bij uitzondering toegestaan op markante plaatsen. Uitgangspunt voor het hanteren van deze beleidsregels is een clustering van windturbines in windparken en een zorgvuldige landschappelijke inpassing. Vertrekpunt voor de ontwikkeling van het windpark was een cluster van 7 windturbines. Om te voorkomen dat zich significant negatieve effecten op vogels voordoen, is de omvang van het beoogd windpark door PWN teruggebracht tot 3 turbines. De beoogde locatie op het bedrijventerrein en de oostelijke dijk van het drinkwaterspaarbekken is landschappelijk zorgvuldig ingepast en goed onderbouwd. Het belang om te komen tot een natuurinclusief ontwerp, rekening houdend met het voorkomen van significante effecten weegt zwaarder dan vasthouden aan een lijnopstelling van 3 turbines, omdat de beoogde landschappelijke kwaliteit ook in een cluster opstelling wordt bereikt.
q. Zie antwoord e.
r. In het kader van de recente
geluidsvergunning voor de PWN installaties zijn er metingen gedaan in de
omgeving. Die input is gebruikt voor het geluidsrapport dat door Peutz is
gemaakt.
s. Bij het geluidsonderzoek
dat is uitgevoerd is rekening gehouden met de nieuwe rekenmethodiek en
beoordelingswijze, die beter aansluit bij windsnelheden tijdens de nacht op
grotere hoogten. Er is dus rekening gehouden met de bevindingen van de RUG ten
aanzien van windturbine-geluid in de nacht op hogere hoogten.
t.
In
het geluidsrapport is rekening gehouden met de relevante omgevings-aspecten ten
aanzien van de woonbebouwing. Ten aanzien van het geluid is er een vergunde
situatie.
u. Het is de vraag óf de dijk een geluidsversterkend effect heeft; er zou ook
sprake kunnen zijn van een absorberende werking van het dijklichaam. In het geluidsrapport is rekening
gehouden met de relevante omgevingsaspecten ten aanzien van de woonbebouwing.
Ten aanzien van het geluid is er een vergunde situatie. De bij AMvB vastgestelde geluidsnormen (Lden en Lnight) bieden
rechtsbescherming aan de burger – in casu de omwonenden van het beoogd windpark
– én van de ondernemer – in casu PWN en WCI. Terughoudendheid met het
vaststellen van lagere geluidsnormen met het oog op een lager
achtergrondgeluidsniveau is gewenst, met het oog op het voorkomen van
rechtsongelijkheid. Op de locatie nabij het IJsselmeer wordt het
achtergrondgeluidsniveau in sterke mate beïnvloed door de wind. Op momenten dat
de windsnelheid toeneemt – en de windturbine meer geluid produceert – zal ook
het achtergrondgeluidsniveau toenemen.
v. Er is diverse keren – op
28-10-2009, 8 december 2009, 17-2-2010 en 29-03-2010 - overleg geweest met de
omwonenden. Mede naar aanleiding daarvan is de opstelling van de windturbines
aangepast.
w. Diverse onderzoeken zijn
verricht en geactualiseerd, waarbij na overleg en belangenafweging het aantal
windturbines en de opstelling gewijzigd zijn.
x./y. Deze vragen/opmerken hebben meer te maken
met het beleid van de Rijksoverheid. Nederland is zeer geschikt voor
windenergie, doordat het vlak is en het er vaak waait. Op dit moment komt 4,4%
van alle elektriciteit uit Nederlandse windturbines. De overheid wil dat in
2020 14% van onze energie uit duurzame bronnen afkomstig is. Windenergie kan
bijdragen om deze doelstelling te halen. De capaciteit van windenergie moet de
komende jaren dus nog fors omhoog. Het opwekken van elektriciteit met
windmolens is een relatief goedkope vorm van duurzame energie. Windenergie is
nog wel duurder dan elektriciteit opgewekt met fossiele brandstoffen, zoals gas
en steenkool. De extra kosten voor het maken van duurzame energie worden door
de overheid gesubsidieerd.
z.
Desgevraagd
antwoordt het PWN dat zij streven naar het zoveel mogelijk op duurzame wijze
opwekken van elektriciteit. Dit levert een minder grote afhankelijkheid op van
fossiele brandstoffen en daarmee een besparing van de CO2-uitstoot. PWN heeft
onderzocht wat de mogelijkheden zijn van verschillende vormen van duurzame
opwekking. Er is onder andere gekeken naar de mogelijkheden van zonne-energie.
Slechts een klein deel van de gebouwdaken van PWN zijn hiervoor geschikt. Uit
het onderzoek is naar voren gekomen dat zonne-energie vele malen duurder is en
minder rendement geeft dan de opwekking met behulp van windturbines.
Uitgangspunt van PWN is verder dat op zo kostenefficiënt mogelijke wijze
energie moet worden opgewekt.
11. Kenmerk PI-11-02452, d.d.
11-02-2011, ingekomen 15-02-2011;
a.
Idem aan de inspraakreactie
onder 10 met de toevoeging dat de twee windmolens op het PWN-terrein al jaren
niet hebben gedraaid, zodat reparatie meer voor de hand ligt;
a. De PWN geeft aan dat de
windmolens jarenlang hebben gedraaid, maar sinds enige jaren uit bedrijf zijn
genomen. De kosten van reparatie en jaarlijks onderhoud wegen niet op tegen de
relatief beperkte opbrengst van de oude windturbines. Daarnaast merkt de PWN op
dat het geluid van de twee oude windturbines groter is dan het geluid dat de
nieuw te plaatsen windturbines met zich meebrengen.
Voor het antwoord op de overige vragen/opmerkingen
wordt verwezen naar punt 10.
12. Kenmerk PI-11-02454, d.d.
12-02-2011, ingekomen 15-02-2011;
a.
Idem aan de inspraakreactie
onder 10.
a. Zie voor de beantwoording
punt 10.
13. Kenmerk PI-11-02457, d.d.
12-02-2011, ingekomen 15-02-2011;
a.
Idem aan de inspraakreactie
onder 7.
a. Zie voor de beantwoording
punt 7.
14. Kenmerk PI-11-02459, d.d.
13-02-2011, ingekomen 15-02-2011;
a.
Het plaatsen van drie
windturbines levert geen positieve bijdrage aan het leefklimaat van de
weidevogels en de gezondheid van de bewoners;
b.
Andijk voldoet al aan de
landelijke norm met betrekking tot het aantal windturbines, dus geen noodzaak
om meer te plaatsen;
c.
Er zijn betere
alternatieven en de huidige windmolens staan altijd stil;
d.
Plaatsing van 3 windmolens
tast het monumentale karakter van de Omringdijk aan;
e.
Geluidoverlast voor
omwonenden als gevolg van de specifieke situatie door de ligging van de
woningen achter de dijk;
f.
De plaatsing van drie
windturbines zal een waardedaling van het huis tot gevolg hebben;
g.
Er zijn betere
alternatieven en locaties voor handen.
a. In de huidige situatie
staan al twee windturbines. Het effect van het vervangen/plaatsen van drie
windturbines is onderzocht door bureau Waardenburg bv, adviseurs voor ecologie
& milieu. Deze komt tot de conclusie dat er geen kans is op significante
effecten.
b. Wettelijk gezien bestaan er
geen normen voor het aantal windturbines per gemeente. De overheid wil dat in
2020 14% van onze energie uit duurzame bronnen afkomstig is. Windenergie kan
bijdragen om deze doelstelling te halen. De capaciteit van windenergie moet de
komende jaren dus nog fors omhoog. Het opwekken van elektriciteit met
windmolens is een relatief goedkope vorm van duurzame energie.
c. Er wordt op meerdere
fronten aandacht besteed aan duurzame energie. In casu ligt er een aanvraag van
het PWN, waarop een beslissing moet worden genomen. De PWN geeft aan dat de
windmolens jarenlang hebben gedraaid, maar sinds enige jaren uit bedrijf zijn
genomen. De kosten van reparatie en jaarlijks onderhoud wegen niet op tegen de
relatief beperkte opbrengst van de oude windturbines. Daarnaast merkt de PWN op
dat het geluid van de twee oude windturbines groter is dan het geluid dat de
nieuw te plaatsen windturbines met zich meebrengen.
d. De windmolens worden niet
op de dijk geplaatst, maar in de omgeving van de dijk. Ook op andere plaatsen
zijn windturbines te zien vanaf de dijk.
e. In het kader van de recente
geluidsvergunning voor de PWN installaties zijn er metingen gedaan in de
omgeving. Die input is gebruikt voor het geluidsrapport dat door Peutz is
gemaakt. In het geluidsrapport is dus rekening gehouden met de relevante
omgevingsaspecten ten aanzien van de woonbebouwing. Ten aanzien van het geluid
is er een vergunde situatie.
f. Door de aanvrager, de PWN,
is opdracht verleend aan de Stichting Adviesbureau Onroerende Zaken (SAOZ),
zijnde een onafhankelijk adviesbureau, om een vooranalyse te maken van het
risico op planschade. Uit dat onderzoek komt naar voren dat er geen sprake is
van een waarde-vermindering die, op grond van de Wet op de ruimtelijke
ordening, voor een tegemoetkoming in aanmerking kan komen. Een definitief
rapport kan pas worden opgemaakt als het planologisch regiem onherroepelijk is
gewijzigd.
Op dat moment kan bij de gemeente een
planschadeclaim worden ingediend.
g. Er ligt nu – los van andere
alternatieven of locaties - een concrete aanvraag waarop de gemeente een
besluit moet nemen.
15. Kenmerk PI-11-02461, d.d.
6-02-2011, ingekomen 15-02-2011;
a.
Idem aan inspraakreactie
onder 7.
a. Voor de beantwoording, zie
onder 7.
16. Kenmerk PI-11-02462, d.d.
12-02-2011, ingekomen 15-02-2011;
a.
Idem aan inspraakreactie
onder 10.
a. Voor de beantwoording, zie
onder 10.
17. Kenmerk PI-11-02463, d.d.
12-02-2011, ingekomen 15-02-2011;
a.
Idem aan inspraakreactie
onder 10.
a. Voor de beantwoording, zie
onder 10.
18. Kenmerk PI-11-02464, d.d.
7-02-2011, ingekomen 15-02-2011;
a. Door de windturbines zo dicht tegen de dijk te bouwen, ontstaat
er bij wind permanente geluidoverlast;
a. In de huidige situatie zijn
al twee windturbines aanwezig. De geluidsruimte die de bestaande vergunde
windturbines innemen, is groter dan de geluidsruimte van de mogelijk te
plaatsen windturbines. Juist bij wind zal het geluid van de windturbines voor
een groot deel wegvallen als gevolg van het omgevingsgeluid. Het
geluidsonderzoek wijst verder uit dat het geluid blijft binnen de daarvoor
geldende normen.
19. Kenmerk PI-11-02467, d.d.
5-02-2011, ingekomen 15-02-2011;
Inspraakreactie
gelijk aan 10, voor zover het betreft a. t/m w.
a.t/m w. Voor de beantwoording, zie onder 10.
20. Kenmerk PI-11-02469, d.d.
12-02-2011, ingekomen 15-02-2011;
a.
De drie windturbines zullen
door hoogte en plaatsing overlast geven, met name wat betreft geluid;
b.
Maatregelen treffen om
zowel qua locatiekeuze als technische aanpassing, in samenspraak met de
omwonenden, te komen tot vermindering van geluidoverlast.
a. In de huidige situatie zijn
al twee windturbines aanwezig. De geluidsruimte die de bestaande vergunde
windturbines innemen, is groter dan de geluidsruimte van de mogelijk te
plaatsen windturbines. Juist bij wind zal het geluid van de windturbines voor
een groot deel wegvallen als gevolg van het omgevingsgeluid. Het
geluidsonderzoek wijst verder uit dat het geluid blijft binnen de daarvoor geldende
normen.
b. Zowel bij de locatiekeuze
alsmede het aantal windturbines en het type windturbine is al zoveel mogelijk
gekeken naar het beperken van mogelijke geluidsoverlast. De te plaatsen
windturbines zijn in vergelijk met andere windturbines in dezelfde
vermogensklasse stiller en mede in overleg met de bewoners is het aantal is van
zes teruggebracht naar drie en windturbine T1
verder van de woonomgeving geplaatst.
21. Kenmerk PI-11-02470, d.d.
5-02-2011, ingekomen 15-02-2011;
a.
Inspraakreactie gelijk aan
10.
a. Voor de beantwoording, zie
onder 10.
22. Kenmerk PI-11-02471, d.d.
12-02-2011, ingekomen 15-02-2011.
a.
Inspraakreactie gelijk aan
7.
a. Voor de beantwoording, zie
onder 7.