art. 9  Groenvoorzieningen

 

1.    Bestemmingsomschrijving

a.    de op de kaart voor “Groenvoorzieningen” aangewezen gronden zijn bestemd voor beplantingen, water, voet- en fietspaden en ten behoeve van het beheer en onderhoud hiervan benodigde bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waaronder straatmeubilair;

b.    in de groenstrook, die langs de noordelijke plangrens is gelegen, mogen ter plaatse van de nadere aanduiding op de plankaart, 3 windturbines worden gebouwd waarbij per aanduiding maximaal 1 windturbine is toegestaan.

 

2.    Bebouwingsnormen

        De hoogte van de in lid 1a genoemde bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 2,5 m bedragen. De naafhoogte van de windturbines mag niet meer dan 60 m bedragen.

 

1.    Bestemmingsomschrijving

a.    De op de kaart voor “Groenvoorzieningen” aangewezen gronden zijn bestemd voor be­plantingen, water, voet- en fietspaden, en de ten behoeve van het beheer en onderhoud hiervan benodigde bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waaronder straatmeubilair.

b.    In de groenstrook, die langs de noordelijke plangrens gelegen, is mogen 3 windturbines worden gebouwd.

 

2.    Bebouwingsnormen

        De hoogte in lid 1a genoemde bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 2,5 m bedragen. De naafhoogte van de windturbines mag niet meer dan 70 m bedragen.