1. Bestemmingsomschrijving
De op de kaart voor “Agrarische doeleinden” aangewezen gronden zijn, met inachtneming van het bepaalde in artikel 3, bestemd voor reële en volwaardige grondgebonden agrarische bedrijven, met de daarbij behorende bouwwerken en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, alsmede water.
2. Bebouwingsnormen
a. Bouwwerken
mogen worden gebouwd tot niet meer dan
b. Bouwwerken,
geen gebouwen zijnde, mogen worden gebouwd waarvan de hoogte niet meer dan
3. Gebruiksregels
Tot een gebruik van gronden en bouwwerken strijdig met de bestemming, zoals bedoeld in artikel 18, wordt in ieder geval gerekend:
a. het bedrijfsmatig verkopen of ten verkoop aanbieden van goederen bestemd en gereed voor onmiddellijk gebruik of verbruik;
b. het bedrijfsmatig ten behoeve van derden vervaardigen of herstellen van goederen;
c. het opslaan of opgeslagen hebben in enigerlei vorm van goederen en materialen van welke soort dan ook, anders dan ter plaatse noodzakelijk voor de uitoefening van het agrarisch bedrijf;
d. het aanwezig of opgeslagen hebben van één of meer aan hun gebruik onttrokken, gerede dan wel onklare machines, vaar- en vliegtuigen, en voertuigen, dan wel onderdelen daarvan;
e. het bedrijfsmatig beoefenen of laten beoefenen van de ruiter-, zwem- of tennissport, dan wel het bedrijfsmatig exploiteren of laten exploiteren van zwembaden en sauna's;
4. Ontheffingen
Burgemeester
en wethouders kunnen vrijstelling ontheffing verlenen van het bepaalde
in lid 2. b., voor een hoogte van niet meer dan
5. Wijzigingsbevoegdheden
a. Burgemeester en wethouders kunnen
overeenkomstig artikel 11 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening artikel
3.6 van de Wet ruimtelijke ordening de in lid 1 genoemde bestemming
“Agrarische doeleinden” wijzigen in de bestemming “Agrarische bedrijven (Aa)”.
Wijziging is uitsluitend toegestaan ten behoeve van de vestiging van reële en
volwaardige grondgebonden agrarische bedrijven onder voorwaarde dat de
volwaardigheid van de bedrijfsactiviteiten met inachtneming van het bepaalde
in artikel 3 kan worden aangetoond. Met betrekking tot de vereiste waterberging
ter compensatie van toename van verhard oppervlak binnen het gebied van de
wijzigingsbevoegdheid dient voor de toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid
met het hoogheemraadschap overeenstemming te zijn bereikt;
b. Burgemeester en wethouders kunnen
overeenkomstig artikel 11 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening artikel
3.6 van de Wet ruimtelijke ordening de in lid 1 genoemde bestemming
“Agrarische doeleinden” wijzigen in de bestemming “Glastuinbouwbedrijven (Ga)”.
Wijziging is uitsluitend toegestaan indien:
1. ten behoeve van de vestiging van volwaardige glastuinbouwbedrijven de agrarische noodzaak daartoe wordt aangetoond en getoetst door het overleggen van een bedrijfsplan;
2. het bijbehorende deel van het inrichtingsplan wordt uitgevoerd overeenkomstig het bestemmingsplan;
3. 12,3
% van het verharde grondoppervlak wordt ingericht ten behoeve van waterberging,
overeenkomstig het bestemmingsplan.
3. Met betrekking tot de vereiste waterberging ter compensatie van toename van verhard oppervlak binnen het gebied van de wijzigingsbevoegdheid dient voor de toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid met het hoogheemraadschap overeenstemming te zijn bereikt;
c. Burgemeester
en wethouders kunnen overeenkomstig artikel 11 van de Wet op de Ruimtelijke
Ordening artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening de in lid 1
genoemde bestemming “Agrarische doeleinden” wijzigen ter vergroting van de
bestemming "Agrarische bedrijven (Aa)” en Ab tot een oppervlakte van niet
meer dan
d. Alvorens burgemeester en wethouders tot wijziging overgaan, stellen burgemeester en wethouders belanghebbenden in de gelegenheid schriftelijk of mondeling zienswijzen naar voren te brengen, met inachtneming van de procedureregels als vermeld in artikel 17.