4.1 Bestemmingsomschrijving
De voor ‘groen’ aangewezen gronden zijn bestemd voor groenvoorzieningen, afschermende beplanting en voetpaden.
In de bestemming zijn tevens begrepen:
a. houtsingels met een hoogte van ten minste 1,5 m ter plaatse van de aanduiding ‘houtsingel’;
b. houtwallen, tevens geluidsbeperkende voorziening, met een hoogte van ten minste 2 m ter plaatse van de aanduiding ‘houtwal’.
4.2 Bouwregels
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt dat:
- de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten hoogste 5,5 m bedraagt, hieronder niet begrepen erf- en terreinafscheidingen.
4.3 Specifieke gebruiksregels
Tot een strijdig gebruik met het bestemmingsplan, als bedoeld in artikel 7.10 van de Wet ruimtelijke ordening wordt in elk geval begrepen het verwijderen van de aarden wal ter plaatse van de aanduiding ‘houtwal’. |