Artikel 5 Anti-dubbeltelbepaling
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 6 Algemene gebruiksregels
Onder gebruik in strijd met dit plan wordt in ieder geval verstaan:
-
het gebruiken of laten gebruiken van gronden en bouwwerken voor een seksinrichting;
-
het gebruiken of laten gebruiken van bijgebouwen ten behoeve van (zelfstandige) bewoning.
Artikel 7 Algemene afwijkingsregels
7.1 Afwijkingen
-
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van:
-
de in het plan gegeven maten, afmetingen en percentages tot niet meer dan 10 % van die maten, afmetingen en percentages;
-
het bepaalde in het plan en toestaan dat het beloop of profiel van wegen of de aansluiting van wegen onderling in geringe mate wordt aangepast, indien de verkeersveiligheid en/of intensiteit daartoe aanleiding geven;
-
het bepaalde in het plan en toestaan dat bouwgrenzen met maximaal 1,5 m worden overschreden indien een meetverschil daartoe aanleiding geeft;
-
het bepaalde in het plan voor het bouwen van bouwwerken ten algemene nutte, zoals telefooncellen, wachthuisjes voor verkeersdiensten, schuilgelegenheden en schaftlokalen, alsmede van kleine utilitaire gebouwen, zoals transformatorstations, gemalen en gasdrukregel- en meetstations, mits de oppervlakte niet meer zal bedragen dan 25 m² en de bouwhoogte niet meer dan 4 m;
-
het bepaalde in het plan voor het bouwen van antennemasten, waarvan de bouwhoogte ten hoogste 10 m mag bedragen.
-
De onder 1 bedoelde afwijking bij een omgevingsvergunning mag niet leiden tot een onevenredige aantasting van:
-
de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
-
het bebouwingsbeeld;
-
de verkeersveiligheid.
-
Bij de toepassing van deze vergunningverlening dienen de effecten op het woongenot van aangrenzende gronden, de milieuhinder, de mate van verkeersaantrekking, eventuele parkeeroverlast, buitenopslag van goederen en reclame-uitingen bij de beoordeling te worden betrokken.
Artikel 8 Algemene wijzigingsregels
8.1 Algemene wijzigingen
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, voor zover daaraan behoefte bestaat en zulks het belang van een goede ruimtelijke ontwikkeling van het in het plan begrepen gebied niet schaadt, de ligging van grenzen van bestemmings- en bouwvlakken en aanduidingen te wijzigen zodanig, dat:
-
de geldende oppervlakte van de bij wijziging betrokken vlakken met niet meer dan 10% wordt verkleind of vergroot, en
-
geen van de grenzen met meer dan 10 m wordt verschoven.
