Artikel 3

Groen

3.1         Bestemmingsomschrijving

3.1.1     Bestemming

De voor ‘Groen’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

 

a.      beplantingen, water, waterberging en overige voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding in het plangebied, zoals waterinfiltratie en -transportvoorzieningen en ondergrondse bergbezinkbassins;

 

b.      bij deze doeleinden behorende voorzieningen, speelvoorzieningen, voet- en fietspaden, bermen en bermsloten, nutsvoorzieningen en voorzieningen ten behoeve van afvalinzameling;

 

3.1.2   Toelaatbare bebouwing

Op deze gronden mogen, met inachtneming van de op de kaart aangegeven aanduidingen, uitsluitend ten dienste van de in lid 3.1.1 genoemde bestemming worden gebouwd:

 

a.      bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

3.2         Bouwregels

3.2.1     Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met inachtneming van de volgende regels:

 

a. de oppervlakte van een nutsvoorziening mag niet meer bedragen dan 15 m2;

 

b. de bouwhoogte van de onder a bedoelde gebouwen mag ten hoogste 3 m bedragen.